Financiële verkenningen 2024-2027

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In dit onderdeel wordt het resultaat weergegeven van een verkenning van het financieel meerjarenperspectief voor de periode 2024-2027.
De basis voor deze verkenning is de in november 2022 door de gemeenteraad vastgestelde Programmabegroting (incl. meerjarenbegroting) 2023-2026.
Dit uitgangspunt wordt vervolgens aangevuld met de belangrijkste financiële ontwikkelingen die impact hebben op het financieel meerjarenperspectief. Het gaat hierbij om belangrijke (autonome) ontwikkelingen in de uitgaven en inkomsten en relevante financiële risico's, inclusief de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

Uitgangspunt: Programmabegroting en meerjarenbegroting 2023-2026

Terug naar navigatie - Uitgangspunt: Programmabegroting en meerjarenbegroting 2023-2026

In de huidige (in november 2022 in de raad behandelde) meerjarenbegroting heeft het financiële beeld zich duidelijk gunstig ontwikkeld. Er was aanzienlijke incidentele en structurele financiële ruimte voor ‘nieuw beleid’. Dit gaf mogelijkheden om in deze begroting invulling te geven aan een groot aantal ontwikkelingen en ambities die opgenomen zijn in het raads- en coalitieakkoord. Dit leidde tot een begroting met een hoog niveau aan nieuwe uitgaven en investeringen.

Het beeld werd beïnvloed door een aantal onzekerheden en de daarmee samenhangende risico’s.
Enkele voorbeelden zijn:

  • het effect van de herijking van de algemene uitkering is nog niet uitgekristalliseerd;
  • het kabinet heeft extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor de problematiek in de jeugdzorg, echter de invulling hiervan na 2023 is nog afhankelijk van de invulling en ondertekening van de hervormingsagenda;
  • de economische en politieke ontwikkelingen maken dat de ontwikkeling van de prijzen (met name de energietarieven), de lonen en de rente nogal onzeker zijn; in de begroting is voor de loon- en prijsontwikkeling op de gebruikelijke wijze gerekend met de indices die het CPB afgeeft (juni 2022) en die bij de bepaling van de algemene uitkering (meicirculaire) worden gebruikt;
  • op het gebied van onderwijshuisvesting zullen de komende jaren hoge investeringen nodig zijn om aan de verplichting te kunnen voldoen die we als gemeente hebben;
  • hoge noodzakelijke uitgaven voor huisvesting van asielzoekers, statushouders en vluchtelingen waarvan de ontwikkeling nog onzeker is;

In de vastgestelde begroting zijn (financiële) maatregelen opgenomen om deze risico’s af te dekken, voor zover we deze konden inschatten.

De vastgestelde meerjarenbegroting en de beleidsmatige invulling hiervan, vormen de basis voor de nieuwe bestuursperiode 2022-2026.

Financiƫle ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Financiƫle ontwikkelingen

Ten opzichte van het beeld in de meerjarenbegroting 2023-2026 worden de volgende ontwikkelingen genoemd die invloed hebben op het financieel meerjarenperspectief voor de periode 2024-2027.

Algemene uitkering gemeentefonds
De financiële positie van de gemeente wordt sterk bepaald door de onzekerheid over de ontwikkeling van de algemene uitkering.

Ontwikkeling t/m 2025
De meicirculaire 2022 van de algemene uitkering liet een positieve ontwikkeling zien in het ‘accres’. Het rijk heeft deze ontwikkeling voor de jaren t/m 2025 ‘vastgeklikt’, waardoor voor de gemeenten meer zekerheid ontstaat over het verloop. Onderdeel hiervan is dat voor de jaren 2022 t/m 2025 incidenteel een voordeel ontstaat door het schrappen van de zgn. ‘opschalingskorting’. Met deze voordelen is in de huidige begroting rekening gehouden. Vanaf 2026 daalt de algemene uitkering sterk.

Extra prijsbijstelling 2022
In de Najaarsnota 2022 heeft het kabinet aangekondigd een extra prijsbijstelling over 2022 uit te keren in verband met de uitzonderlijke prijsstijgingen voor 2022. Het Rijk heeft dit in de Voorjaarsnota 2023 opgenomen, echter deze is aanzienlijk lager dan eerder aangekondigd. De verdeling wordt naar verwachting in de meicirculaire 2023 bekend gemaakt. Tot die tijd blijft het onzeker in welke mate Epe het hogere accres voor loon- en prijsontwikkeling van uitkeringsjaar 2022 krijgt.

Aanpassing financieringssystematiek
Op landelijk niveau wordt gewerkt aan een aanpassing van de financieringssystematiek van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2026. Daardoor is er nu onduidelijkheid over de hoeveelheid geld die gemeenten op de langere termijn krijgen uit het gemeentefonds: in de Voorjaarsnota (28 april 2023) kondigde het Kabinet aan dat per 2026 van de ‘trap-op-trap-afsystematiek’ wordt afgestapt. Deze systematiek bepaalt dat wanneer het Rijk meer geld uitgeeft, gemeenten en provincies meer geld krijgen (en andersom).
Vanaf 2027 wordt het Gemeentefonds volgens de Voorjaarsnota geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. De ontwikkeling van het bbp is volgens het Kabinet een objectieve en onafhankelijke maatstaf voor zowel volumecomponenten, die een kostenverhogende werking hebben (zoals bevolkingsgroei), als voor de loon- en prijsontwikkeling.

Eenmalige bijdrage voor 2026, vanaf 2027 ook structureel beschikbaar
In aanloop naar de nieuwe financieringssystematiek heeft het kabinet in de septembercirculaire 2022 eenmalig een bedrag voor Epe van ongeveer € 1,5 mln. voor 2026 voor de algemene uitkering beschikbaar gesteld. In de Voorjaarsnota heeft het Kabinet nu aangegeven dat het eenmalige bedrag voor 2026 vanaf 2027 structureel beschikbaar zal komen. Hierdoor ontstaat voor gemeenten naar verwachting meer (structurele) ruimte op de begroting om bijvoorbeeld investeringen te doen, want deze drukken ook ná 2026 nog op de begroting.


Nadere analyse financiële positie gemeenten in Nederland
De VNG heeft door een adviesbureau een nadere analyse laten maken van een eerdere benchmark van gemeentelijke jaarrekeningen 2021. Deze nadere analyse bevestigt het beeld dat gemeenten in 2026 met grote tekorten te maken krijgen en geeft inzicht in de onderliggende financiële trends. In het rapport komt op twee belangrijke onderdelen een zorgwekkend beeld naar voren: zowel de structurele exploitatieruimte als het solvabiliteitsratio laten een dalende trend zien. De structurele exploitatieruimte laat zien of gemeenten voldoende middelen hebben om de eigen jaarlijkse lasten te dragen. De solvabiliteitsratio geeft aan of gemeenten voldoende buffers hebben om tegenvallers op te vangen. Met relatief kleine verschillen is deze dalende trend in het hele land en in alle provincies terug te zien.
De VNG waarschuwt al sinds het verschijnen van het coalitieakkoord in 2021 dat de aanpak van het rijk grote gevolgen gaat hebben voor de financiële positie van gemeenten. Deze cijfers laten zien dat als het kabinet niet snel met een structurele en adequate oplossing komt investeringen op alle fronten gaan teruglopen. Ook op voor het kabinet belangrijke dossiers als woningbouw, energietransitie en klimaatadaptatie.


Jaarrekening 2022
De concept jaarrekening van Epe laat voor boekjaar 2022 - naar het zich nu laat aanzien - een aanzienlijk positief financieel resultaat zien. Het college zal aan de raad een voorstel doen over de bestemming van het financiële resultaat.

Ontwikkeling prijzen, lonen en rente

  • Er is sprake van sterke stijging (indexering) van prijzen (o.a. energie) en lonen (cao 2023); voor 2024 moet rekening worden gehouden met een prijsstijging van 7,5% (inclusief het effect van de niet begrote extra toename voor 2023) en een loonkostenstijging van 9,4% (voor de helft veroorzaakt door het effect van de nieuwe cao voor 2023); dit werkt (structureel) door in de begroting voor 2023 en 2024 en verder; verwacht wordt dat het rijk hiervoor (gedeeltelijke)
    compensatie zal geven in de algemene uitkering.
  • De sterke stijging van de bouwkosten (incl. materialen) heeft aanzienlijke gevolgen voor investeringsprojecten zoals mobiliteitsprojecten en huisvesting van onderwijsvoorzieningen. Het maakt keuzes noodzakelijk over hoe om te gaan met de nu beschikbare budgetten.
  • Na jaren van lage rentestanden brengt de stijgende rente van de laatste tijd het risico met zich mee van structureel hogere rentelasten in de gemeentebegroting.
  • Met betrekking tot de hoge energiekosten is er nog geen duidelijkheid over compensatie door het rijk voor het opzeggen van het contract met Gazprom; in de huidige begroting is een stelpost opgenomen voor 2023-2025 voor het risico van de hoge energiekosten.
  • Ook in 2023 wordt naar verwachting voor huishoudens een energietoeslag van € 1.300 toegekend aan minima. Er blijft onzekerheid over de verdere ontwikkeling van de energieprijzen.
  • Uitvoering van het beleidskader aanpak energiecrisis (in voorbereiding): voor 2024 en verder zullen voor de uitvoering van het kader, afhankelijk van te maken keuzes in de uitgaven, nog de financiële middelen moeten worden aangewezen.


Ontwikkelingen vanuit beleidsmatige onderwerpen

  • Hervormingsagenda jeugdzorg: zeer recent is een principeakkoord over de financiën hervormingsagenda jeugdzorg bereikt tussen de VNG en het rijk. In Epe is al wel een beleidskader vastgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan de lijnen uit de eerdere concept-hervormingsagenda.
  • Hoge uitgaven voor onderwijshuisvesting: De komende jaren zullen conform het IHP hoge uitgaven gedaan moeten worden voor huisvesting van het onderwijs. Hiervoor is gestart met het opbouwen van een flinke reservering. De komende jaren zal het echter noodzakelijk blijven om aanvullend hierop forse bedragen opzij te zetten.
  • Om vanuit de door de raad vastgestelde visie toekomstbestendige maatschappelijke accommodaties te kunnen realiseren, zijn voldoende financiële middelen nodig voor de projectorganisatie en voor de uitvoering van concrete huisvestingsmaatregelen; het noodzakelijke meerjarig inzicht in de te verwachten investeringen hiervoor moet nog worden opgesteld.
  • Voor de uitgaven voor huisvesting en opvang van statushouders, asielzoekers, vluchtelingen en overige doelgroepen zijn door de raad middelen beschikbaar gesteld. Vooralsnog lijken deze middelen, aangevuld met de middelen die van het rijk worden ontvangen, toereikend.
  • Ontwikkelingen op het gebied van de Omgevingswet (invoering nu 1-1-2024), aanpassing aan de klimaatveranderingen en de overschakeling op andere energiebronnen (klimaat- en energietransitie) brengen een grote opgave met bijbehorende kosten voor de gemeente met zich mee. Hier staan ook inkomsten van het rijk tegenover.
  • Coronasituatie: met een forse gemeentelijke reserve konden tot en met 2022 uitgaven voor acute problematiek, overbrugging en herstel worden opgevangen; afbouw van de laatste verplichtingen vindt plaats in 2023. Daarnaast zijn er nog specifieke stimuleringsmaatregelen opgenomen die ten laste van deze middelen worden bekostigd. Van de resterende middelen in de reserve wordt voorgesteld deze in te zetten ter bestrijding van de energiecrisis.


Budget raadsinitiatieven

Bij de begrotingsbehandeling 2023-2026 (november 2022) is door het college toegezegd om op dit onderwerp terug te komen bij de Perspectiefnota 2024-2027. Het college ziet vooralsnog onvoldoende aanleiding om het initiatief te nemen voor het instellen van een specifiek budget voor raadsinitiatieven. Voor de uitvoering van het beleid ziet het college voldoende mogelijkheden binnen de huidige opzet van de begroting. Binnen het nieuwe subsidiebeleid hebben we een budget beschikbaar voor (onvoorziene) aanvragen die lopende het jaar binnen komen. Gebruik maken van de bestaande subsidieregelingen heeft als voordeel dat op deze manier voor iedereen de regels voor aanvragen
helder zijn en het past binnen de geldende werkprocessen, waardoor ook de rechtmatigheid geborgd is. Daarnaast is ook de algemene post ‘onvoorzien’ beschikbaar voor uitgaven die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn.
Bijsturing kan zo nodig plaats vinden binnen de mogelijkheden van de planning en controlcyclus.


Doorlichting/herijking gemeentebegroting
In het coalitieakkoord is vastgelegd dat het de bedoeling is om het bestaande beleid te laten herijken/doorlichten. In de begroting is deze actie opgenomen voor 2024.