Bijlagen

1 | Toelichting autonome ontwikkeling bestaand beleid (budgetprognose)

Budgetprognose

Terug naar navigatie - Budgetprognose

Autorisatie:
R = Raad (als bestuurlijke visievorming of kaderstelling nodig is)
C = College (als nog besluitvorming nodig is)
M = Manager (organisatie als alleen uitvoering nodig is)

Onderwerp Fin. consequenties t.o.v. budgetprognose 2023 + is voordeel, - is nadeel (bedragen in euro) Auto- risatie
2023 2024 2025 2026
Saldo begroting 6.084.061 6.084.061 6.084.061 6.084.061
Betreft het saldo van de begroting 2023, op basis van bestaand beleid en autonome ontwikkelingen. Onderstaand wordt per programma aangegeven hoe het saldo zich vanaf 2023 ontwikkelt vanuit bestaand beleid en autonome wijzigingen.
Programma 1 en 3 Opgroeien in Epe en Zorg en opvang
Grip op zorg': resultaat uitgavenverlaging 75.000 172.000 172.000 M
Onttrekking reserve sociaal domein vervalt -75.000 -172.000 -172.000
Hier is opgenomen het financiële effect van de bezuinigingsoperatie 'Grip op zorg', waartoe in juli 2020 door de raad is besloten. Het betreffen uitgavenverlagingen uit de bezuinigingstaakstelling, die tijdelijk uit de reserve sociaal domein worden gedekt. Vanaf 2025 is het effect structureel in de begroting verwerkt.
Lokaal preventie akkoord 20.000 20.000 20.000
Dekking middelen rijk lokaal preventie akkoord -20.000 -20.000 -20.000
Voor gemeenten is een lokaal preventieakkoord dé kans om zich meer in te zetten voor gezondheidspreventie. Het lokaalpreventie akkoord loopt in Epe vanaf 2021 tot en met 2023. De extra uitgaven worden gedekt via het rijk middels een specifieke uitkering. Vanaf 2024 vallen deze inkomsten weg, maar ook de uitgaven. Per saldo heeft dit geen invloed op het begrotingssaldo.
Autonome stijging volume Wmo -323.598 -660.141 -1.010.145 M
Omdat vanaf 2023 de compensatie van het rijk (naast de loon- en prijsstijging) ook voor volumestijging niet meer is opgenomen in het sociaal domein-deel van de algemene uitkering, moet hiervoor een afzonderlijke raming worden opgenomen. De berekening hiervan is gebaseerd op een volumegroei van de afgelopen jaren. De autonome loon- en prijsstijgingen zijn opgenomen onder programma 11.
Salariskosten sociaal domein -155.000 -155.000 -155.000 -155.000 M
Dekking middelen rijk (algemene uitkering) 155.000 155.000 155.000 155.000
Door een nieuwe CAO in de zorg zijn de salarissen binnen de Wmo en Jeugdzorg harder gestegen dan waar we in de reguliere indexering rekening mee houden. De gemeente wordt hiervoor gecompenseerd door het Rijk.
Bijdrage GGD 27.000 33.000 33.000 M
De GGD NOG heeft in 2021 een onderzoek laten uitvoeren naar de robuustheid van de GGD NOG. Hieruit blijkt dat de GGD Robuuster moet worden voor de toekomst. Voor de komende jaren vraagt dit om een incidentele bijdrage om de GGD Robuust te maken voor de toekomst. Deze incidentele bijdrage kent een afbouw de komende jaren.
Vraagafhankelijk vervoer -64.000 -96.000 -131.000 M
De bijdrage voor vraagafhankelijk vervoer stijgt de komende jaren. Het vervoersvolume is nog niet op niveau als voor de pandemie. Voor de komende jaren zit hier een opbouw in aan verwacht vervoersvolume conform landelijke trend. Daarnaast valt een subsidie van de provincie weg conform de begroting van PlusOv.
Oekraïense vluchtelingen p.m. p.m. C
Compensatie door het rijk p.m. p.m.
Door de oorlog in Oekraïne worden er Oekraïense vluchtelingen opgevangen. In juni 2022 zijn dit er 150. Het verloop in 2023 en mogelijk 2024 is nog onbekend. Het is niet duidelijk of er meer Oekraïense vluchtelingen zullen volgen of dat er weer teruggaan. Voor de huisvesting, begeleiding, leefgeld en uitvoering worden kosten gemaakt. Tegenover deze kosten zal een vergoeding van het rijk worden ontvangen. De totale lasten en baten zijn nog onbekend.
Programma 4 Leefbaar en veilig
Piketvergoeding expertteams Bevolkingszorg -10.000 -10.000 -10.000 -10.000 M
Compensatie door de VNOG 10.000 10.000 10.000 10.000
Er zal een toename zijn van de piketvergoeding voor expertteams Bevolkingszorg, doordat de vergoedingen over de gehele regio voor alle medewerkers gelijk getrokken worden. Verrekening vindt achteraf plaats door de veiligheidsregio.
Programma 5 Ruimte en wonen
Vervallen verhoging subsidie monumenten 10.000 10.000 10.000 M
In de begroting 2022 is voor de jaren 2022 en 2023 aanvullend budget beschikbaar gesteld voor subsidiering van onderhoud van monumenten. Na een evaluatie volgt het besluit over het structureel voortzetten van deze financiering. Die evaluatie moet nog plaatsvinden. Met ingang van 2024 betekent dit een voordeel.
Opbrengst Wabo leges -588.000 -588.000 -588.000 M
Toevoeging aan de reserve egalisatie bouwleges/ Omgevingswet vervalt 543.000 543.000 543.000
In 2023 worden incidenteel veel opbrengsten verwacht uit Wabo-leges vanwege grote projecten. Deze vallen in 2024 weg. Het effect van nieuwe tarievenstructuur i.v.m. Omgevingswet/Wet kwaliteitsborging is hierin nog niet verwerkt. De storting eenmalig in de reserve in 2023 n.a.v. de hogere opbrengst vervalt per 2024 structureel. Inzet reserve egalisatie bouwleges (980430) Het doel van de reserve egalisatie bouwleges zoals opgenomen in de meest recente jaarrekening (2021) sluit niet meer aan bij de feitelijke inzet en het gewijzigde doel van deze reserve. Ook de naamgeving sluit daar niet meer op aan. De naam van de reserve wordt aangepast in 'reserve Omgevingswet en Wkb' met als doelstelling: de reserve is ingesteld voor het tijdelijk (tot uiterlijk 2030) opvangen van de financiële effecten (lagere baten en toegenomen lasten) als gevolg van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging.
Huisvesting vluchtelingen, statushouders en overige doelgroepen -1.625.000 M
Begeleiding en uitvoeringscapaciteit -100.000 M
Dekking uit middelen rijk of restant budget 2022 100.000
Informatie en begeleiding inwoners rondom extra opvang statushouders -15.000 M
De raad heeft in 2022 (zaaknummer 416244) een krediet van € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de huisvesting van Oekraïense vluchtelingen, statushouders en andere doelgroepen. Voor € 375.000 wordt verwacht dat de uitgaven in 2022 plaatsvinden. Dit zal in het resultaat van de jaarrekening worden verwerkt. Voor de uitgaven wordt een reserve gevormd waaruit de lasten worden gedekt. Voor het overige deel (€ 1.625.000) moet dekking worden gevonden in de begroting voor 2023. Door de extra opvanglocaties waar onder andere statushouders en Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen is extra uitvoeringscapaciteit bij de gemeente nodig en extra begeleiding van de woonomgeving van de nieuwe huisvestingslocaties. Dit door onder andere informatiebijeenkomsten te organiseren.
Huisvesting vluchtelingen, statushouders en overige doelgroepen -99.100 -99.100 -99.100 -99.100 M
Bijdrage vanuit het rijk 125.000
De huisvesting van vluchtelingen zal naar verwachting een exploitatietekort opleveren vanwege de huur van units waarin zij gehuisvest worden. De opzet is dat deze voor 5 jaar gehuurd worden met een optie tot verlenging van nog eens 5 jaar. Daar tegenover wordt in elk geval een eenmalige bijdrage vanuit het rijk verwacht in 2023. Of deze in 2022 of later ontvangen wordt en hoe hoog dit precies bedrag is, is nog niet bekend. Er is gerekend met de bijdrage zoals die in 2015 is ontvangen.
Programma 6 Epe op orde
Beheerplan civiele kunstwerken 2023 t/m 2027 -21.000 -21.000 -21.000 -21.000 M
Toevoeging reserve civiele kunstwerken voor noodzakelijke vervanging van een brug -280.000
In het concept beheer-/beleidsplan voor civiele kunstwerken (voorheen: bruggen) wordt de noodzaak beschreven van het structureel verhogen van de toevoeging aan de voorziening voor onderhoud en de reserve voor vervanging. Daarnaast moet een brug worden vervangen, waarvan de uitgaven nog niet in de begroting waren opgenomen.
Areaalaccres uitgaven openbare ruimte -25.056 -53.049 -95.637 M
Toename van de woningvoorraad betekent dat in de meerjarenramingen rekening moet worden gehouden met een autonome toename van kosten. Het betreft een toename in de kosten van onderhoud wegen, plantsoenen, reiniging etc.
Toekenning bijzondere status graven KNIL veteranen -41.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 41.000
Rechten en onderhouden graven KNIL veteranen (toevoeging voorziening) -22.500 -22.500 -22.500 -22.500 M
Op 16 september 2021 heeft de gemeenteraad unaniem een motie aangenomen waarin de gemeenteraad het college verzoekt om de graven van de KNIL-Ambonezen veteranen een passende, bijzondere erkenning te geven. In september 2022 heeft de raad besloten om de naar Nederland gekomen KNIL-veteranen en hun echtgenotes te eren door hun graven in de gemeente Epe een bijzondere status toe te kennen en de toekomst van deze graven te borgen door deze grafrechten op te nemen in een nog op te richten stichting. Dat brengt structurele en incidentele lasten met zich mee. In 2022 wordt een bedrag van € 252.000 aan lasten verwacht. Deze worden in de jaarrekening verwerkt. Voor € 41.000 worden de lasten in 2023 verwacht. Voor het in de toekomst verlengen van de grafrechten en het onderhoud en herstel van de grafmonumenten wordt het benodigde bedrag in een in te stellen voorziening KNIL graven gestort waaruit in de toekomst de lasten betaald kunnen worden zodra deze zich voordoen.
Programma 8 Toezicht en handhaving
Materiële kosten voor uitvoering wettelijke taak (BOA's) -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 M
Het bestaande budget is niet toereikend voor de uitvoering van de taken voortkomend uit wetgeving. Er zijn onvoldoende financiële middelen voor onder meer de kosten van het leasecontract van een voertuig incl. onderhoud, onderhoud andere vervoersmiddelen en uitrusting boa's.
Programma 10 Weer aan het werk
Participatiewet / uitvoering Lucrato / uitvoering WSW 328.000 470.000 578.000 C
Betreft de aanpassing (verlaging) van het uitgaven budget conform de verlaging van het rijksbudget in de integratie-uitkering sociaal domein. De ontwikkeling van de inkomsten is opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Per saldo verloopt dit budgettair neutraal. De rijksmiddelen participatie (wsw) worden 'doorgegeven' aan Lucrato. Vooralsnog verwacht Lucrato dat de daling van de rijksmiddelen gepaard gaat met een daling van het aantal wsw-ers. In de meicirculaire 2022 is voor de wsw (onderdeel participatie) voor Epe opgenomen voor 2023: € 3.835.000; voor 2024: € 3.507.000; voor 2025: € 3.365.000 en voor 2026: € 3.257.000.
Participatiewet / nieuwe begeleiding -11.000 -22.000 -34.000 C
Aanpassing van het uitgaven budget conform de mutaties in het rijksbudget in de integratie-uitkering participatie en de algemene uitkering. De ontwikkeling van de inkomsten is opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Per saldo budgettair neutraal. In 2023 is het rijksbudget € 124.000.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (ondernemers) 45.000 M
Dekking reserve herstel en stimulering (corona) -45.000
Ingaande 1-1-2021 is de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Door deze wet heeft de gemeente o.a. tot taak te zorgen voor schuldhulpverlening aan ondernemers, gericht op ondernemers die een natuurlijk persoon zijn (eenmanszaak, maatschap, VOF of CV). Voor de uitvoering van deze taak is tijdelijk budget opgenomen in de begroting vanaf 2022. Vanaf 2026 vervalt de dekking (reserve herstel en stimulering/corona) en daarmee ook het budget voor de uitvoering.
Programma 11 Bestuur en organisatie
Verkiezingen 37.500 32.500 32.500 M
Per verkiezing wordt als algemeen uitgangspunt € 85.500 geraamd in de (meerjaren)begroting. In 2023 zijn er verkiezingen voor Provinciale Staten en op dezelfde dag voor het Waterschap (begroot 2023 in basis: € 118.000). In 2024 staan de verkiezingen voor het Europees parlement gepland (lasten dalen t.o.v. de basis met € 37.500), in 2025 zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer (voordeel € 32.500) en in 2026 zijn er gemeenteraadsverkiezingen (voordeel € 32.500).
Gemeenteraadsverkiezingen -17.000 -29.000 M
De voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 2026 start in 2025. Inmiddels is het een gebruik geworden dat de stemwijzer wordt ingezet en dat mogelijkheden worden geboden voor de cursus politiek actief. Hiervoor is een budget opgenomen in 2025. Voor 2026 is budget nodig voor o.a. communicatie en voor diverse activiteiten rond het afscheid van vertrekkende en het aantreden van nieuwe raadsleden, inclusief een inwerkprogramma voor nieuwe raadsleden.
Doorontwikkeling Cleantech regio -42.000 p.m p.m p.m M
De Strategische Agenda 2022-2030 van de Cleantech regio wordt vertaald in een uitvoeringsagenda met concrete projecten met bijbehorende financiering. Provincies en Rijk kijken in toenemende mate naar de regio om strategische beleidsvraagstukken op te pakken en door toenemende uitdagingen op het gebied van wonen, werken en bereikbaarheid wordt de noodzaak van goed regionaal samenwerken steeds groter. Om dit goed te doen is een solide en krachtige basis nodig. De benodigde eenmalige extra financiering is € 360.000. Met deze middelen kan de regio personele versterking organiseren op strategische portefeuilles als gebiedsontwikkeling, op lobby bij provincie, Rijk en Europa, en op de uitvoeringsagenda. Deze financiering is in eerste instantie alleen voor 2023. Ondertussen wordt gewerkt aan een structurele oplossing, die voor de Voorjaarsnota en de begroting van 2024 aan de raden wordt voorgelegd. Hiermee moet de regio weer een toekomstbestendige vorm krijgen.
Wet Open Overheid -2.000 -18.000 -18.000 M
De Wet Open Overheid (Woo) is in 2022 in werking getreden. De wet is bedoeld om overheden meer transparant te maken en deze wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en toegankelijk wordt. Daarvoor worden een aantal maatregelen genomen. In de algemene uitkering zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Vanaf 2022 is een stelpost opgenomen voor de uitgaven, gebaseerd op de middelen die in de algemene uitkering beschikbaar zijn gesteld (basis 2023: € 127.000). De stelpost loopt op naar € 129.000 in 2024 en € 145.000 in 2025. Na 2026 vervalt het tijdelijke bedrag van € 55.000.
Autonome loonstijging (incl. sociaal domein) -566.000 -1.141.000 -1.711.000 M
Autonome prijs- en inkomstenstijging (excl. sociaal domein) -380.000 -769.000 -1.084.000 M
Autonome stijging prijzen sociaal domein (indexatie) -393.000 -795.000 -1.121.000 M
De berekeningen van de autonome loon-, prijs- en inkomsten-stijgingen zijn gebaseerd op de indicaties die hiervoor gegeven zijn m.b.t. de ontwikkeling van het percentage 'prijs overheidsconsumptie netto materieel (imoc)' en de verwachte loonstijging waar de meicirculaire 2022 van uit gaat. Voor de jaren 2024 t/m 2026 worden de volgende percentages gehanteerd: - prijzen: resp. 2,4%, 2,4%, 1,9% (verwachte prijsontwikkeling overheidsconsumptie, netto materieel, imoc); - lonen: resp. 4,2%, 4,1%, 3,9%. Voor prijs- en inkomstenstijging is het saldo van beide weergegeven. Omdat vanaf 2023 de compensatie van het rijk voor loon- en prijsstijging voor het sociaal domein niet meer is opgenomen in het sociaal domein-deel van de algemene uitkering, moet hiervoor een afzonderlijke raming worden opgenomen.
Risico rentestijging, loon- en prijsstijging, tarieven energie -1.100.000 -450.000 -450.000 p.m. M
Dekking uit eenmalige middelen 1.100.000 450.000 410.000 p.m.
Energiekosten Recent is duidelijk geworden dat de huidige ontwikkeling van de energieprijzen (explosieve stijging van de tarieven!) in het komende jaar en mogelijk in de jaren daarna zeer aanzienlijk hogere uitgaven met zich mee zal brengen. Hiervoor is in dit stadium een stelpost opgenomen voor 2023 tot en met 2025. Niet duidelijk is in hoeverre het rijk compensatie zal bieden voor deze kostentoename. Rente, lonen en prijzen Lange tijd kon rekening worden gehouden met stabilisatie of verlaging van het renteniveau. De ontwikkelingen van de afgelopen tijd laten een omslag zien waarbij de rente een stijgende trend laat zien. Mede omdat de nieuwe begroting een zeer omvangrijk investeringsniveau laat zien voor de komende jaren, neemt het risico van rentestijging aanzienlijk toe. Gelet op de huidige loon- en prijsstijgingen is het risico reëel dat de nu opgenomen stelposten de komende jaren ontoereikend zijn en is het zeker niet vanzelfsprekend dat het rijk de extra stijging zal compenseren.
Personele kosten ten laste van grondbedrijf en investeringen -25.000 -50.000 -75.000 M
In het kader van het financieel toezicht is door de provincie geadviseerd de toerekening van personele kosten aan investeringen en aan de bouwgrondexploitatie te beperken. Gelet op het advies van de provincie wordt deze toerekening gefaseerd afgebouwd.
Verzekeringen; taxatie gemeentelijke eigendommen -16.000 M
Om de juiste verzekerde waarden van de gemeentelijke opstallen en inventarissen te bepalen is het noodzakelijk om voor de opstallen eens per 6 jaar en voor de inventarissen eens per 3 jaar een taxatie te laten uitvoeren. In 2025 worden de inventarissen getaxeerd (€ 16.000). De opstallen worden na het realiseren van het masterplan in 2022 getaxeerd en daarna weer in 2028.
Leges vermissing rijbewijs -3.000 -3.000 -3.000 -3.000 M
De leges voor vermissing van het rijbewijs worden niet meer opgelegd. Inwoners kunnen sinds kort kosteloos online bij de RDW een verklaring van vermissing op laten maken.
Programma 12 Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering 2022-2025 3.499.000 6.557.000 3.333.000
In de begroting 2023 is de Algemene Uitkering op basis van de meicirculaire 2022 geraamd op een bedrag van € 55.213.000. Voor de jaren 2024 t/m 2026 is de raming: - 2024: € 58.712.000 - 2025: € 61.770.000 - 2026: € 58.546.000 Een toelichting op de ontwikkeling van de algemene uitkering is opgenomen in een notitie die op verzoek via de griffier beschikbaar is.
Algemene uitkering Incidentele middelen jeugd -148.000 -325.000 -958.000
Epe ontvangt ter compensatie van het tekort op de middelen jeugd voor 2023 € 2.410.000. De middelen na 2023 worden beschikbaar gesteld na ondertekening van de hervormingsagenda. De middelen voor 2023 zijn in de basis verwerkt. Tegenover de middelen na 2023 is een uitgaven stelpost opgenomen onder 'nieuw beleid' ter grootte van 25%. 2024: € 2.262.000 2025: € 2.085.000 2026: € 1.452.000
Integratieuitkering Participatiewet 2023-2026 -317.000 -447.000 -544.000
In de begroting 2023 zijn de inkomsten m.b.t. het sociaal domein in de algemene uitkering op basis van de meicirculaire 2022 geraamd op een bedrag van € 3.959.000. Voor de jaren 2024 t/m 2026 is de raming: - 2024: € 3.642.000 - 2025: € 3.512.000 - 2026: € 3.415.000 De daling heeft met name betrekking op het onderdeel wsw. Een toelichting op de ontwikkeling van de algemene uitkering is opgenomen in een notitie die op verzoek via de griffier beschikbaar is.
Herijking algemene uitkering (incl. sociaal domein) -100.000 -100.000 -100.000
Dit betreft een stelpost voor het risico van het negatieve effect van de herijking van de maatstaven van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (vanaf 2023). De herijking wordt met ingang van 2023 ingevoerd. Op basis van de nieuwe uitkomsten in de meicirculeire 2022 is Epe vooralsnog een voordeel gemeente. Het voordeel bedraagt € 6,00 per inwoner. Rekening houdend met het feit dat de uitkomst een tussenstand is en met een aantal onzekerheden is omgeven, is het risico op een nadeel voor Epe in de meerjarenbegroting voorlopig opgenomen voor een bedrag van (afgerond) € 3,00 per inwoner.
Opbrengst OZB; woningen en niet-woningen 219.000 426.000 608.000 M
Betreft stijging als gevolg van toename aantal objecten en in de jaren 2023-2026 een geïdexeerde stijging van de tarieven.
Verlaging rentekosten incidenteel 31.500 8.000
In de begroting is voor de rente voor de korte (externe) financiering uitgegaan van 2,0% en voor de externe financiering op lange termijn eveneens van 2,0%. Gelet op de prognose van de Nederlandsche Bank (juni 2022) en de huidige rentestand is het verantwoord de rentepercentages tijdelijk (2 jaar) te verlagen: - voor 2023: kort 1,6%; lang 1,8% - voor 2024: kort 1,9%; lang 1,8%
Programma Overhead
Functie herwaardering klantcontact en services -22.500 -22.500 -22.500 -22.500 M
In 2021 is er een herwaardering geweest op een functie bij klantcontact en services. Deze herwaardering heeft tot gevolg dat de functie in schaal hoger gewaardeerd is. De taakstelling die is ontstaan wordt opgeheven in de begroting 2023 als autonome ontwikkeling.
Dienstvoertuigen -10.000 -10.000 -10.000 -10.000 M
Voor het leasen, aanschaf en onderhoud van dienstfietsen en dienstauto’s is het begrote bedrag niet toereikend. Een deel van de hogere kosten kan gedekt worden door een verlaging van de vergoeding van reiskosten. Het netto effect is €10.000.
Resultaatbestemming
Afbouw onttrekking reserve verkoop aandelen VNB -20.000 -40.000 -46.289
Om te voorkomen dat over een aantal jaren de jaarlijkse onttrekking aan de reserve verkoop aandelen VNB (930040) in één keer wegvalt, wordt de jaarlijkse onttrekking afgebouwd.
Afbouw onttrekking reserve winstuitkering NUON -15.000 -25.000 -31.365
Om te voorkomen dat over een aantal jaren de jaarlijkse onttrekking aan de reserve egalisatie winstuitkering NUON (930030) in één keer wegvalt, wordt de jaarlijkse onttrekking afgebouwd.
Accountmanager bedrijven; wegvallen dekking uit reserve participatie -32.000
Voor de (gedeetelijke) dekking van de kosten van de accountmanager bedrijven vindt in de jaren 2016 t/m 2025 een onttrekking plaats aan de reserve participatie. Deze dekking valt in 2026 weg. Om de functie te kunnen continueren komt de dekking vanaf 2026 ten laste van de algemene middelen.
Technische mutaties budgetprognose 229.552 245.972 407.069
Een specificatie van deze post is op verzoek via de griffier beschikbaar.

2 | Toelichting voortzetting (nieuw) beleid uit de vorige meerjarenbegroting

Toelichting nieuw beleid uit de vorige meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - Toelichting nieuw beleid uit de vorige meerjarenbegroting

Autorisatie:
R = Raad (als bestuurlijke visievorming of kaderstelling nodig is)
C = College (als nog besluitvorming nodig is)
M = Manager (organisatie als alleen uitvoering nodig is)

 
Onderwerp Fin. consequenties t.o.v. budgetprognose 2023 + is voordeel, - is nadeel (bedragen in euro) Auto- risatie
2023 2024 2025 2026
Programma 1 Opgroeien in Epe
Bijdrage in exploitatie Van der Reijdenschool -40.000 -40.000 p.m. p.m. M
Dekking uit reserve huisvesting onderwijsvoorzien. (94023) 40.000 40.000 p.m. p.m.
Het gebouw van de Van der Reijdenschool is gebouwd voor 200 leerlingen. Met een aantal van rond de 55 leerlingen en de daarop gebaseerde rijksbijdrage aan de school kan het bestuur de materiele exploitatie niet meer sluitend krijgen. Er is een jaarlijks tekort van ca. € 40.000 op de exploitatie die het bestuur met het aanspreken van de reserves niet vol kan houden. Er wordt, als onderdeel van het actiekader onderwijs, nader onderzoek gedaan naar toekomstbestendige onderwijshuisvesting voor de Van der Reijdenschool. Dit is nog niet afgerond. De gemeente heeft ten aanzien van onderwijshuisvesting een wettelijke verplichting (renovatie/nieuwbouw). Als overbrugging naar deze structurele, toekomstbestendige oplossing wordt een subsidie beschikbaar gesteld als bijdrage in de exploitatie. Bij deze oplossing geldt wel dat schoolbesturen geen beroep doen op de doorbetalingsregeling.
Uitvoering Koersdocument duurzame kindvoorzieningen en integraal huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen (IHP) -500.000 -500.000 -500.000 p.m. R
Dekking uit de eenmalige middelen (reserve 90003) 500.000 500.000 500.000 p.m.
Ingaande 2019 is gestart met de vorming van een reserve voor de realisatie van toekomstige onderwijsvoorzieningen. Basis daarvoor is het Actiekader Onderwijs. Het koersdocument duurzame kindvoorzieningen is een verdere verdieping. Per gebied (gebiedsgericht werken) is omschreven hoe de voorzieningen verder vorm gegeven kunnen worden. Elk gebied krijgt uiteindelijk een concreet plan. De reserve die gevormd wordt, wordt ingezet ter dekking van kosten rondom onderwijshuisvesting.
Met het opstellen van een IHP voor de komende 15 jaren wordt meer duidelijk hoe hoog de investeringen zullen moeten worden in de schoolgebouwen. In de periode 2019 tot en met 2025 wordt conform de huidige begroting jaarlijks € 500.000 toegevoegd aan de reserve onderwijshuisvesting. Daarnaast zijn middelen uit de precariobelasting van enkele jaren beschikbaar. In de afwegingen bij de begroting 2022-2025 is gekeken naar structurele stortingen conform de richtinggevende uitspraak bij de Perspectiefnota. De conclusie was dat voor een structurele storting geen mogelijkheden waren. Met deze toevoegingen wordt geanticipeerd op de verwachte investeringen voortvloeiende uit het IHP (renovaties, duurzaamheid, IKC's, uitbreidingen). Onder 'nieuw beleid' zijn grote aanvullende investeringsbedragen opgenomen, waarmee in de komende jaren aan de gemeentelijke verplichting invulling kan worden gegeven. Gelet op de eerste indicaties van de noodzakelijke investeringen (en ambities) is duidelijk dat op langere termijn forse aanvullende financiële middelen nodig zullen zijn. De uitwerking van het IHP zal daarvoor de informatie bieden.
Programma 6 Epe op orde
Bomenbeleidsplan p.m. p.m. p.m. p.m. R
Het Bomenbeleidsplan is opgesteld in 2010. In 2022 vindt de actualisatie plaats. Aansluitend volgt de besluitvorming. De beleidskeuzes in het nieuwe plan voor het behoud en vervangen van bomen vragen om financiële ruimte, bijv. voor het kunnen vervangen van laanbeplantingen en het duurzaam behouden van monumentale bomen.
Programma 7 Duurzaamheid
Aanvulling stimuleringsleningen duurzaamheid en Toekomst bestendig wonen -20.000 -30.000 -30.000 M
Er is veel belangstelling voor onze lokale stimuleringslening duurzaamheid. Om tegemoet te kunnen blijven komen aan de vraag is aanvulling van het bestaande budget nodig. Het gaat om aanvullende middelen voor het revolverend fonds. De inzet van deze lening heeft een belangrijk effect in het halen van de doelen voor energietransitie. In 2022 is deze stimuleringsregeling omgezet in een Stimuleringslening “Duurzaamheid en Toekomst bestendig wonen” op basis waarvan de provincie Gelderland voor de helft wil bijdragen in elke (particuliere) lening. Met de inzet van deze aanvulling is voor de periode 2022-2025 een totaalbedrag van € 3 miljoen beschikbaar. Afhankelijk van de mate waarin van de leningen gebruik wordt gemaakt, kan het college dit bedrag in de jaren hiervoor inzetten.
Bodemregelgeving p.m. p.m. p.m. p.m. C
Betreft overdracht bodemregelgeving van provincie naar gemeente (OVIJ). Er is nog onduidelijkheid over een bijdrage van het rijk. De taken worden verplicht overgedragen op het moment dat de Omgevingswet van kracht wordt en worden 1 op 1 contractueel van de gemeente naar de OVIJ overgedragen.
Programma Resultaatbestemming
Vrijval van surplus in diverse reserves 9.900.000
Toevoeging aan de reserve eenmalige dekkingsmiddelen -9.900.000
Jaarlijks worden de reserves van de gemeente in het kader van het opstellen van de begroting doorgelicht en wordt beoordeeld in hoeverre er vrij besteedbare ruimte is binnen de reserves. De volgende reserves bevatten een surplus dat ingezet kan worden als eenmalige middelen: Algemene reserve ( € 3.300.000) - 900030 Eenmalige middelen ( € 56.000) - 900070 ICT (€ 1.200.000) - 960280 Risico’s sociaal domein ( € 2.260.000) - 960500 Participatie (€ 571.000) - 961090 Buig ( € 632.000) - 990000 Bouwgrond exploitatie (€ 337.000) - 980430 Egalisatie opbrengst bouwleges (€ 400.000) - 990160 Herstel- en stimuleringsagenda (corona) ( € 1.144.000) Om diverse eenmalige uitgaven in de nieuwe begroting te kunnen dekken, wordt dit bedrag toegevoegd aan de reserve eenmalige dekkingsmiddelen.

3 | Toelichting nieuw beleid

Toelichting nieuw beleid in deze meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - Toelichting nieuw beleid in deze meerjarenbegroting

Autorisatie:
R = Raad (als bestuurlijke visievorming of kaderstelling nodig is)
C = College (als nog besluitvorming nodig is)
M = Manager (organisatie als alleen uitvoering nodig is)

Onderwerp Fin. consequenties t.o.v. budgetprognose 2023 + is voordeel, - is nadeel (bedragen in euro) Auto- risatie
2023 2024 2025 2026
Programma 1 Opgroeien in Epe
Hervormingsagenda jeugd -100.000 -100.000 -100.000 -100.000 C
Het Rijk en de VNG hebben de afspraak een hervormingsagenda jeugd op te stellen. Die agenda heeft als doel om betere en tijdige zorg en ondersteuning te bieden en een beheersbaar en duurzaam financieel stelsel te creëren. Deze agenda is nog niet vastgesteld. Ook is er nog onduidelijkheid over de structurele financiële middelen (o.a. extra middelen jeugdzorg, speciale uitkeringen van het rijk). We gaan er vanuit dat er structureel extra middelen komen voor de jeugdzorg. Dat vertalen we ook in de begroting. We verwijzen ook naar de tekst bij de stelpost extra uitgaven hieronder. We willen wel alvast anticiperen op die ontwikkelingen uit de hervormingsagenda. Voor de kosten die daaruit voortvloeien reserveren we nu jaarlijks € 100.000 voor noodzakelijke hervormingen. Er zijn in elk geval middelen nodig voor bovenregionale samenwerking. Dit brengt praktische implementatiekosten met zich mee voortkomend uit bijvoorbeeld de Gelderse Verbeteragenda Jeugdbescherming (de inzet van een beschikbaarheidsapp, de inrichting van de monitoring), maar ook coördinerende ondersteuning bijvoorbeeld bovenregionale projectleiding. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Stelpost extra uitgaven hervormingsagenda jeugdzorg -566.000 -521.000 -363.000 R
Gelet op het voorlopige karakter van de extra middelen die worden verwacht voor jeugdzorg (onderhandelingen over de hervormingsagenda lopen op landelijk niveau nog), zijn deze middelen nu vanaf 2024 voor 75% ingezet binnen de begroting. Met het opnemen van deze stelpost is de resterende 25% vanaf 2024 gereserveerd in afwachting van de uitkomst van de onderhandelingen en het resultaat dat hieruit voortkomt (afspraken met rijk).
Versterking toegangsteam jeugdzorg -200.000 -350.000 -350.000 -350.000 C
De toegang tot de jeugdzorg loopt via het Centrum voor Jeugd en Gezin. De complexiteit van de zorg en meer taken (Gelderse Verbeteragenda) vraagt meer menskracht om deze toename van zorg en andere werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Dat vraagt structurele financiele middelen. Vanuit Grip op Zorg en de coronagelden zijn er in 2021 en 2022 tijdelijk extra middelen naar het CJG gegaan. De middelen voor grip op zorg lopen na 2023 af. Daarnaast loopt het implementeren van het gedachtengoed van de Nieuwe Route. Deze werkwijze is een manier om 'normaliseren' (meer preventie) handen en voeten te geven, wat één van de onderwerpen van de Hervormingsagenda is. Daarvoor zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de periode 2021-2023 vanuit grip op zorg. Het is gewenst om deze werkwijze voort te zetten waarvoor vanaf 2024 een structureel budget nodig is. Dekking kan vanuit de extra middelen voor jeugdzorg.
Jongeren op gezond gewicht (JOGG) -61.000 -61.000 -61.000 -61.000 C
Het project JOGG richt zich op het bevorderen van gezond gewicht bij kinderen en jongeren (0-19 jaar). Dit is een landelijke project. Voortzetting van dit project vraagt een structureel budget. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Schoolmaatschappelijk Werk -154.000 -154.000 -154.000 -154.000 C
Op dit moment is er voor schoolmaatschappelijkwerk 2 uur per week per school beschikbaar, wat onvoldoende is om echt preventief te werken en zwaardere zorg te voorkomen. Door 2 uur extra in te zetten per school blijft bovendien de verhouding tussen algemene voorzieningen en maatwerk meer in balans. De afgelopen jaren is de zorgvraag gestegen en het toegangsteam hierop uitgebreid, maar de uren voor preventie vanuit het schoolmaatschappelijk werk niet. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Algemeen Maatschappelijk Werk -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 C
Door meer preventief te werken wordt zwaardere zorg voorkomen. Veel instroom in jeugdzorg komt voort vanuit problematiek bij de ouders (denk aan scheidingen, armoede, GGZ/verslaving bij (één van de) ouders). Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Tegengaan pestgedrag (KIVA) -22.000 C
Het trainen van vrijwilligers door een Kiva medewerker bij (sport-) verenigingen om pestgedrag bij kinderen/jongeren te voorkomen of tegen te gaan. KiVa is een preventief programma, gericht op het versterken van de sociale veiligheid en het tegengaan van pesten. Het programma heeft veel effect op resultaat van minder pestgedrag (wetenschappelijk bewezen). Het gaat vooralsnog om een pilot van 1 jaar. Dekking van de kosten kan uit de extra jeugdmiddelen.
Voorliggende voorziening jeugd -15.000 C
Ontwikkelen van een (preventieve) voorliggende voorziening Jeugd ter voorkoming van individuele begeleiding, zodat minder snel (duurdere) individuele maatwerkvoorzieningen hoeven te worden ingezet. Voorliggende voorzieningen zijn beter en sneller toegankelijk, zodat lichtere hulpvragen eerder worden opgelost. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Jongerenwerk -67.000 -67.000 -67.000 -67.000 C
Jongerenwerk kan een preventieve bijdrage leveren. Dat kan door extra inzet op individuele begeleiding van jongeren, laagdrempelige ondersteuning bieden (uitvoering in samenwerking met ketenpartners) en extra inzet op fysieke activiteiten voor jongeren zoals ontmoetingsavonden, sportactiviteiten en inloopmomenten. Bekostiging van deze extra inzet vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Steunouder -25.000 -25.000 -25.000 -25.000 C
De werkvorm "steunouder" levert een bijdrage in het voorkomen van de inzet van zwaardere zorg. Door het inzetten van een steunouder is er een vertrouwde plek voor het kind of de jongere die het thuis (tijdelijk) pittig heeft. Daarnaast wordt het netwerk van kind en gezin vergroot en versterkt. Deze werkvorm wordt nu betaald uit coronamiddelen, maar de stijging in het aantal aanvragen zet door. Structurele financiering is nodig voor de voortzetting. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) -6.000.000 -2.250.000 -4.750.000 -4.750.000 R
Dekking door activeren en afschrijven (zie MIP) 1.840.000 - - 3.450.000
Dekking uit eenmalige middelen 4.160.000 - - 1.300.000
Personele capaciteit uitvoering (2023-2026) -112.500 -100.000 -100.000 -100.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 112.500 100.000 100.000 100.000
Het gemeentelijk Integraal Huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen (IHP) maakt voor elke school inzichtelijk wat de investeringen voor de komende jaren gaan worden op het gebied van verbouw, renovatie, nieuwbouw. Het opstellen daarvan zit in de eindfase. Voor de uitgaven is een aantal jaren geleden al een specifieke reserve ingesteld waaraan periodiek middelen worden toegevoegd. De berekeningen in het IHP gaan uit van algemene indicatieve bedragen per m2. In het plan is nog geen rekening gehouden met de specifieke (financiële) omstandigheden per school. Inmiddels is echter wel duidelijk dat voor de uitvoering van het IHP in de komende jaren aanzienlijk veel meer financiële middelen nodig zijn dan het bedrag dat tot nu toe binnen de reserve beschikbaar is. Een belangrijke factor hierbij is ook de ontwikkeling van de bouwprijzen. Daarom zijn in deze begroting forse investeringsbedragen opgenomen, zodat aan de gemeentelijke verplichting in de komende jaren invulling kan worden gegeven. Voor de eerstkomende jaren staan de volgende scholen op de planning: renovatie van de RSG (aanvulling van het krediet), renovatie van de Sprenge in Emst, uitbreiding van het Mosterdzaadje (Gortel), renovatie van de St. Bernardusschool en nieuwbouw van scholen in Epe zuidwest. Om deze plannen goed te kunnen begeleiden zijn extra uitvoeringskosten nodig. Ook hiervoor is voor de komende 4 jaar een bedrag in de begroting opgenomen.
Gelet op de eerste indicaties van de noodzakelijke investeringen (en ambities) in de komende 15 jaar, is duidelijk dat op langere termijn (na 2027) forse aanvullende financiële middelen nodig zullen zijn. De uitwerking van het IHP zal daarvoor de informatie bieden. Financiële dekking: De benodigde investeringen kunnen in eerste instantie worden gedekt door de inzet van de opgebouwde reserve (uit o.a. de opbrengst precariobelasting). De hier onder nieuw beleid opgenomen investeringsbudgetten kunnen voor een deel financieel worden gedekt uit het beschikbare begrotingssaldo (ontstaan door de hogere algemene uitkering, in 2024 en 2025). In 2023 en 2026 vindt dekking plaats, deels door de inzet van eenmalige middelen en deels door de uitgaven te activeren (afschrijving en rente komen structureel ten laste van de exploitatie, dit deel is opgenomen in het investeringsplan, bijlage 4).
Speelruimte beleid -50.000 -80.000 -50.000 -50.000 C
Speelruimtebeleid en het vrijmaken van de middelen voor de uitvoering daarvan is opgenomen in het raads- en coalitieakkoord. Voor het participatief opstellen van het beleid en het opstellen van een meerjaren uitvoeringsprogramma is € 30.000 nodig. Voor de uitvoering (onderhoud en vernieuwing speelterreinen) is een structureel budget nodig. Het is wenselijk daarvoor reserve in te stellen met een jaarlijkse storting van € 50.000.
Voorzorg (verpleegkundige prenatale huisbezoeken) -25.000 -25.000 -25.000 -25.000 C
Voorzorg betreffen intensieve verpleegkundige prenatale huisbezoeken voor aanstaande moeders in risicovolle omstandigheden. Uit onderzoek blijkt dat de inzet van voorzorg leidt tot minder huiselijk geweld en roken. De inzet van voorzorg past binnen het programma Kansrijke Start. Bekostiging vindt plaats uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Programma 2 Actief in Epe
Nieuw subsidiebeleid (structurele component) -54.000 -54.000 -54.000 C
Nieuw subsidiebeleid (incidentele component) -16.000 -8.000 -2.000
Voor het nieuwe subsidiebeleid is een beleidskader opgesteld die tegemoet komt aan de motie van de raad over het subsidiebeleid. Dat beleidskader gaat uit van een verdeelmodel voor subsidies aan vrijwilligersorganisaties op basis van het voorkeursscenario dat uit het participatietraject naar voren kwam. Dat scenario leidt tot een verhoging van het budget dat beschikbaar is voor subsidieverlening met € 54.000 structureel. Daarnaast is voor de overgangsregeling een incidenteel bedrag nodig van € 26.000 verdeeld over drie jaar (aflopend).
Accommodatiebeleid -50.000 p.m. M
Dekking uit eenmalige middelen 50.000
Het traject loopt om een visie over accommodatiebeleid op te stellen. Het gaat om al dan niet in stand houden of transformeren van accommodaties inzake onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Er bestaat een relatie met het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs. Voor het opstellen van uitvoeringsplannen die volgen uit de kadernotitie accommodatiebeleid is in de huidige begroting voor 2023 een p.m. post opgenomen. Het is wenselijk om voor 2023, net als voor 2022, € 50.000 te ramen voor de gebiedsgerichte participatietrajecten en uitwerking.
Sport- en dorpscentrum Vaassen -47.500 C
Stichting Dorpscentrum Vaassen (De Wieken en De Koekoek) komt voor 2023 een tekort op de begroting. In het najaar van 2022 of het voorjaar van 2023 wil SDV graag een onderzoek doen naar mogelijke besparingen en extra inkomsten. Voor de jaren na 2023 wordt tevens een jaarlijks tekort verwacht. Het voorstel is dit onderzoek af te wachten en voor 2023 een gedeeltelijke bijdrage (ongeveer 50%) beschikbaar te stellen in het daadwerkelijke exploitatietekort.
Deelname regionaal Cultuur- en Erfgoedpact (2022-2024) -8.300 -8.300 C
Dekking reserve kunst openbare ruimte (950100) 8.300 8.300
Samen met de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde Nunspeet, Oldebroek en Putten willen we een vervolg geven aan het Cultuur- en Erfgoedpact voor de jaren 2022-2024. Daarvoor zijn opnieuw middelen nodig. Vanuit de provincie worden deze middelen verdubbeld om te komen tot een duurzame culturele infrastructuur.
Onderzoek behouden cultuurhistorische waarde Musafir Kerk -25.000 M
In het coalitieakkoord is als actie opgenomen om samen met de Molukse gemeenschap te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de cultuurhistorische waarde van de Molukse Musafir kerk te Vaassen te behouden. Hierin worden mede de resultaten van de in het afgelopen jaar uitgevoerde Kerkenvisie betrokken.
Programma 3 Zorg en Opvang
Lokaal inclusiebeleid -30.000 M
In het raadsakkoord is het onderwerp inclusie en diversiteit benoemd. Gemeenten zijn verplicht om een lokale inclusieagenda op te stellen. Voor het opstellen van een lokale inclusieagenda incl. het thema diversiteit is een werkbudget nodig. Opstellen van lokaal beleid heeft raakvlakken met verschillende werkvelden, dus vergt veel afstemming (intern en extern).
Was- en Strijkservice -42.000 -42.000 -42.000 -42.000 C
De was- en strijkservice is een algemene Wmo voorziening en een locatie voor werkervaringsplekken. Er is geprobeerd om de voorziening rendabel te maken, zonder aanvullende gemeentelijk middelen. Dit blijkt niet haalbaar. Het stopzetten van de was- en strijkservice brengt echter hogere kosten met zich mee dan de subsidie, omdat dan invidividuele voorzieningen voor inwoners moeten worden verstrekt. Bovendien biedt de was- en strijkservice waardevolle werkervaringsplekken. Het is wenselijk om voor deze voorziening structurele middelen beschikbaar te stellen.
Dienstverlening aan mensen in kwetsbare posities -123.000 -120.000 -121.000 -121.000 C
Dekking middelen rijk 123.000 120.000 121.000 121.000
Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) heeft het kabinet voorstellen gedaan om de dienstverlening vanuit de overheid aan mensen in kwetsbare posities fundamenteel te verbeteren. Hiervoor zijn tot en met 2027 middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten. Vanuit het Rijk zijn de volgende actielijnen opgesteld waaraan de middelen gekoppeld zijn: rechtsbescherming (sociaal raadslieden en ombudsfunctie), versterking sociale wijkteams, integraal werken in het sociaal domein en versterken leervermogen sociaal domein. Uitvoering van de actielijnen zal plaatsvinden binnen het uitvoeringsprogramma behorende bij het nieuwe integrale beleidsplan sociaal domein.
Programma 4 Leefbaar en veilig
Openbare orde en veiligheid - uitbreiding formatie -375.000 -375.000 -250.000 -250.000 M
De gemeentelijke taken en bevoegdheden op het terrein van openbare orde en veiligheid zijn toegenomen. De bestaande formatie daarvoor is niet meer toereikend. Onderzoek is gedaan naar een realistische formatie die nodig is. Het resultaat van dat onderzoek is dat er structureel extra capaciteit nodig is voor veiligheid, vergunningverlening APV/bijzondere wetten. Het betreft in totaal 2,89 fte. Daarnaast is inzet nodig ter versterking van de afhandeling van horeca en evenementenvergunningen en vergunningenbeleid te formuleren. Voor de komende twee jaar willen we hiervoor 1 fte inzetten, waarna we deze inzet evalueren.
Programma 5 Ruimte
Vastgoed: actualisatie grondgebruik -50.000 -25.000 -25.000 C
Dekking door inkomsten verkoop snippergroen 50.000 25.000 25.000
Van 2013 tot 2016 is een project illegaal grondgebruik uitgevoerd. Conform het beleid 'actualisatie grondgebruik' dient periodiek controle te worden uitgevoerd op grondgebruik. Daarnaast heeft de gemeente ook wettelijk de taak om haar eigendommen te bewaken en deze niet door verjaring kwijt te raken. Voor dit project is extra capaciteit nodig. Dekking vindt plaats uit verkopen van snippergroen dat volgt uit dit project.
Omgevingswet - capaciteit uitvoering structureel -74.000 -171.000 -171.000 -171.000 M
Omgevingswet - uitwerking omgevingsvisie -175.000 -175.000 M
Dekking rijksmiddelen (indicatief) 200.000 200.000 200.000 200.000
De uitvoering van de Omgevingswet ingaande 1-1-2023 vraagt om een integrale behandeling van het omgevingsproces. Voor de uitvoering van de ruimtelijke plannen in het licht van de Omgevingswet is de huidige capaciteit voor de begeleiding van ruimtelijke plannen onvoldoende. Om de benodigde kwaliteit van een zorgvuldig proces (van initiatief t/m gewijzigde omgevingsplannen) te borgen zijn structureel 2 fte extra benodigd op het gebied van omgevingsmanagement (participatie bij initiatieven) en projectondersteuning (€ 171.000). De omgevingsvisie 'Natuurlijk Goed Leven' is gebiedsgericht opgesteld. De volgende fase uit de omgevingsvise richt zich nu op invulling geven aan de gestelde doelen en komen tot keuzes voor vooral de Veluweflank en de IJsselvallei als het gaat om de toekomst van de landbouw, biodiversiteit/natuurinclusief, de energietransitie en de klimaataanpak, waarbij ook wonen een rol van betekenis speelt. Een integrale aanpak staat daarbij voorop. Het proces dat nationaal en provinciaal/regionaal gaat lopen leidt tot verdergaande integratie en afstemming met ons traject. Dat vraagt om extra inzet en begeleiding, waarbij veel met externen opgetrokken zal worden. Daarnaast gaat ook de provincie Gelderland hiermee aan de slag. Voor 1 oktober 2023 moeten de provincies aan het Rijk aangeven hoe invulling gegeven wordt aan alle opgaven en welke keuzes gemaakt worden. Dan gaat het ook over Epe, over de koers die in de omgevingsvisie is uitgezet. Om aan deze ontwikkelingen invulling te geven is samenwerking met alle betrokkenen nodig. Voor al deze werkzaamheden is extra capaciteit nodig voor 2023 en 2024 (per jaar € 175.000).
Wonen -183.000 -200.000 -200.000 -200.000 M
In het raadsakkoord is wonen een prominent onderwerp. Er ligt duidelijke opgave voor het realiseren van woningen, met daarbij een versnellingsopgave en de vraag naar extra woningen. De minister de Jonge doet in een brief van 17 mei 2022 daarvoor een dringende oproep. Daarnaast speelt de huisvesting van bijzondere doelgroepen waarop actie nodig is. Om op deze ontwikkelingen in te spelen zijn extra middelen nodig. Op dit moment vindt er een actualisatie van de Woonagenda plaats waarbij ook de moties over dit onderwerp worden betrokken. Daarvoor is o.a. cijfermatige- en demografische input nodig. Hiervoor is in 2023 eenmalig € 8.000 extra nodig op de beschikbare incidentele middelen (€ 22.000). Gezien de grote opgave die ook raakt aan ruimtelijke ontwikkeling en de energietransitie/klimaataanpak, is voor wonen een projectleider (1 fte, structureel) noodzakelijk en daarnaast 1 extra fte voor de duur van 4 jaar.
Programma 6 Epe op orde
Mobiliteit: aanleg fietsstraat Hoge Weerd (fase 4, groen) -60.000 C
Mobiliteit: uitvoering integraal verkeersplan Wissel -500.000 C
Mobiliteit: opzet 'mobiliteitsfonds' -1.050.000 -1.050.000 -1.250.000 -1.250.000 R
Dekking door activeren en afschrijven (zie MIP, bijlage 4) 1.610.000 700.000 1.250.000 1.250.000
In maart 2022 heeft de raad het mobiliteitsplan 2022-2032 vastgesteld. Dat plan krijgt een vertaling naar een uitwerkings-programma. Voor de realisatie is vorig jaar al gestart met het inrichten van een mobiliteitsfonds. Daar volgt nu een verdere invulling van. De aanleg van de fietsstraat Hoge Weerd (fase 4) vindt plaats met rijkssubsidie op basis van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Voor de kosten van "groen" is gemeentelijke dekking nodig (€ 60.000). De uitvoering van het integraal verkeersplan Wissel (verkeersveiligheid, recreatiezonering, natuurontwikkeling) vraagt maatregelen waarvoor budget benodigd is (€ 500.000). Financiële dekking: De benodigde investeringen worden grotendeels financieel gedekt door de uitgaven te activeren (afschrijving en rente komen structureel ten laste van de exploitatie, opgenomen in het investeringsplan, bijlage 4). In 2024 kunnen de investeringen voor een deel (€ 350.000) worden gedekt uit het beschikbare begrotingssaldo.
Onderhoud groen in de openbare ruimte -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 C
In 2015 is het onderhoud aan de openbare ruimte aanbesteed. Alle onderhoudskosten/budgetten zijn in dit contract verwerkt. In een toenemend aantal gevallen zijn aanvullende acties wenselijk bovenop de geldende prestatieafpraken (verbetering dienstverlening). Te denken valt aan extra snoeionderhoud aan bossages en bomen vlak bij woningen of bedrijven, het extra ledigen van kolken, herstel hekwerken, meer maatwerk in het beheer enz. Begeleidingssnoei van bomen is ook een aandachtspunt. Door begeleidingsnoei kunnen de bomen zich volwaardig ontwikkelen. Het resultaat van deze snoei levert bomen op die een belangrijke bijdrage leveren de beleving van de groene openbare ruimte. Deze snoei is niet in het contract opgenomen. Voor deze twee onderwerpen is een structureel aanvullend budget wenselijk.
Onderzoek naar benodigde begraafcapaciteit in Vaassen -25.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 25.000
De gemeente dient voor de toekomst voldoende begraafcapaciteit te bezitten. Deze capaciteit lijkt in Vaassen onvoldoende. Om dat goed te kunnen vaststellen is nader onderzoek nodig. In het onderzoek speelt de verwachte verhouding tussen begraven en cremeren een belangrijke rol. Voor het uit te voeren onderzoek is een werkbudget nodig.
Onderzoek bovengronds brengen Dorpsbeek in dorp Epe -50.000 M
In het coalitieakkoord is opgenomen om een onderzoek uit te laten voeren naar de haalbaarheid (inclusief nut en noodzaak) van het bovengronds brengen van de Dorpsbeek in het dorp Epe. Voor dit onderzoek is € 50.000 nodig. De uikomsten worden betrokken bij de plannen voor de herinrichting van het centrum van het dorp Epe.
Programma 7 Duurzaamheid
Energie en warmte - capaciteit structureel -217.500 -380.000 -460.000 -550.000 M
Energie en warmte - capaciteit ondersteunende teams -60.000 -107.000 -133.000 -160.000 M
Dekking uit verwachte middelen van het rijk 277.500 487.000 593.000 710.000
Energie en warmte - incidenteel 2023-2030 -260.000 -150.000 -150.000 -150.000 C
Dekking uit middelen van het rijk (klimaatakkoord) 260.000 150.000 150.000 150.000
Begin 2022 is de Transitievisie Energie en Warmte vastgesteld die beschrijft hoe in 2050 energieneutraal te zijn. Basis voor deze visie ligt in het Klimaatakkoord. De uitwerking van die visie vraagt een aanzienlijk budget voor een fors meerjarig proces. Voor de toekomst zijn verdere investeringen nodig. De verwachting is dat het rijk financiele middelen beschikbaar stelt aan de gemeenten. Op basis van een uitvraag onder gemeenten heeft bureau Andersson Elffers Felix een inschatting opgesteld voor de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord voor o.a. gemeenten voor het opstellen van een wijkuitvoeringsplan (WUP). Dit omvat de inzet op communicatie en participatie, projectcoördinatie, contact met woningcorporatie en warmteleveranciers en beleidswerk om meekoppelkansen met andere ontwikkelingen te bewaken. De cijfers vanuit het rapport zijn vertaald naar de situatie in Epe. Daarnaast zijn incidentele middelen nodig voor: - kosten van onderzoek voor voortzetting warmtetransitie - kosten van uitvoering voor aanpak verduurzaming energie woningen - kosten van uitvoering van de aanpak voor bedrijven van transitie Energie en Warmte - opstellen routekaart voor verduurzaming vastgoed van eigen organisatie - kosten van verdere uitvoering energievisie mobiliteit.
Klimaat en biodiversiteit -290.000 -225.000 -215.000 -195.000 C
Dekking uit eenmalige middelen 95.000
Klimaatveranderingen als warmte en droogte hebben invloed op de leefomgeving. Dat vraagt een ander beheer onder meer gericht op het vitaal houden van onze bomen en het klimaatadaptief maken van onze openbare ruimte. Dat vraagt structurele investeringen: 2023 € 130.000 en vanaf 2024 jaarlijks € 90.000. - Extra onderhoud van bomen in kader van veiligheid is nodig vanwege klimaatverandering (jaarlijks € 30.000). - Voor het stimuleren maatregelen Klimaatadaptatie, biodiversiteit particulier/maatschappelijk initiatief (participatie) € 50.000. - De uitvoering van het bosbeheersplan vraagt financiele middelen voor klimaatmaatregelen, natuurherstel en bosrevitalisering (€ 160.000).
Grondstoffen: Onderzoek haalbaarheid CAC -25.000 M
Dekking uit reserve afval 25.000
De gemeente en Circulus hebben in 2022 een intentieverklaring ondertekend waarin ze hebben afgesproken om de haalbaarheid van een circulair ambachtscentrum (CAC) voor producthergebruik en reparatie te onderzoeken. Voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek is € 25.000 benodigd. Circulus draagt eenzelfde bedrag bij.
Programma 8 Toezicht en handhaving
Formatie handhaving en vergunningenbeleid en accountschap OVIJ -60.000 -80.000 -80.000 -80.000 M
Voor opstellen van handhavings- en vergunningenbeleid en het accountschap van de OVIJ is structurele capaciteit noodzakelijk. Deze formatie ontbreekt nu, omdat de bestaande capaciteit volledig nodig is voor de toegenomen taken op het terrein van handhaven en vergunningen. Deze medewerker zal ook aan de slag gaan met monitoring en evaluatie van toezicht en handhaving.
Programma 9 Bedrijvigheid
Lokale economie -115.000 -168.000 -98.000 -98.000 C
Voor het ondersteunen en versterken van de lokale economie zijn een aantal investeringen gewenst. 1. De activiteiten van de in de coronaperiode ingezette functie accountmanager economie vragen, gelet op de effecten, een structurele voortzetting (€ 93.000). Voor 2023 is hiervoor deels dekking vanuit incidentele middelen beschikbaar. 2. De huidige beleidsnota (verblijfs)recreatie vraagt een actualisatie. De omgevingsvisie vraagt dat, ook vanuit de sector is die vraag. Voor het opstellen van de beleidsnota wordt een budget gevraagd (€ 50.000) met een klein uitvoeringsbudget (€ 10.000) voor de start van de uitvoering. 3. De voortzetting van het actieprogramma Economische Visie vraagt een aanvullend budget (€ 50.000). 4. De huidige economische visie loopt tot 2025 en vraagt ook om actualisatie. Voor het opstellen daarvan is een budget nodig (€ 45.000). 5. Voor een adequaat accountmanagement binnen economie is een relatie management systeem (CRM) benodigd. Voor de aanschaf daarvan zijn middelen aanwezig. Voor het onderhoud ontbreken middelen. Vooralsnog worden deze geraamd op jaarlijks € 5.000.
Accountmanagement agrarische sector -45.000 -60.000 M
Gezien de agrarische problematiek rondom het stikstofdossier is ondersteuning van de lokale agrariërs met een specifieke accountmanager vanuit de gemeente wenselijk. Het gaat om een gemeentelijke taak aansluitend op provinciale taken in de stikstofaanpak. De investering is vooralsnog voor twee jaar als pilot (€ 60.000 per jaar). Het komende jaar dient de mate en noodzaak van de benodigde ondersteuning nader te worden uitgewerkt.
Programma 10 Weer aan het werk
Minimaregelingen naar 130% -165.000 -165.000 -165.000 -165.000 C
De inwoners met een baan of pensioen en een lager inkomen tussen 120% en 130% van het sociaalminimum komen voor veel regelingen niet in aanmerking. De huidige inflatie en energiecrisis drukt ook op het besteedbare inkomen van de inwoners met een lager inkomen. Het besteedbare inkomen van deze groep is veelal lager dan dat van inwoners met een lager inkomen tot 120% (doordat voor die doelgroep ondersteunende maatregelen beschikbaar zijn). De groep werkende en gepensioneerde inwoners compenseren met onze minimaregelingen kan helpen bij het voorkomen van kinderarmoede of hierdoor kan een inwoner toch participeren in onze maatschappij. Dit kan door het (structureel) verhogen van de norm voor de Meedoenregeling, het Schoolfonds en het gebruik maken van de Voedselbank. Daarnaast is het belangrijk om onze subsidiepartijen mee te nemen in deze keuze. Voor de uitbreiding van de doelgroep is structureel budget nodig.
Stimuleringspremie werkervaringsplekken -40.000 -40.000 -40.000 -40.000 C
Dekking middelen BUIG 40.000 40.000 40.000 40.000
Stilema begeleidt mensen met werkervaringsplekken om de uitstroom naar werk te bevorderen (bijvoorbeeld: participatieplaatsen en taalstages). Daarvoor geldt een regeling waarbij voor deze taak een kleine financiële vergoeding wordt verstrekt. Het is wenselijk de huidige regeling uit te breiden naar meer organisaties met werkervaringsplekkken. Voor deze uitbreiding is meer budget nodig. Voorwaarde voor verstrekking van de financiële bijdrage is dat iemand groeit op de participatieladder of uitstroomt naar werk. De uitbreiding van het budget kan gedekt worden uit de BUIG middelen.
Trajectbegeleider werkervaringsplekken -108.000 M
De trajectbegeleider begeleidt inwoners op een werkervaringsplek. Dit is nu een pilot gedekt vanuit coronamiddelen. Deze begeleiding leidt tot uitstroom van mensen uit de uitkeringssituatie, waardoor het zichzelf terugverdient. Er vindt in 2023 een evaluatie plaats. Als deze evaluatie positief is en er nog steeds voldoende middelen beschikbaar zijn binnen de BUIG kan financiering vanaf 2024 vanuit de BUIG plaatsvinden. Voor 2023 is incidenteel nog een budget nodig.
Uitbreiding formulierenteam structureel -17.500 -17.500 -17.500 -17.500 M
Het formulierenteam is een voorliggende voorziening. De vrijwilligers zorgen voor een ondersteuning van inwoners bij de administratie, aanvragen van toeslagen en regelingen en vrijwillige voorbereiding op schuldhulpverlening. Door een sterke stijging van het aantal aanvragen zijn extra uren voor coördinatie nodig bij Koppel/SWOE om deze taken goed uit te kunnen voeren.
Collectieve aanvullende Zorgverzekering (gemeente pakket) -139.000 -60.000 -60.000 -60.000 C
Het is wenselijk om minima een passende, betaalbare zorgverzekering aan te kunnen bieden om zo zorgmijding te voorkomen. Door tot 130% een gemeentelijke bijdrage te geven wordt de armoedeval verzacht en zorgmijding ook bij die doelgroep voorkomen. Daarvoor is budget nodig voor een gemeentelijke bijdrage in de aanvullende verzekering. Doordat de eigen risico regeling en Wmo-abonnementstarief regeling (beide ingevoerd ter compensatie van het vervallen van de vorige gemeentelijke zorgverzekering) komen te vervallen, blijft de investering beperkt. In 2023 wordt de Wmo-abonnementstarief regeling afgebouwd om inwoners voldoende tijd te geven zich voor te bereiden op de nieuwe zorgverzekering. In 2023 zijn de middelen voor het WMO-abonnementstarief opgenomen als overgangsjaar, voor 2024 niet meer. Het is een open einde regeling, cijfers zijn gebaseerd op een onderbouwde schatting van de grootte van de doelgroep en het gebruik.
Programma 11 Bestuur en organisatie
Versterking griffie -138.000 -138.000 -138.000 -138.000 M
De griffie vraagt om uitbreiding van de formatie. Het reguliere werk vraagt zoveel tijd dat nu voor de andere wensen van de raad onvoldoende capaciteit beschikbaar is. De medewerkers op de griffie ervaren een hoge werkdruk. De extra formatie van 1 fte (€ 98.000) moet er toe leiden dat de aanvullende ambities van de raad zoals aangegeven in de Verbeteragenda/ Uitvoeringsplan van de raad, het raadsakkoord opgepakt kunnen worden. Het gaat dan om onder meer de doorontwikkeling van de raad, de wens om meer naar 'buiten' te treden, vergadercyclus, optimaliseren van processen en regelingen en communicatie raad. Daarnaast is er meer tijd voor het proactief adviseren en coachen van raadsleden, het organiseren van werkbezoeken en goed in contact komen en blijven met de ambtelijke organisatie. Ter ondersteuning van de uitwerking van de ambities van de raad is naast extra formatie ook een werkbudget (€ 40.000) nodig om daaruit te maken kosten te kunnen dekken. Uit een uitgevoerde benchmark blijkt dat de omvang van de huidige griffie in Epe wordt gekenmerkt als een basisgriffie gericht op de wettelijke taken.
Doelstelling/taakstelling financieel resultaat herijking/doorlichting beleid huidige begroting p.m. p.m.
In het raads/coalitieakkoord is afgesproken dat een herijking/ doorlichting van de begroting uitvoerd zal worden. Deze kan bestaan uit twee onderdelen: een financiële doorlichting ('lucht uit de begroting') en een beleidsmatige doorlichting. Uitvoering van deze herijking/doorlichting is gepland voor 2024.
Programma Overhead
Secretariële ondersteuning teamleiders (+ 1 fte) -58.000 -58.000 -58.000 -58.000 M
Aanvulling formatie teamleiders (+ 0,6 fte) -66.500 -66.500 -66.500 -66.500 M
De teamleiders krijgen momenteel door de hoge werkdruk bij wijze van pilot secretariële ondersteuning om de administratieve last bij de teamleiders te verminderen. Structurele voortzetting van deze adminstratieve ondersteuning is nodig gelet op de opgaven die er voor de organisatie liggen. Gelijktijdig breidt de formatie zich uit zoals in het nieuw beleid tot uiting komt. Dat leidt er toe om ook de formatie teamleiders uit te breiden.
Extra formatie t.b.v. ondersteuning/interne dienstverlening door ondersteunende teams a.g.v. nieuw beleid -300.000 -400.000 -400.000 -400.000 M
Gelet op de toename van de personele capaciteit in de organisatie door het nieuwe beleid dat in deze begroting is opgenomen, is het noodzakelijk om ook de capaciteit van de ondersteundende teams uit te breiden. Het gaat dan over de ondersteunende functies binnen ICT, communicatie, juridische zaken, financiën, inkoop, bedrijfsvoering en HR.
Overbruggingsbudget capaciteitsuitbreiding -300.000 M
Dekking eenmalige middelen 300.000
In de begroting 2023-2026 wordt ten behoeve van verschillende taken de capaciteit uitgebreid. Deze uitbreiding is nodig per 1 januari 2023. Werving en selectie kost tijd. Wij verwachten niet al deze mensen per 1 januari in dienst te hebben. We houden daarom rekening met een instroom per 1 april (gemiddeld). Dit betekent dat bij verschillende voorstellen voor nieuw beleid het bedrag, wat nodig is voor het uitvoeren van de bijbehorende taak, is verlaagd. Dit levert een positief saldo op in 2023 van € 300.000. Dit bedrag is nodig om daar waar nodig per 1 januari de taken te kunnen laten uitvoeren die niet uitstelbaar zijn (inhuur).
Extra capaciteit toegang wmo -100.000 M
Er is een toename (ongeveer 10%) van mensen met een zorgvraag gericht op de WMO. Om deze toename van zorgvragen adequaat te kunnen behandelen is een extra medewerker in de toegang nodig. Vooralsnog alleen voor 2023.
Gemeentelijke dienstverlening -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 M
De bestaande gemeentelijke dienstverling vraagt in de uitvoering versterking om in te kunnen spelen op de veranderende vraag van de inwoners. Een aanvullend budget is wenselijk om dat te kunnen ondersteunen. Het gaat dan onder meer om: ontwikkelen van een dashboard dienstverlening; instrumenten om waardering van inwoners te meten en een verbeteragenda te kunnen opstellen; doorvoeren van verbeteringen; doorontwikkeling van de digitale ondersteuning; ontwikkeltraject voor de medewerkers gericht op de wenselijke werkwijze en om maatwerk te kunnen leveren.
Regievoering preventief jeugdbeleid -67.500 -90.000 -90.000 -90.000 M
De uitvoering van het kader rijksmiddelen jeugd brengt uitvoeringskosten met zich mee. Om goed te kunnen sturen op het beoogde resultaat van de hervormingsagenda en de extra inzet op preventie, is beleidscapaciteit nodig. Het gaat om structurele capaciteit voor de regievoering op de uitvoering van het kader rijksmiddelen jeugd en inzet op preventie. Bekostiging kan plaatsvinden via de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Contractbeheer sociaal domein -47.000 -47.000 -47.000 -47.000 M
Op dit moment werkt een contractmanager in het sociaal domein (Wmo en Jeugd). Wat mist is een contractbeheerder. Deze extra functie zorgt er voor om toe te komen aan daadwerkelijk contractmanagement, dus sturen op kwaliteit richting aanbieders. Een contractbeheerder richt zich meer op de uitvoerende taken, zoals klachtenafhandeling, backoffice (bijvoorbeeld opstellen overeenkomsten) en een factuurcontrole oppakken. Hierdoor ontstaat een betere focus op rechtmatigheid en kwaliteit van ingezette zorg. Het betreft een part-time functie van 20 uur per week. Bekostiging kan plaastvinden uit de extra middelen jeugdzorg 2022 en verder.
Bestuursadviseur communicatie -62.000 -62.000 -62.000 -62.000 M
Bij de begroting 2022 zijn incidentele middelen toegekend voor bestuursondersteuning op het terrein van communicatie. Gebleken is dat deze ondersteuning structureel nodig is.
Extra ondersteuning vanuit HR -219.000 -264.000 -90.000 -90.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 129.000 174.000
Om in te kunnen spelen op krapte op de arbeidsmarkt en vele ontwikkelingen in de organisatie is extra capaciteit voor HR nodig. Het gaat om extra werk op beleid, advies en administratieve ondersteuning. In eerste instantie voor 2 jaar. Daarnaast werken we aan de doorontwikkeling van de organisatie. Daarvoor is een organisatieontwikkelingsadviseur nodig. Met deze organisatieontwikkelingsadviseur kunnen we kracht zetten op het doorvertalen van in- en externe ontwikkelingen naar de organisatie.
Eper academie (opleiding medewerkers) -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 M
Goed werkgeverschap betekent ook een goed aanbod van opleidingen voor onze medewerkers. Dit is een instrument waarmee we kunnen binden en boeien en het stelt ons tegelijkertijd in staat om onze medewerkers te helpen om "sterk in hun werk" te worden. Daarvoor is nu een te beperkt budget aanwezig.
Generatiepact (2023-2026) -25.000 -50.000 -75.000 -100.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 25.000 50.000 75.000 100.000
Goed werkgeverschap betekent ook vitaal leeftijdsbeleid. Het generatiepact is hier een onderdeel van. Deze regeling is erop gericht om medewerkers vanaf 62 jaar de mogelijkheid te bieden om hun beroep tot aan hun pensioengerechtigde datum duurzaam te kunnen uitoefenen. Dit bevordert doorstroom en vitaliteit van mensen. Betreft een budget voor een periode van 4 jaar (2023-2026). Het bedrag wordt toegevoegd aan de bestaande reserve en de uitgaven worden er jaarlijks uit gedekt.
Werving en selectie -100.000 -50.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 100.000 50.000
Bij het werven van personeel speelt de krapte op de arbeidsmarkt. Momenteel werven we veel via bureaus voor de invulling van vaste functies. We onderzoeken hoe we beter kunnen inspelen op de krappe arbeidsmarkt. Een eigen recruiter in dienst nemen kan daar aan bijdragen. Daarvoor is het wenselijk voor deze functie een budget voor 2 jaar beschikbaar te hebben en daarna deze inzet te evalueren. Gezien de grootte van het aantal fte wat de komende jaren geworven moet worden is er gekozen voor een hoger budget in 2023.
Functiewaarderingssystematiek -100.000 p.m. p.m. p.m. M
Dekking uit eenmalige middelen 100.000
De huidige systematiek voldoet niet meer. De middelen voor 2023 betreffen onderzoek naar juiste de systematiek, aanschaf systeem en start implementatie. Het is nu nog niet te voorzien welke kosten mogelijke herinschaling van medewerkers met zich mee brengt. Deze structurele component wordt bij de volgende begroting meegenomen.
Juridisch adviseur (junior functie) -78.000 -78.000 -78.000 -78.000 M
De eenheid juridische zaken heeft te maken met stijgend werkaanbod. Inwoners maken ondanks het feit dat we als organisatie steeds meer inzetten op het goede gesprek, dialoog etc. meer gebruik van hun juridische mogelijkheden. Om hier goed op in te kunnen spelen is uitbreiding van de formatie nodig.
Online team -180.000 -240.000 -240.000 -240.000 M
Onze website kent 230.000 bezoekers per jaar (onze balie 12.500). Daarmee is de website een zeer belangrijk instrument om onze dienstverlening zo goed mogelijk te maken. In 2022 vindt de aanschaf van een nieuwe website en de opbouw plaats. Om de kansen te benutten die de website biedt moet er geïnvesteerd worden in het beheer van deze site: op inhoud maar vooral ook op het voldoen aan de steeds veranderende vraag van onze inwoners. Dit moet je meten en dit betekent dat daar capaciteit voor nodig is in de vorm van bijvoorbeeld contentspecialisten, functioneel beheer, gebruikersonderzoeker en advies. De start van de nieuwe website is gepland voor 2023.
Digitale veiligheid - Multifactorauthenticatie -20.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 20.000
Voor de versterking van de digitale veiligheid in onze organisatie is multifactor authentication nodig. Multifactorauthenticatie is een methode om de authenticiteit van een gebruiker te verifiëren op meer dan één enkele manier. Door meerdere factoren te combineren kan de beveiliging bij toegangscontrole worden aangescherpt. Dat vraagt een investeringsbudget.
Aansluiting E-depot -50.000 p.m. p.m. p.m. M
Dekking uit eenmalige middelen 50.000
De aansluiting op een e-depot is wettelijk vereist. Om deze voorziening te realiseren zoeken we aansluiting van ons streekarchief met het streekarchief op de Noord-West Veluwe. Het gaat om incidentele kosten voor de projectleiding mbt de voorbereiding van de invoering. De structurele kosten worden nog in kaart gebracht en zullen worden meegenomen bij begrotingsbehandeling 2024.
Onderzoek vervanging zaaksysteem -10.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 10.000
Het zaaksysteem is het instrument voor onze digitale werkprocessen en informatieverstrekking aan inwoners en bedrijven. Op basis van de eisen en voorwaarden rondom inkoop is onderzoek nodig naar de mogelijkheden van of noodzaak tot vervanging van het zaaksysteem.
Interne beheersing processen -45.000 -15.000 -15.000 -15.000 M
Dekking uit eenmalige middelen 30.000 10.000
Voor de inbedding en implemetatie van de rechtmatigheidsverantwoording (structureel) is het noodzakelijk om een basis te hebben voor afgeven van de verantwoording door het college. Hiervoor is nodig een ondersteunend systeem voor de vastlegging (van de toetsing op) rechtmatigheid/VIC/ risicomanagement incl. structurele ondersteuning. Dit maakt een meer gestructureerde aanpak mogelijk en een betere rapportage t.b.v. de accountant (controle op aspect getrouwe weergave van het rechtmatigheidsoordeel van het college). De inrichting van het systeem is dienend aan de organisatie. De bedoeling is om zo effectief en efficient mogelijk onze verantwoording te organiseren.
Doorlichting huidige begroting -80.000 C
In het raads-/coalitieakkoord is opgenomen dat het wenselijk is om te onderzoeken welke financiële en beleidsmatige keuzes gemaakt kunnen worden in de huidige begroting. Hiervoor moet de begroting worden doorgelicht (financieel en beleidsmatig), zodat alternatieven in beeld komen en keuzes kunnen worden gemaakt. Uitvoering voor dit onderzoek is gepland voor 2024.
Programma Resultaatbestemming
Toevoeging resp. onttrekking aan reserve jeugdzorg (extra rijksmiddelen) -1.045.500 -55.000 78.000 553.000
De extra middelen voor jeugdzorg die worden ontvnagen van het rijk, worden in eerste instantie (vanaf 2022) gereserveerd, voor zover deze niet worden uitgegeven. Hiervoor wordt ingaande 2022 een nieuwe reserve ingesteld. Vanaf 2024/2025 zijn de middelen van het rijk niet meer toereikend en zal de reserve worden ingezet om het tekort te dekken. Op termijn zal een evaluatie inzicht moeten geven in de ontwikkeling van de noodzakelijke uitgaven en de beschikbare financiële dekkingsmogelijkheden.
Overbrugging tijdelijk tekort met eenmalige middelen 630.000
In de meerjarenbegroting 2023-2026 worden opnieuw eenmalige middelen ingezet om een groot aantal specifieke uitgaven te dekken. Voor een deel worden eenmalige middelen niet specifiek toegewezen maar als algemeen dekkingsmiddel ingezet.

4 | Investeringsplan

Investeringsplan 2023 - 2026

Terug naar navigatie - Investeringsplan 2023 - 2026

Autorisatie:
R = Raad (als bestuurlijke visievorming of kaderstelling nodig is)
C = College (als nog besluitvorming nodig is)
M = Manager (organisatie als alleen uitvoering nodig is)

Onderwerp Basis investeringsbedrag Auto- risatie
2023 2024 2025 2026
Programma 1 Opgroeien in Epe
Renovatie St. Bernardusschool Epe
Vanuit de wettelijke plicht om in onderwijshuisvesting te voorzien, moeten de uitgaven voor de renovatie van schoolgebouwen in de begroting worden opgenomen. Voor de renovatie van de St. Bernardusschool (dakrenovatie) was een geraamd bedrag opgenomen in de vorige begroting (investeringsplan) voor 2023. In de nieuwe begroting is deze school onderdeel van de uit te voeren plannen in het kader van het nieuwe concept Integraal Huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen (IHP). Er is niet meer een afzonderlijk bedrag opgenomen. De uitgaven die voortvloeien uit het IHP worden gedekt uit de reserve huisvesting onderwijsvoorzieningen en de opgenomen investeringsbedragen (nieuw beleid, zie ook bijlage 3).
Huisvesting onderwijs (IHP) 1.840.000 3.719.000 R
Het gemeentelijk Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen (IHP) geeft een indicatie voor elke school van de investeringen voor de komende jaren op het gebied van verbouw, renovatie, nieuwbouw. Inmiddels is duidelijk dat voor de uitvoering van het IHP in de komende jaren aanzienlijk veel meer financiële middelen nodig zijn dan het bedrag dat tot nu toe binnen de opgebouwde reserve beschikbaar is. Daarom zijn in deze begroting forse investeringsbedragen opgenomen, zodat aan de gemeentelijke verplichting in de komende jaren invulling kan worden gegeven. Voor de eerstkomende jaren staan de volgende scholen op de planning: aanvulling van het krediet voor de renovatie van de RSG, renovatie van de Sprenge in Emst, uitbreiding van het Mosterdzaadje (Gortel), renovatie van de St. Bernardusschool en nieuwbouw van scholen in Epe zuidwest. Als uitgangspunt voor de afschrijvingstermijn geldt de verwachte levensduur van de werkzaamheden. Bij renovatie/(ver)nieuw kan deze gesteld worden op 40 jaar, indien de reële verwachte levensduur 40 jaar is. Financiële dekking: De benodigde investeringen kunnen in eerste instantie worden gedekt door de inzet van de opgebouwde reserve (uit o.a. de opbrengst precariobelasting) en andere beschikbare eenmalige middelen (zie bijlage 3). Een ander deel wordt in 2023 en 2026 gedekt door de uitgaven te activeren (afschrijving en rente komen structureel ten laste van de exploitatie). Deze zijn hier opgenomen.
Programma 4 Leefbaar en veilig
Brandweerkazerne Oene p.m. p.m. R
De kazerne in Oene voldoet niet aan de ARBO eisen en aan de veiligheid en actuele normen voor de brandweerlieden. De VNOG gaat daarom gesprekken voeren of het bouwen van een nieuwe kazerne binnen de mogelijkheden past. Er is in de begroting een stelpost aanwezig voor renovatie of nieuwbouw van € 457.000. Indicaties vanuit de VNOG geven aan dat de kosten aanzienlijk hoger zullen zijn. Zodra daar meer duidelijkheid over is, nemen we dit op in de begroting.
Programma 6 Epe op orde
Flankerende maatregelen VMI/Zuuk 195.000 R
Begin 2023 wordt een gebiedsproces voor Zuuk en omgeving opgestart om te komen tot een verkeersplan met kleinschalige verkeersmaatregelen om de verkeersveiligheid te kunnen waarborgen als gevolg van de nieuwe VMI-ontsluiting (4e aantakking op rotonde N309). In een eerder stadium werd verwacht dat mogelijk aanbestedingsvoordeel en subsidie(s) zouden kunnen worden aangewend voor deze flankerende maatregelen. Deze mogelijkheden blijken niet beschikbaar na de onderhandelingen met de provincie hierover. De kosten zijn gebaseerd op een eerste inhoudelijke verkenning.
Vervanging bruggen 291.171 M
In 2017 is een nieuw bruggenbeleidsplan (2018-2022) door de raad vastgesteld. In 2023 staat een volgende reguliere vervanging van een brug gepland. De uitgaven c.q. kapitaallasten worden gedekt uit de reserve vervanging bruggen.
Vervanging Openbare Verlichting 419.615 411.200 314.285 320.571 M
Op basis van het door de raad vastgestelde beleidsplan openbare verlichting (2017-2026) zal over een periode van 20 jaar de openbare verlichting in de gemeente worden vervangen. De in de begroting opgenomen middelen zijn hiervoor beschikbaar. De uitgaven c.q. kapitaallasten worden gedekt uit de reserve vervanging openbare verlichting.
Mobiliteitsfonds (incl. indexering) 1.050.000 720.000 1.320.000 1.350.000 R
Mobiliteit: aanleg fietsstraat Hoge Weerd (fase 4, groen) 60.000 C
Mobiliteit: uitvoering integraal verkeersplan Wissel 500.000 C
In maart 2022 heeft de raad het mobiliteitsplan 2022-2032 vastgesteld. Dat plan krijgt een vertaling naar een uitwerkingsprogamma. Voor de realisatie is vorig jaar al gestart met het inrichten van een mobiliteitsfonds. Daar volgt nu een verdere invulling van. De aanleg van de fietsstraat Hoge Weerd (fase 4) vindt plaats met rijkssubsidie op basis van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. Voor de kosten van "groen" is gemeentelijke dekking nodig (€ 60.000). De uitvoering van het integraal verkeersplan Wissel (verkeersveiligheid, recreatiezonering, natuurontwikkeling) vraagt maatregelen waarvoor budget benodigd is (€ 500.000). Financiële dekking: De investeringen worden grotendeels gedekt door deze te activeren en af te schrijven; deze zijn hier opgenomen; in 2024 kunnen de investeringen voor een deel (€ 350.000) worden gedekt uit het beschikbare begrotingssaldo (zie bijlage 3).
Programma 7 Duurzaamheid
Watertakenplan; vervanging vrijvervalriolering / relining 641.000 659.000 677.000 691.000 M
Op basis van verwachting (levensduur) en periodieke inspecties wordt bepaald welke delen van de vrijvervalriolering vervangen/gerelined dienen te worden. Vanuit het Gemeentelijk Watertakenplan 2021 is voor de vervanging per jaar een bedrag beschikbaar. Dekking vindt plaats uit de rioolheffing.
Watertakenplan; vervangen drukriolering (persleiding) 160.000 165.000 169.000 173.000 M
Op basis van verwachting (levensduur) en inspecties wordt bepaald welke delen van de drukriolering vervangen dienen te worden. Vanuit het Gemeentelijk Watertakenplan 2021 is voor de vervanging een gemiddeld jaarlijks gelijkblijvend bedrag bepaald. Dekking vindt plaats uit de rioolheffing.
Watertakenplan; afkoppelen hemelwater bij rioolvervanging 267.000 271.000 275.000 279.000 M
Vanuit het door het waterschap en de gemeente ingezette BRP-traject, opgenomen in het Gemeentelijk Watertakenplan 2021 wordt verhard oppervlakte afgekoppeld . Dekking vindt plaats uit de rioolheffing
Watertakenplan; verbeteren buitenruimte-klimaatopgave 59.000 60.000 61.000 61.000 M
Vanuit het Gemeentelijk Watertakenplan 2021 wil de gemeente de komende jaren wateroverlast locaties aanpakken. Voorbeelden hiervan zijn de wijk Vegtelarij in Epe en de kern Oene.
Watertakenplan; vervangen pompen en gemalen 92.000 93.000 95.000 96.000 M
Vanuit het Gemeentelijk Watertakenplan 2021 wil de gemeente de komende planperiode alle gemalen en pompunits aansluiten op nieuwe besturingssystemen om eenvoudig en direct inzicht te krijgen in meldingen, stroringen en algemeen functioneren. In de komende periode gaat het om 200 stuks besturingen (40 per jaar en 2 PLC besturingen per jaar). Dekking vindt plaats uit de rioolheffing.
Watertakenplan; aanleg bergbezinkvoorziening Epe 1.100.000 M
Om de hoeveelheid water die overstort op oppervlaktewater verder te reduceren wordt in Epe een bergbezinkvoorziening aangebracht zoals opgenomen in het Gemeentelijk Watertakenplan 2021. Hierdoor stort er minder vervuild water in het oppervlaktewater.
Programma Overhead
Vervanging bedrijfsmiddelen; ict investeringen 436.320 442.865 449.508 456.250 M
Betreft reguliere vervanging die noodzakelijk is met het oog op de continuïteit van de bedrijfsvoering, gebaseerd op een planning. Ingaande 2011 wordt een nieuwe bekostigingsmethodiek gehanteerd voor dekking van de noodzakelijke ict-investeringen. Het jaarlijks benodigde gemiddelde investeringsbedrag (€ 436.000) wordt gedekt door een in de begroting opgenomen stelpost en door inzet van de ict reserve. De uitgaven c.q. kapitaallasten worden gedekt uit de reserve ict.

5 | Overzicht baten en lasten per taakveld

Overzicht baten en lasten 2023

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten 2023

Bedragen in euro

Programma / taakvelden Baten Lasten Saldo
Programma 1: Opgroeien in Epe
4-1 Openbaar basisonderwijs - 329.854 -329.854
4-2 Onderwijshuisvesting 12.500 1.811.008 -1.798.508
4-3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 601.200 2.141.633 -1.540.433
5-7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie - 158.990 -158.990
6-1 Samenkracht en burgerparticipatie 20.360 1.196.621 -1.176.261
6-2 Wijkteams - 1.149.105 -1.149.105
6-72 Maatwerkdienstverlening 18- - 6.847.629 -6.847.629
6-82 Geëscaleerde zorg 18- - 798.367 -798.367
7-1 Volksgezondheid - 1.005.317 -1.005.317
Totaal Programma 1: Opgroeien in Epe 634.060 15.438.525 -14.804.465
Programma 2: Actief in Epe
5-1 Sportbeleid en activering - 304.673 -304.673
5-2 Sportaccommodaties 326.430 1.638.559 -1.312.129
5-3 Cult.presentatie, -productie en - partic. 1.160 698.552 -697.392
5-6 Media 52.100 685.490 -633.390
6-1 Samenkracht en burgerparticipatie 126.310 1.135.111 -1.008.801
Totaal Programma 2: Actief in Epe 506.000 4.462.384 -3.956.384
Programma 3: Zorg en opvang
6-1 Samenkracht en burgerparticipatie 226.750 1.364.128 -1.137.378
6-2 Wijkteams - 1.124.995 -1.124.995
6-3 Inkomensregelingen 16.020 381.360 -365.340
6-4 Begeleide participatie - 1.174.640 -1.174.640
6-6 Maatwerkvoorziening (WMO) - 1.292.613 -1.292.613
6-71 Maatwerkdienstverlening 18+ 365.680 6.317.036 -5.951.356
6-72 Maatwerkdienstverlening 18- - 587.889 -587.889
6-81 Geëscaleerde zorg 18+ - 412.402 -412.402
7-1 Volksgezondheid 20.000 442.374 -422.374
Totaal Programma 3: Zorg en opvang 628.450 13.097.438 -12.468.988
Programma 4: Leefbaar en veilig
1-1 Crisisbeheersing en brandweer 10.000 2.490.098 -2.480.098
1-2 Openbare orde en veiligheid - 112.358 -112.358
7-1 Volksgezondheid 2.400 2.400 -
8-3 Wonen en bouwen - 81.530 -81.530
Totaal Programma 4: Leefbaar en veilig 12.400 2.686.386 -2.673.986
Programma 5: Ruimte en wonen
0-3 Beheer overige gebouwen en gronden 571.016 544.848 26.168
5-4 Musea 106.690 294.665 -187.975
5-5 Cultureel erfgoed - 89.115 -89.115
6-1 Samenkracht en burgerparticipatie 49.900 66.839 -16.939
8-1 Ruimtelijke ordening 376.240 783.431 -407.191
8-2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) 2.616.558 2.468.587 147.971
8-3 Wonen en bouwen 1.434.660 1.829.748 -395.088
Totaal Programma 5: Ruimte en wonen 5.155.064 6.077.233 -922.169
Programma 6: Epe op orde
2-1 Verkeer en vervoer 35.351 4.528.219 -4.492.868
2-2 Parkeren 1.368 25.022 -23.654
2-5 Openbaar vervoer - 1.761 -1.761
5-7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 224.388 2.160.838 -1.936.450
7-5 Begraafplaatsen en crematoria 1.001.929 1.066.522 -64.593
Totaal Programma 6: Epe op orde 1.263.036 7.782.362 -6.519.326
Programma 7: Duurzaamheid
7-2 Riolering 3.152.986 2.707.629 445.357
7-3 Afval 4.683.358 3.622.742 1.060.616
7-4 Milieubeheer 13.200 1.627.156 -1.613.956
8-3 Wonen en bouwen 16.589 155.669 -139.080
Totaal Programma 7: Duurzaamheid 7.866.133 8.113.195 -247.062
Programma 8: Toezicht en handhaving
1-2 Openbare orde en veiligheid 16.802 542.103 -525.301
8-3 Wonen en bouwen 62.720 9.285 53.435
Totaal Programma 8: Toezicht en handhaving 79.522 551.388 -471.866
Programma 9: Bedrijvigheid
2-1 Verkeer en vervoer 37.170 - 37.170
3-1 Economische ontwikkeling - 326.464 -326.464
3-3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen - 103.565 -103.565
3-4 Economische promotie - 271.721 -271.721
5-7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 8.440 263.159 -254.719
Totaal Programma 9: Bedrijvigheid 45.610 964.909 -919.299
Programma 10: Weer aan het werk
6-3 Inkomensregelingen 7.410.573 10.064.098 -2.653.525
6-4 Begeleide participatie - 4.185.661 -4.185.661
6-5 Arbeidsparticipatie - 1.091.785 -1.091.785
6-71 Maatwerkdienstverlening 18+ - 1.165.320 -1.165.320
Totaal Programma 10: Weer aan het werk 7.410.573 16.506.864 -9.096.291
Programma 11: Bestuur en organisatie
0-1 Bestuur - 2.553.446 -2.553.446
0-2 Burgerzaken 302.833 1.350.622 -1.047.789
0-8 Overige baten en lasten - 1.448.402 -1.448.402
0-9 Vennootschapsbelasting (VpB) - 12.810 -12.810
Totaal Programma 11: Bestuur en organisatie 302.833 5.365.280 -5.062.447
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
0-5 Treasury 1.402.073 -33.616 1.435.689
0-61 OZB woningen 4.833.023 361.051 4.471.972
0-62 OZB niet-woningen 1.739.047 75.835 1.663.212
0-64 Belastingen overig 139.000 3.349 135.651
0-7 Alg.uitkeringen en ov. uitkeringen GF 61.582.000 136.000 61.446.000
0-8 Overige baten en lasten - 149.717 -149.717
3-4 Economische promotie 1.211.552 783 1.210.769
Totaal Overzicht algemene dekkingsmiddelen 70.906.695 693.119 70.213.576
Overhead
0-4 Overhead 662.050 14.054.665 -13.392.615
Totaal Overhead 662.050 14.054.665 -13.392.615
Resultaatbestemming
0-10 Mutaties reserves 21.098.853 20.768.595 330.258
Totaal Resultaatbestemming 21.098.853 20.768.595 330.258
Totaal 116.571.279 116.562.343 8.935

6 | Overzicht verloop reserves en voorzieningen

Verloop reserves en voorzieningen 2023-2026

Terug naar navigatie - Verloop reserves en voorzieningen 2023-2026

Bedragen in euro

Soort en naam reserve / voorziening Stand 1-1-2023 Stand 31-12-2023 Stand 31-12-2024 Stand 31-12-2025 Stand 31-12-2026
Algemene reserve
900000 Algemene reserve 5.695.169 2.509.072 2.559.254 2.610.439 2.660.037
Totaal Algemene reserve 5.695.169 2.509.072 2.559.254 2.610.439 2.660.037
Bestemmingsreserves
900020 Bespaarde rente 40.930 31.047 22.644 15.052 59.412
900030 Eenmalige dekkingsmiddelen 6.490.465 8.404.275 7.455.860 6.982.477 5.615.144
900070 ICT investeringen 3.504.335 2.159.078 2.019.356 1.959.391 1.951.026
900600 Groot onderhoud gem. gebouwen 366.502 373.832 381.309 388.935 396.325
900850 Duurzaamheid 65.170 66.473 67.803 69.159 70.473
920020 Mobiliteitsfonds 350.000 357.000 363.783
920050 Onderhoud wegen 1.637.214 1.669.958 1.703.358 1.737.425 1.770.436
920090 Vervanging openbare verlichting 277.082 149.927 45.584 47.608 55.596
920150 Duurzaam Veilig 5.448 5.557 5.668 5.782 5.892
920280 Onderhoud Abri's 22.876 32.703 42.914 53.521 64.482
920350 Overdracht fietspaden RGV 386.396 342.058 295.375 246.260 194.816
920450 Vervanging bruggen 305.549 103.101 460.941 547.454 636.694
930030 Egalisatie winstuitkering Nuon 453.170 423.234 407.698 401.852 401.852
930040 Verkoop 14 aandelen VNB (6%) 267.533 225.585 201.120 195.187 195.187
930060 Afl. achtergestelde lening Nuon 1.888.724 1.888.724 1.888.724 1.888.724 1.888.724
930080 Afl. achtergestelde lening Vitens 2.327.399 2.327.399 2.327.399 2.327.399 2.327.399
940170 Meubilair gymlokalen 48.108 49.896 43.268 50.490 57.926
940230 Huisvesting onderwijsvoorzieningen 8.354.883 13.115.529 16.060.858 21.604.555 23.286.997
940300 Asbestsanering scholen 45.509 46.419 47.347 48.294 49.212
950030 Restauratie/onderh. monumenten 38.092 38.854 39.631 40.424 41.192
950100 Kunst openbare ruimte 47.632 40.285 32.791 33.447 34.082
950180 Renovatie kunst- en natuurgrasvelden 432.739 441.393 450.221 459.226 467.951
950280 Uitvoering Groenstructuurplan 15.267 8.222 830
960130 Groot onderhoud pand Apeldoornseweg 85 21.645 22.077 22.519 22.969 23.406
960280 Risico's sociaal domein 4.804.431 2.468.520 2.420.890 2.469.308 2.516.225
960310 Huisvesting statushouders 1.740.000 1.774.800 1.810.296 1.844.692
960320 Minimabeleid 318.259 324.624 331.117 337.739 344.156
960380 Hervorming Jeugdzorg/WMO 1.045.500 1.121.410 1.065.838 533.089
960500 Participatie 830.322 245.031 218.552 191.051 194.681
961090 BUIG-middelen 2.411.609 1.827.841 1.864.398 1.901.686 1.937.818
970150 Riolering 135.960 135.960 135.960 135.960 135.960
970200 Afval 158.284 135.118 137.820 140.577 143.388
980320 Structuurvisies dorpscentra 1.122.464 1.144.913 1.167.811 1.191.168 1.213.800
980350 Starterslening 466.057 513.047 560.977 609.865 659.731
980430 Egalisatie opbrengst bouwleges 938.454 956.373 827.623 692.157 550.401
990000 Bouwgrondexploitatie 3.794.568 3.520.649 3.577.893 3.635.914 3.691.189
990050 Langdurige ziekte/voormalig personeel 49.921 168.566 430.530 759.141 1.093.565
990070 Herstel schade nutsbedrijven 107.971 110.131 112.333 114.580 116.757
990160 Herstel en Stimuleringsagenda 1.255.334 91.291 47.064 1.031 1.051
990180 Generatiepact 101.857 105.914 135.052 203.823 300.125
990200 Dekking Kapitaallasten 9.404.543 9.299.436 8.875.978 8.332.943 7.770.201
Totaal Bestemmingsreserves 52.942.701 55.798.541 58.113.428 63.075.708 63.004.835
Voorzieningen
Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 1.930.504 1.808.083 2.097.667 2.015.057 2.215.592
900080 Pensioenen pol. ambtsdragers 4.463.119 4.509.068 4.540.724 4.512.334 4.456.126
920110 Groot onderhoud bruggen 28.096 62.703 60.312 96.349 133.028
970040 Begraven 708.789 744.227 869.088 996.947 1.123.886
970120 Riolering 1.489.239 1.360.112 1.392.755 1.426.181 1.454.705
970320 Groot onderhoud gebouwen begraafplaatsen 20.581 36.089 8.250 11.876 23.765
981040 Groot onderhoud Ossenstal 38.720 37.003 51.058 54.733 11.400-
981250 Bouwgr.expl. fac. n.t.m. kst. afgesl.proj. 93.912 8.772 8.982 9.198 9.373
981300 Risico's bouwgrondexploitatie 39.974
Totaal Voorzieningen 8.812.934 8.566.057 9.028.837 9.122.674 9.405.074

7 | Bijlage bij paragraaf 4 Financiering

Terug naar navigatie - Bijlage bij paragraaf 4 Financiering

bedragen in euro

Kasgeldlimiet. 2023
Toegestane kasgeldlimiet
In procenten van de grondslag 8,50%
In euro’s (1) 9.908.000
Omvang vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 7.887.000
Schuld in rekening-courant 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar p.m.
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld p.m.
Totaal vlottende korte schuld (2) 7.887.000
Vlottende middelen
contante gelden in kas p.m.
tegoeden in rekening-courant p.m.
overige uitstaande gelden < 1 jaar p.m.
Totaal vlottende middelen (3) 0
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet (1) 9.908.000
Totaal netto vlottende schuld (4) = (2) - (3) 7.887.000
Ruimte (+) / Overschrijding (-) ; (1) - (4) 2.021.000
Renterisiconorm en renterisico's op vaste schuld 2023
Renterisico op vaste schuld
Renteherziening op vaste schuld o/g (1a) 0
Renteherziening op vaste schuld u/g (1b) 0
Netto renteherziening op vaste schuld (1) = (1a) - (1b) 0
Te betalen aflossingen (2) 0
Renterisico op vaste schuld (3) = (1) + (2) 0
Renterisiconorm
Begrotingstotaal  (4) 116.562.000
Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage (5) 20%
Renterisiconorm (6) = (4) * (5) 23.312.000
Toets renterisiconorm
Renterisiconorm (6) 23.312.000
Rente op vaste schuld (7) 0
Ruimte (+) / Overschrijding (-);  (8) = (6) – (7) 23.312.000
Renteschema: Rentelasten en rentebaten 2023
Externe rentelasten over de korte en lange financiering (1a) 126.000
Externe rentebaten (idem) (1b) 4.000
Saldo rentelasten en rentebaten (1) = (1a) - (1b) 122.000
Rente die aan het grondbedrijf moet worden doorberekend 0
Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend  0
Rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke  lening voor is aangetrokken, die aan het betreffend taakveld moet worden doorgerekend  0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 122.000
Rente over eigen vermogen 1.349.000
Rente over voorzieningen 0
Totaal aan taakvelden toegerekende rente 1.471.000
Aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 1.507.000
Renteresultaat op het taakveld Treasury 46.000

8 | Kapitaallasten, personeelskosten, loon- en prijsstijgingen

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

In de financiële begroting (deel 3 van de programmabegroting) staat de analyse van de verschillen tussen de begroting 2022 en 2023. Daarin is per programma het verschil in kapitaallasten, toerekening van personele kosten en loon- en prijsstijgingen in één post verwerkt. Het totale verschil van alle programma’s wordt als volgt verklaard:


1. Kapitaallasten
Op het totaal van rente- en afschrijvingslasten ontstaat een voordeel van € 92.000. Dit gaat om bestaand beleid. Belangrijkste oorzaken van het verschil:

  • € 229.000 voordeel door laatste afschrijving in 2022, vrijval in 2023;
  • € 13.000 lagere rentelasten (voordeel) door daling van de boekwaarde (afschrijving);
  • € 180.000 nadeel door verhoging van de rente van 1,6% naar 2,0%.

Hier was voor een belangrijk deel al rekening mee gehouden in de vorige meerjarenbegroting.


2. Personeelskosten
De salariskosten zijn ten opzichte van 2022 gestegen van € 13,5 miljoen naar € 14,6 miljoen. De stijging wordt voor € 469.000 veroorzaakt door een toename van de personeelsformatie (4,9 fte).  Deze toename is gedekt door de inzet van reguliere budgetten. Dit betreft de volgende mutaties: 

  • Toename van van 3,35 naar 4 fte wethouders
  • KCC, beleidsontwikkeling en dienstverlening 1,0 fte
  • Communicatie, onderdeel participatie 0,5 fte
  • Bedrijfsvoering 0,9 fte
  • Functioneel beheer 1,0 fte
  • Ruimte, waaronder regionale energie strategie 1,5 fte

Als nieuw beleid zijn aanvullende bedragen voor uitbreiding van de formatie opgenomen. Deze maken geen onderdeel uit van deze analyse, maar zijn als 'nieuw beleid' op de programma's verantwoord.

De stijging van de salariskosten met 4,4% verklaart het resterende verschil van € 596.000.

 
3. Autonome prijsstijging
De autonome prijsstijging van 5% leidt tot een nadeel van in totaal ongeveer € 540.000 op de programma’s ten opzichte van de vorige meerjarenbegroting. Daarin was voor het jaar 2023 rekening gehouden met een stijging van 1,5%. 


4. Toerekening uren en overhead vanuit de kostenplaatsen
De kosten van overhead staan op een afzonderlijk programma ‘Overhead’. Deze kosten zijn niet aan de programma’s toegerekend. Het betreft inclusief nieuw beleid, een totaalbedrag van € 13,4 miljoen (2022: € 9,9 miljoen).


5. Doorbelasting aan investeringen en grondbedrijf
De toerekening van personeelskosten aan het grondbedrijf en aan investeringen ten opzichte van de vorige begroting constant gebleven. Op advies van de provincie bouwen we de toerekening van personeelskosten aan investeringen en het grondbedrijf gefaseerd af. Daarvoor nemen we een structurele stelpost op in de begroting.

9 | Beleidsmatig keuzes leges en heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de paragraaf lokale heffingen moeten[1] de beleidskeuzes staan over de heffingen die maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Bij de begroting 2017 zijn deze beleidskeuzes vastgelegd in twee bijlagen. In de begrotingen van latere jaren is verwezen naar die bijlagen. Die bijlagen zijn echter niet op internet te vinden. De beleidskeuzes stellen we nu opnieuw vast in deze bijlage. De ontwikkelingen sinds 2017 zijn daarin verwerkt. De bijlage komt als onderdeel van de programmabegroting op internet beschikbaar. Dat vergroot het inzicht voor raad en overige belangstellenden.



[1] Artikel 10 BBV, nader uitgewerkt in de Notitie lokale heffingen van de commissie BBV

 

Wettelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader

Bestemmingsheffingen[1] en rechten[2] mogen volgens de wet[3] maximaal 100% kostendekkend zijn. Dit voorschrift geldt op begrotingsbasis. Meer dan 100% kostendekking in de werkelijkheid (jaarrekening) is toegestaan. De begroting moet wel realistisch zijn. Dat is lastig als inwoners met hun gedrag de opbrengst kunnen beïnvloeden. Bij een aantal heffingen lossen we dit op met egalisatievoorzieningen en -reserves. Eventuele overschotten in de jaarrekening worden in zo’n reserve of voorziening gestort. Het geld blijft dan beschikbaar voor dekking van lasten in de toekomst.

100% kostendekking geldt per belastingverordening[4]. Het is toegestaan om binnen een verordening op onderdelen meer dan 100% dekking te hebben en dit te compenseren met minder dan 100% dekking op andere onderdelen. Dat wordt ook wel kruissubsidiëring genoemd.

Mededingingswet

Soms treedt de gemeente op als ondernemer. Dan moeten we minimaal de integrale kostprijs in rekening brengen. Dat betekent dat de rechten voor deze diensten (precies) 100% kostendekkend moeten zijn. Bij de reinigingsrechten en de lijkbezorgingsrechten is dit het geval. De raad mag een besluit nemen om diensten aan te wijzen als ‘dienst van algemeen belang’. Dan hoeven we niet minimaal de integrale kostprijs te berekenen. De raad heeft dat gedaan voor de lijkbezorgingsrechten[5]. Bij de reinigingsrechten moeten we wel de integrale kostprijs in rekening brengen.

 


[1] Dit betreft de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing

[2] Leges vallen onder de rechten.

[3] Artikel 228a en 229b Gemeentewet, artikel 15.33 Wet milieubeheer

[4] Hoge Raad 13 februari 2015, nr. 14/00655, ECLI:NL:HR:2015:282.

[5] Besluit van dossiernummer 2014-30849.

 

Beleidskeuzes per heffing

Terug naar navigatie - Beleidskeuzes per heffing

Afvalstoffenheffing

Deze heffing voeren we kostendekkend uit. Dit beleid is vastgelegd in het beleidsplan Grondstofrijk Epe. Deze heffing is samen met de reinigingsrechten opgenomen in één verordening: reinigingsheffingen.

Het brengen van afval naar een verzamelcontainer belonen we met een lager tarief per volume dan voor de minicontainers. Bij de besluitvorming rondom diftar[1] is dit uitgebreid toegelicht.

 

Risico
Met diftar stimuleren we gedragsverandering: betere afvalscheiding, minder restafval. Als mensen dat beter doen dan verwacht, is dat goed voor het milieu. De keerzijde is dat er dan minder geld binnenkomt dan begroot.

 

De tarieven stellen we zo vast dat deze bij deling door 12 uitkomen op hele centen. Als iemand in de loop van het jaar in de gemeente komt wonen, krijgt hij een belastingaanslag voor het aantal maanden dat hij in de gemeente woont. Zo voorkomen we afrondingsverschillen bij het opleggen van aanslagen.

Bij de berekening van de tarieven zijn de verhaalbare lasten het uitgangspunt. De opbrengst uit de heffing is berekend door het verwachte aantal containers en aantal inworpen te vermenigvuldigen met het tarief. Tribuut levert deze aantallen jaarlijks aan. We berekenen welke opbrengst we halen als we het tarief met de indexatie verhogen. Er zijn drie mogelijkheden:

  • De opbrengst is exact gelijk aan de lasten. Dit zal niet vaak voorkomen.
  • De opbrengst is lager dan de lasten. Het verschil onttrekken we aan de reserve afval. Als blijkt dat de reserve onvoldoende is, verhogen we de tarieven extra.
  • De opbrengst is hoger dan de lasten. We verlagen de (nieuwe) tarieven zodat de opbrengst gelijk is aan de lasten.

 

De tarieven op het recycleplein verhogen we met de indexatie en ronden we af op 1 cent. Circulus verrekent de opbrengst van het recycleplein met de kosten die de gemeente aan Circulus betaalt.

 

Reinigingsrechten

Circulus zamelt bij bedrijven die daarom vragen afval in dat in soort en omvang vergelijkbaar is met huishoudelijk afval. Het zogenaamde Kantoor, Winkel en Dienstenafval (KWD). Die inzameling vindt plaats gelijktijdig met de inzameling van het huishoudelijk afval. Bedrijven maken gebruik van dezelfde soort (ondergrondse) containers. Circulus kan de inzamelings- en verwerkingskosten van dit KWD-afval daarom niet afzonderlijk inzichtelijk maken. Omdat het om hetzelfde type afval gaat, zijn die kosten gelijk aan die van het huishoudelijk afval.

Bij de reinigingsrechten moet de integrale kostprijs worden berekend. Omdat er sprake is van dezelfde kosten als bij huishoudens, hanteren we dezelfde tarieven. De gemeente treedt hier als ondernemer op en moet BTW in rekening brengen. Deze komt bovenop het tarief. De BTW is afzonderlijk inzichtelijk op de belastingaanslag. Bedrijven kunnen de in rekening gebrachte BTW vervolgens betrekken bij hun aangifte omzetbelasting.

 

Rioolheffingen

Deze heffingen voeren we kostendekkend uit. Dit beleid is vastgelegd in het Gemeentelijk watertakenplan (GWP).

Er zijn twee heffingen: van eigenaren en van gebruikers. Het eigenarentarief is een vast bedrag per eigendom. Het gebruikerstarief is afhankelijk van het waterverbruik. De tarieven zijn historisch gegroeid en er is geen directe relatie tussen de individuele tarieven en de lasten[1].

 

Risico
Met name voor grootverbruikers kan het interessant zijn om kosten te besparen door minder water te verbruiken. Vanwege de kruissubsidiëring van grootverbruikers naar kleinverbruikers is het risico aanwezig dat we de begrote opbrengst niet halen als (groot)verbruikers hun waterverbruik gaan verminderen.

 

We verhogen de tarieven op basis van het GWP met 1,9% boven de indexatie. De gebruikerstarieven ronden we op dezelfde wijze af als die van de afvalstoffenheffing.

Als de begrote opbrengst lager is dan de lasten, onttrekken we het verschil aan de voorziening riolering. Mocht de voorziening onvoldoende zijn, dan onttrekken we het resterende verschil aan de reserve riolering. Als ook dat onvoldoende is, verhogen we de tarieven extra. Dat zal waarschijnlijk nooit voorkomen. In het GWP is namelijk een doorkijk gemaakt tot het jaar 2040. De voorzieningen zijn volgens de planning in dat jaar leeg. Elke 5 jaar actualiseren we het GWP. Dan bepalen we opnieuw welke (extra) tariefsaanpassingen nodig zijn om op de lange termijn kostendekkend te blijven.

Het kan ook voorkomen dat de begrote opbrengst groter is dan de lasten. Het verschil voegen we planmatig toe aan de voorziening sparen riolering. Die voorziening zetten we in bij vervangingsinvesteringen in de riolering. De gespaarde bedragen brengen we dan in mindering op de investeringen. 

 


[1]  In het besluit van 13 november 2008, nr. 2008-19351 staat hierover meer informatie.

 

Rioolaanleggeld

Deze heffing staat samen met de andere rioolheffingen in één kostendekkingsoverzicht. Het gaat meestal om nog geen 10 gevallen per jaar. De tarieven zijn historisch gegroeid en waren in het verleden gekoppeld aan de baatbelasting riolering. Er kunnen grote verschillen in aanlegkosten zijn tussen de ene en de andere aansluiting. Dat heeft te maken met de ligging van het pand ten opzichte van de riolering in de weg. Als deze niet in vrij verval kan worden aangelegd, is een dure persleiding nodig. De eigenaar van het pand heeft geen invloed heeft op de (hoogte)ligging. Daarom is er geen onderscheid in het tarief gemaakt. Hetzelfde geldt voor het aanleggen van de aansluiting in een weg met gesloten bestrating. De kosten daarvan zijn hoger dan bij aanleg in open bestrating. Ook hierop heeft de eigenaar geen invloed. Er is daardoor geen rechtstreeks verband tussen de lasten en de baten. Een eventueel tekort dekken we vanuit de overige rioolheffingen.

De tarieven zijn alleen afhankelijk van de diameter van de buis die wordt aangelegd. De aanleg van een grotere buis heeft te maken met het soort (gebruik van het) pand dat aangesloten moet worden.

 

Lijkbezorgingsrechten

Deze heffing voeren we kostendekkend uit. Bij de lijkbezorgingsrechten ligt dit vrij ingewikkeld. Mensen betalen afkoopsommen waarmee we lasten in de toekomst dekken. De huidige administratie biedt onvoldoende inzicht in de verplichtingen om te kunnen berekenen hoe groot de voorziening moet zijn. De werkelijke mate van kostendekkendheid op lange termijn is daarom niet goed te bepalen. De voorziening was begin 2013 € 1 miljoen. In 2019 was deze teruggelopen tot iets meer dan € 400.000. De tarieven zijn extra verhoogd om verdere leegloop van de voorziening te voorkomen. De stand in 2022 is bijna € 750.000. Een eventueel verschil tussen lasten en baten verrekenen we met de voorziening.

 

Risico
Nabestaanden kunnen kiezen of ze de overledene laten cremeren of begraven. De prijs voor begraven kan daarbij een rol spelen. Bij te hoge tarieven kan het zijn dat minder nabestaanden voor begraven in Epe kiezen. De opbrengst daalt dan.

 

Er is geen directe relatie tussen de diverse tarieven en de daarmee verbonden lasten. De tarieven zijn historisch gegroeid en verhogen we geïndexeerd. Voor kindergraven hanteren we lagere tarieven.

 

Leges

Het algemene uitgangspunt is dat de legestarieven met de indexatie worden verhoogd.
100% kostendekking is niet het streven. Bij een aantal tarieven is in het verleden onderzocht wat de kostendekkendheid is. Vervolgens zijn ook die tarieven geïndexeerd verhoogd. Omdat die onderzoeken jaren geleden zijn uitgevoerd, benoemen we deze categorie niet afzonderlijk.

Bij de wabo zijn sommige tarieven een percentage van de bouwkosten. Die tarieven blijven gelijk. De bouwkosten stijgen jaarlijks. Dat leidt vanzelf tot een hogere opbrengst.

In het algemeen ronden we tarieven onder de € 100 af op 5 cent en tarieven boven de € 100 op hele euro’s. Dit doen we om de heffing en betaling van de belasting eenvoudig te houden en mede om kosten voor wisselgeld te beperken[1].

Hieronder staat een aantal soorten overwegingen die een rol spelen bij het bepalen van het tarief.

  • Concurrentie:
    Mensen kunnen ook bij andere gemeenten terecht voor deze dienstverlening. We nemen genoegen met minder dan kostendekkende tarieven.
  • Wettelijk:
    Het tarief is wettelijk voorgeschreven, dan wel wettelijk gemaximeerd. We hanteren het wettelijk (maximum) tarief.
  • Ondersteunend:
    Een minder dan kostendekkend tarief stimuleert gewenst gedrag of meer dan kostendekkend tarief ontmoedigt ongewenst gedrag.
  • Kruissubsidie:
    Hier kiezen we ervoor om bepaalde gevallen meer te laten betalen en andere gevallen minder. De gevallen die meer betalen zijn meer dan kostendekkend en de gevallen die minder betalen minder dan kostendekkend.
  • Historisch:
    Er zijn geen andere achterliggende beleidskeuzes bekend. Hieronder vallen ook de tarieven die in het verleden zijn onderzocht en vervolgens geïndexeerd zijn verhoogd.

 


[1]  Besluit 19 december 2002, nr. 2002-14084

 

Hieronder worden per soort de beleidskeuzes aangegeven. Bij de kolom ‘ondersteunend’ is in de voetnoten (kort) de motivering aangegeven. De bron van dit beleid is genoemd, als die bekend is. Dit document wordt de bron voor de gevallen waarin geen bron bekend was.

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening concurentie wettelijk ondersteunend kruissubsidie historisch
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Huwelijk maandag-donderdag 10
Huwelijk vrijdag 10
Huwelijk zaterdag
Sober huwelijk klein gezelschap 11
Sober huwelijk groot gezelschap 11
Huwelijk op locatie
Getuige van gemeente
Trouwboekje
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en NIK
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Rijbewijs
Spoedlevering
Gezondheidsverklaring
Paragraaf 1.4 BRP-verstrekkingen
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken (n.v.t.)
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Plan- of kaartinformatie
Uittreksel
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Verklaring omtrent gedrag
Legaliseren handtekening
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Huisvestingsvergunning
Indeling urgentiecategorie 3 12
Leegstandswet
Kansspelautomaten
Aanvraag art. 2.2 AVOI
Ontheffing art. 87 RVV
Ontheffing art. 87 RVV gehandicapten 13
Gehandicaptenparkeerkaart 13
Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken
Paragraaf 1.10 Diversen
Gewaarmerkt afschrift
Overige beschikking
Stukken op aanvraag
Kopieën
Hoofdstuk 2 Fysieke leefomgeving
Paragraaf 2.1 Definities (geen tarieven)
Paragraaf 2.2 Omgevingsvergunning
Bouwactiviteiten, % van de bouwkosten
Bouwactiviteiten, maximumtarief 14
Verhoging achteraf ingediende aanvraag 15
Niet verder behandelen (4:5 Awb) 16
Planologische strijdigheid
Brandveiligheid
Sloopactiviteiten
Aanleggen weg
Uitweg/inrit
Opslag van roerende zaken
Kappen
Natura 2000-activiteiten
Flora- en fauna-activiteiten
Omgevingsvergunning in twee fasen
Bodemrapport
Advies door andere instantie
Verklaring van geen bedenkingen
Hoofdstuk 2 Fysieke leefomgeving
Paragraaf 2.3 Teruggaaf/vermindering
Intrekken aanvraag
Intrekken vergunning op verzoek
Weigering vergunning
Duurzaamheidsmaatregelen 17
Paragraaf 2.4 Bestemmingswijz. zonder activ.
Aanvragen
Duurzaamheidsmaatregelen 17
Paragraaf 2.5 Overige beschikking
Hoofdstuk 3 Dienstenrichtlijn
Paragraaf 3.1 Horeca
Horeca-exploitatie regulier
Ontheffing sluitingstijd
Horeca-exploitatie plaatselijk non-profit 18
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Evenementen of markten
Evenementen 19
Snuffelmarkt
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.7 Overige besluiten

10. Stimuleren van spreiding van de huwelijksvoltrekkingen over de week.
11. Beperken van het aantal kosteloze huwelijken, bieden van een betaalbaar alternatief. Bron: besluit 2014-41733.
12. Tarief is in overleg met de uitvoerende organisatie bepaald. Bron: besluit 223823.
13. Voorkomen van zware financiële last voor mensen die dit moeten aanvragen. Bron: besluit 2009-61632.
14. Het maximumtarief voorkomt in 2023 dat de legesverordening meer dan 100% kostendekkend is.
15. Stimulans om een aanvraag tijdig in te dienen. Zie ook de toelichting op de Tarieventabel 2023.
16. Stimulans voor het volledig indienen van aanvragen. Bron: Programmabegroting 2016, bijlage 15g.
17. Stimulans voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen. Bron: besluit 2018-08989, bijlage 2.
18. Ondersteuning plaatselijke verenigingen, verlaging regeldruk. Bron: besluit 2009-61632.
19. Stimulans voor organiseren evenementen. Bron: besluit 2009-61632.

Verklaring van gebruikte afkortingen

Verklaring van gebruikte afkortingen

Terug naar navigatie - Verklaring van gebruikte afkortingen
Afkorting Betekenis
afl. aflossing
API application programming interface
APV Algemene plaatselijke verordening
AVE aanpak voorkoming escalatie
AVG Algemene verordening gegevensbescherming
B&B bed and breakfast
B.V. besloten vennootschap
BBV Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
Bbz Besluit bijstandsverlening zelfstandigen
BCF BTW-compensatiefonds
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
BOA buitengewoon opsporingsambtenaar
BOR beheer openbare ruimte
BRP-traject basisrioleringsplan traject
BTW belasting over de toegevoegde waarde
BUIG bundeling van uitkeringen aan gemeenten
BWT bouw- en woningtoezicht
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
CPB Centraal Planbureau
CV commanditaire vennootschap
E-depot Electronisch depot
EMU Europese Monetaire Unie
excl. exclusief
fte fulltime-equivalent
GGD gemeenschappelijke gezondheidsdienst
GWP gemeentelijk watertakenplan
ha. hectare
Halt het alternatief
HRM human resource management
ICT informatie- en communicatie technologie
IKB individueel keuzebudget
IKC integraal kindcentrum
IMOC inflatie materiële overheidsconsumptie
incl. inclusief
IOAW inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
IOAZ inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
IPO Interprovinciaal Overleg
i.r.t. in relatie tot
IT informatietechnologie
KCC klant contact centrum
KNIL Koninklijk Nederlands-Indisch Leger
LED light-emitting diode
MBO middelbaar beroepsonderwijs
MFC multifunctioneel centrum
MIP meerjareninvesteringsplan
MJB meerjarenbegroting
mln. miljoen
MO/BW maatschappelijke opvang en beschermd wonen
nnb nog niet bekend
nntb nog nader te bepalen
N.V. naamloze vennootschap
OAB onderwijs achterstandenbeleid
OMVV Ontwikkelingsmaatschappij Vitale Vakantieparken B.V.
OV openbaar vervoer
OVIJ Omgevingsdienst Veluwe IJssel
Ow Omgevingswet
OZB onroerende-zaakbelasting
PIOFHA-JC personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, huisvesting, automatisering, juridische zaken en communicatie
PLC programmeerbare logische besturing
p.m. pro memorie
PWA Prins Willem Alexander
P-wet Participatiewet
RDW Dienst Wegverkeer
RES regionale energietransitie strategie
RGV voorheen: Recreatie Gemeenschap Veluwe, nu: Leisurelands
ROB Raad voor het Openbaar Bestuur
RSG Rijks Scholengemeenschap N.O.-Veluwe
VFP Vaassen Flexible Packaging B.V.
VMI Veluwse Machine Industrie
VN Verenigde Naties
VNB Veluwse Nuts Bedrijven
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VNOG Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland
VO voortgezet onderwijs
WGR Wet gemeenschappelijke regelingen
Wkb Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
WMO Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Woo Wet open overheid
WOZ waardering onroerende zaken
WSW Wet sociale werkvoorziening / Waarborgfonds Sociale Woningbouw