Bijlagen

1 | Analyse salariskosten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze bijlage wordt een totaalanalyse gegeven van de salariskosten, zoals deze in deze jaarrekening zijn verwerkt. In de financiële analyses van de afzonderlijke programma’s wordt hiernaar verwezen.

Onderstaande analyse heeft betrekking op de geraamde en werkelijke salariskosten, inclusief uitgaven voor inhuur van derden. De salariskosten zijn aan de programma’s toegerekend op basis van de bij de begroting 2021 bepaalde verdeelsleutel, gebaseerd op de tijdsbesteding van medewerkers aan taakvelden c.q. programma’s. Het overzicht is inclusief de salariskosten van de raad en burgemeester en wethouders.

Analyse

Terug naar navigatie - Analyse

De post salarisuitgaven in 2021 is circa 22,1% van de totale lasten (voor bestemming) van de gemeente.

 

Budgetopbouw
  salariskosten 15.537.000
salariskosten gedekt uit reserves (o.a. organisatieontwikkeling) 1.744.000
vergoeding voor detachering 0
Totaal budget salariskosten (A) 17.281.000
Bestedingen
  salarisuitgaven 13.949.000
inhuur extern (ivm ziekte, zwangerschap, vacatures, projecten, corona) 4.293.000
storting in de reserve organisatie ontwikkeling/generatiepact 199.000
Ontvangsten
  detacheringsvergoedingen, ouderschapsverlof, zwangerschapsverlof en WAO/UWV gelden -157.000
Totaal bestedingen en ontvangsten (B) 16.031.000
 
Saldo salariskosten (A-B), nadeel -1.003.000
Reeds aan de raad gemeld in de voortgangsrapportage 2021 911.000
Saldo salariskosten, nadeel -92.000


Het nadelige verschil wordt voor € 80.000 veroorzaakt door het incidenteel niet realiseren van een bezuinigingstaakstelling op het personeelsbudget. Ingaande  2022 is de betreffende taakstelling structureel gerealiseerd.

De overige verschillen laten een nadeel zien van € 12.000.

Vorig jaar is er meer ingehuurd dan in de vorige jaren. We hebben vorig jaar te maken gehad met een aantal factoren wat maakt dat de externe inhuur noodzakelijk was: 1. Krapte op de arbeidsmarkt wat maakt dat vacatures moeilijk in te vullen zijn. De doorlooptijd van vacatures is lang, waardoor er ingehuurd moet worden om het werk door te laten gaan. 2. Stijging in de klantvraag, wat opgevangen moet worden door tijdelijke medewerkers (inhuur). 3. Incidentele middelen voor tijdelijke taken zorgt vaak voor tijdelijk opvulling door middel van inhuur. 4. Er was bij meerdere teams sprake van langdurige ziekte van medewerkers. Daarvoor moest personeel worden ingehuurd. Dit brengt aanzienlijk hogere kosten met zich mee.

Toerekening salariskosten aan investeringen en grondbedrijf

Terug naar navigatie - Toerekening salariskosten aan investeringen en grondbedrijf

Van alle salariskosten wordt jaarlijks een deel toegerekend aan investeringen en bouwgrondexploitatie. Deze toegerekende kosten komen daarmee niet ten laste van de reguliere exploitatie. Omdat door deze wijze van toerekenen (personele) lasten worden doorgeschoven naar de toekomst, is een aantal jaren geleden (mede op advies van de provincie) er voor gekozen om in de begroting stapsgewijs een stelpost op te bouwen, waarmee deze toerekening kan worden afgebouwd. Er wordt binnen de organisatie op gestuurd om deze toerekening ook daadwerkelijk te verminderen. Dit heeft geleid tot een daling in de afgelopen jaren, waardoor de exploitatie meer wordt belast.

Effect in 2021
In 2021 heeft dit er toe geleid dat minder uren zijn toegerekend aan grondbedrijf en investeringen dan waarvan bij de begroting was uitgegaan. Het betreft een bedrag van € 143.000. Dit heeft een nadelig effect op het resultaat van de jaarrekening.

2 | Analyse kapitaallasten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze bijlage wordt een totaalanalyse gegeven van de kapitaallasten, zoals deze in de jaarrekening zijn verwerkt. In de financiële analyses van de afzonderlijke programma’s wordt hiernaar verwezen.

Begroting en werkelijkheid

Terug naar navigatie - Begroting en werkelijkheid
Begrote kapitaallasten (rente en afschrijving) 5.311.000
Werkelijke kapitaallasten (rente en afschrijving) 3.917.000
Saldo (voordeel) 1.394.000
 
Dit voordeel wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door investeringen waarvan de realisatie nog niet is gestart of later is opgestart en nog niet volledig is uitgevoerd dan waarvan in de begroting was uitgegaan. Hiervoor waren in de begroting al wel kapitaallasten opgenomen.

Analyse afschrijvingen op productniveau

Terug naar navigatie - Analyse afschrijvingen op productniveau
De afschrijvingsverschillen doen zich voor op de volgende producten (verschillen groter dan € 25.000):
 
Voordelen:
Wegen 64.000
Riolering beheer en onderhoud 144.000
Huisvestingskosten bijzonder onderwijs 161.000
Vrijverval riolering beheer en onderhoud 39.000
Gemeentehuis 436.000
Automatisering / ICT 436.000
Totaal Voordeel 1.280.000

 

Extra afschrijvingen
In 2021 zijn geen extra afschrijvingen gedaan.

 
 

Financiering (renteresultaat)

Terug naar navigatie - Financiering (renteresultaat)

Het verschil tussen de begrote en werkelijke rentelasten/doorberekende rente is € 328.000 nadelig. 
De werkelijke (interne en externe) rentelasten zijn in 2021 hoger dan waarmee in de begroting rekening werd gehouden. Door een lagere boekwaarde van de materiële vaste activa is van de totale rentelasten een lager bedrag aan rente via de kapitaallasten toegerekend aan de programma’s. Hierdoor ontstaat een nadelig renteresultaat op het programma ‘algemene dekkingsmiddelen’.

Meerjareninvesteringsplan (MIP)

Terug naar navigatie - Meerjareninvesteringsplan (MIP)

Het resultaat op de stelposten voor kapitaallasten is € 281.000 voordelig. Dit betreffen de (in aanvulling op de afschrijvings- en rentelasten) in de begroting opgenomen stelposten voor kapitaallasten voor investeringen in het meerjareninvesteringsplan (uitgezonderd het deel waarvan de kapitaallasten gedekt worden door een onttrekking aan de reserve kapitaallasten (€ 318.000); tegenover de lagere kapitaallasten staat een lagere onttrekking aan deze reserve).

Invloed op het saldo van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Invloed op het saldo van de jaarrekening

Om te bepalen wat het effect is op het saldo van de jaarrekening wordt het bedrag van € 1.394.000 aangevuld c.q. gecorrigeerd met:

  1. Renteresultaat (zie hierboven): - € 328.000
  2. Saldo meerjareninvesteringsplan (zie hierboven): € 281.000
  3. Een lagere doorberekening van kapitaallasten van investeringen voor begraafplaatsen en riolering; dit voordeel van € 186.000 wordt verrekend met de desbetreffende reserve/voorziening; bij de bepaling van de opbrengst en tarieven bij de volgende begrotingsbehandeling wordt dit voordeel betrokken;
  4. Het voordeel op kapitaallasten van de ICT investeringen, waarvan de kapitaallasten gedekt worden uit de ICT reserve; tegenover de lagere kapitaallasten staat een lagere onttrekking aan de reserve ICT (€ 436.000); deze middelen blijven in de reserve beschikbaar voor de geplande toekomstige uitgaven/kapitaallasten;
  5. Het voordeel op kapitaallasten van andere investeringen, waarvan de kapitaallasten gedekt worden door een onttrekking aan de reserve kapitaallasten (€ 179.000); tegenover de lagere kapitaallasten staat een lagere onttrekking aan deze reserve;


Recapitulatie
Het resultaat hiervan is dat de kapitaallasten het saldo van de jaarrekening 2021 positief beïnvloed hebben met € 546.000.

 

Kapitaallasten overhead

Terug naar navigatie - Kapitaallasten overhead

Een deel van de kapitaallasten komt niet rechtstreeks tot uitdrukking op de reguliere programma’s in de programmarekening. Het betreffen de kapitaallasten van investeringen in de overhead (zoals automatisering, huisvesting, bedrijfsmiddelen). Deze lasten worden verantwoord op het programma overhead. 

Afgesloten kredieten

Terug naar navigatie - Afgesloten kredieten

In 2021 zijn er kredieten afgesloten met een positief en een negatief saldo. In deze paragraaf worden de in 2021 afgesloten kredieten waarop een kostenoverschrijding of onderschrijding groter dan € 25.000 heeft plaatsgevonden toegelicht. Met het vaststellen van de jaarrekening stemt de raad in met alle kostenoverschrijdingen.
 
Rotonde Quickbornlaan
De kosten voor de aanleg van de rotonde aan de Quickbornlaan zijn € 120.000 hoger uitgekomen dan begroot. Dit zit voor een deel in tegenvallende kosten van de grondverwerving voor dit project en tegenvallende subsidie inkomsten vanuit het Rijk. 
Voor de grondverwerving was in totaal rekening gehouden met € 13.000. Deze kosten zijn in de praktijk hoger uitgevallen omdat er niet direct bereidheid was door de belanghebbenden om tot een overeenstemming te komen en er gelet op de ligging van één van de percelen sprake was van een hogere waarde. Daarbij komt dat belanghebbenden zich genoodzaakt zagen externe deskundigen in te schakelen. In het kader van de minnelijke verwerving ter voorkoming van onteigening, zag de gemeente zich genoodzaakt deze kosten te vergoeden om overeenstemming te bereiken. Naast de aankoop van de grond en vergoeding van deskundigenkosten, zijn ter compensatie werkzaamheden aan de tuin uitgevoerd. 
De rijkssubsidie die voor dit project was aangevraagd viel bij de definitieve beschikking tegen. De subsidieverstrekker motiveerde dat een aantal uitgaven in het project niet voor subsidie in aanmerking kwam. Bij de jaarstukken 2020 is daar al melding van gemaakt en destijds aangegeven dat deze tegenvaller gedekt zou worden uit het overschot op het project herinrichting van de Oude Wisselseweg dat in het boekjaar 2020 was afgesloten.
 
Vervanging openbare verlichting 2021
De vervanging van de openbare verlichting wordt gebaseerd op het beleidsplan met als financiële basis de daarin opgenomen budgetten. In de investeringsbegroting is voor elk jaar een gelijk bedrag beschikbaar echter in de praktijk volgt de vervanging en de daarmee gepaard gaande kosten niet hetzelfde jaarlijks gelijkblijvend patroon maar fluctueert per jaar. In 2021 is daardoor meer uitgegeven dan begroot. Echter dat bedrag wordt verrekend met de reserve vervanging openbare verlichting, die de investeringsuitgaven dekt. De tegengestelde cyclus in voorgaande (en eventueel volgende) jaren maakt dat er voldoende middelen in de reserve daarvoor aanwezig is.
 
Vervanging van gemeentelijke bruggen
In 2021 zijn een aantal bruggen in de gemeente vervangen. De vervanging van bruggen wordt gebaseerd op het beleidsplan daarvoor. In de investeringsbegroting is voor de te vervangen brug een standaard bedrag opgenomen in het betreffende jaar van vervanging zoals aangegeven in het beleidsplan. De werkelijke kosten voor vervanging kan daarvan afwijken. Bij de vervanging in 2021 is geen last geweest van kabels en leidingen rond de te vervangen bruggen. Veelal gebeurt het dat deze omgelegd moeten worden, of door de brug heen lopen maar deze kosten behoefden voor deze bruggen niet gemaakt te worden. Doordat er ook geen kosten gemaakt hoefden te worden voor de bereikbaarheid van de omgeving (dat kon via bestaande wegen) zijn de kosten lager uitgevallen. Omdat de kosten gedekt worden uit de reserve heeft deze meevaller geen invloed op het saldo. De meevaller blijft in de reserve om eventuele tegenvallers in toekomstige jaren op te vangen. 
 
BGT: Openbare basisregistraties
De kosten van dit langlopende project blijken eind 2021 lager uit te vallen dan destijds begroot. Echter het project is nog niet afgerond. In 2022 zal van het voordeel dat ontstaan is een vervolg gestart worden ter afronding van de projectdoelen. De financiële resultaten van dit project worden verrekend met de reserve ICT en hebben daarmee geen effect op het saldo van de jaarrekening.

3 | Toelichting bij paragraaf Financiering

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet
bedragen in euro Begroting 2021 Werkelijkheid 2021
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Toegestane kasgeldlimiet
In procenten van de grondslag 8,50% 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
In euro’s (1) 7.650.000 7.650.000 7.650.000 7.650.000 7.650.000
Omvang vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 3.600.000 5.000.000 5.000.000 - -
Schuld in rekening-courant - - - - -
Totaal vlottende korte schuld (2) 3.600.000 5.000.000 5.000.000 - -
Vlottende middelen
Contante gelden in kas - - - - -
Tegoeden in rekening-courant - 4.258.000 4.901.000 1.065.000 2.428.000
Totaal vlottende middelen (3) - 4.258.000 4.901.000 1.065.000 2.428.000
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet (1) 7.650.000 7.650.000 7.650.000 7.650.000 7.650.000
Totaal netto vlottende schuld (4) = (2) - (3) 3.600.000 742.000 99.000 -1.065.000 -2.428.000
Ruimte (+) / Overschrijding (-) =(1) – (4) 4.050.000 6.908.000 7.551.000 8.715.000 10.078.000

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm
Renterisiconorm en renterisico’s op vaste schuld 2021
bedragen in euro Begroting Rekening
Renterisico op vaste schuld
Renteherziening op vaste schuld o/g (1a) - -
Renteherziening op vaste schuld u/g (1b) - -
Netto renteherziening op vaste schuld (1) = (1a) - (1b) - -
Te betalen aflossingen (2) - -
Renterisico op vaste schuld (3) = (1) + (2) - -
Renterisiconorm
Begrotingstotaal (4) 90.000.000 90.000.000
Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (5) 20% 20%
Renterisiconorm (6) = (4) * (5) 18.000.000 18.000.000
Toets renterisiconorm
Renterisiconorm (6) 18.000.000 18.000.000
Rente op vaste schuld & aflossingen (7) - -
Ruimte (+) / Overschrijding (-); (8) = (6) – (7) 18.000.000 18.000.000

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema
Renteschema 2021
bedragen in euro begroting rekening
Rentelasten en rentebaten
Externe rentelasten over korte en lange financiering (1a) - 7.805
Externe rentebaten (idem) (1b) 4.000 10.954
Saldo rentelasten en rentebaten (1) = (1a) - (1b) -4.000 -3.149
Rente die aan het grondbedrijf moet worden doorberekend - -
Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend - -
Rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken, die aan het betreffend taakveld moet worden doorgerekend - -
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -4.000 -3.149
Rente over eigen vermogen 1.205.000 1.397.630
Rente over voorzieningen - -
Totaal aan taakvelden toegerekende rente 1.201.000 1.394.481
Aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 1.448.000 1.315.455
Renteresultaat op het taakveld Treasury -247.000 79.026

Verklaring van gebruikte afkortingen

Terug naar navigatie - Verklaring van gebruikte afkortingen
Afkorting Betekenis
afl. aflossing
APV Algemene plaatselijke verordening
AVG Algemene verordening gegevensbescherming
B.V. besloten vennootschap
BBP bruto binnenlands product
BBV Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
BBZ Besluit bijstandsverlening zelfstandigen
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
BRP basisregistratie personen
BTW belasting over de toegevoegde waarde
BUIG bundeling van uitkeringen aan gemeenten
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
E-depot Electronisch depot
EMU Europese Monetaire Unie
FG functionaris voor de gegevensbescherming
FMI functie mengingsindex
fte fulltime-equivalent
GDI generieke digitale infrastructuur
GGD gemeenschappelijke gezondheidsdienst
GVVP gemeentelijk verkeers- en vervoersplan
GWP gemeentelijk watertakenplan
Halt het alternatief
HRM human resource management
ICT informatie- en communicatie technologie
IHP integraal huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen
IKB individueel keuzebudget
IKC integraal kindcentrum
IMOC inflatie materiële overheidsconsumptie
IOAW inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
IOAZ inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
IT informatietechnologie
JOGG jongeren op gezond gewicht
KCC klant contact centrum
LED light-emitting diode
LEJA Lokaal Educatieve Jeugd Agenda
LOG landbouwontwikkelingsgebied
m.b.t. met betrekking tot
MBO middelbaar beroepsonderwijs
MDT multi disciplinair team
MFC multifunctioneel centrum
MIP meerjareninvesteringsplan
MJB meerjarenbegroting
mln. miljoen
MJOP meerjarenonderhoudsplan
N.V. naamloze vennootschap
NOG Noordoost Gelderland
NT2 Nederlands als tweede taal
OAB onderwijs achterstandenbeleid
OMVV Ontwikkelingsmaatschappij Vitale Vakantieparken B.V.
OOV openbare orde en veiligheid
OVIJ Omgevingsdienst Veluwe IJssel
OZB onroerende-zaakbelasting
P&O personeel en organisatie
PGB persoonsgebonden budget
PIA privacy impact analyse
PIOFHA-JC personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, huisvesting, automatisering, juridische zaken en communicatie
PMD plastic, metaal en drankenkartons.
PPS publiek-private samenwerking
PROO primair openbaar onderwijs
PSZ peuterspeelzaal
PWA Prins Willem Alexander
RDW Dienst Wegverkeer
RE(K)S regionale energietransitie (en klimaat) strategie
RGV voorheen: Recreatie Gemeenschap Veluwe, nu: Leisurelands
RIEC Regionaal Informatie en Expertise Centrum
ROB Raad voor het Openbaar Bestuur
RSG Rijks Scholengemeenschap N.O.-Veluwe
RUD regionale uitvoeringsdienst
(s)GGZ (gespecialiseerde) geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg
SMW-er school maatschappelijk werker
SOC security operation center
SVB Sociale Verzekeringsbank
SVN Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten
SWO/E Stichting welzijn ouderen Epe
Syswov systeem woningvoorraad
VFP Vaassen Flexible Packaging B.V.
VMI Veluwse Machine Industrie
VNB Veluwse Nuts Bedrijven
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VNOG Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
VO voortgezet onderwijs
voorz. voorziening
Vpb vennootschapsbelasting
WABO Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wajong Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wet Fido Wet financiering decentrale overheid
Wet Hof Wet houdbare overheidsfinanciën
WEW Waarborgfonds Eigen Woningen
WGA werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten
WGDI Wet Generieke Digitale Infrastructuur
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WLZ Wet langdurige zorg
WMO Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
WNT Wet normering topinkomens
WOZ waardering onroerende zaken
Wsnp Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen
WSW Wet sociale werkvoorziening / Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Wvggz wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
WW Werkeloosheidswet
WWB Wet Werk en Bijstand, sinds 1 januari 2015 heet deze wet Participatiewet