Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - baten en lasten 2019

 

 

(bedragen x € 1.000) Raming 2020 voor wijziging Raming 2020 na wijziging Realisatie 2020
Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
Programma’s
1. Opgroeien in Epe 620 13.921 -13.301 570 13.964 -13.394 454 11.678 -11.224
2. Actief in Epe 506 4.462 -3.956 541 4.208 -3.667 662 4.545 -3.883
3. Zorg en opvang 267 10.707 -10.439 267 10.806 -10.538 950 10.771 -9.821
4. Leefbaar en veilig 2 2.289 -2.287 2 2.279 -2.277 - 2.019 -2.019
5. Ruimte en wonen 3.217 3.730 -513 3.217 4.050 -833 2.393 3.954 -1.561
6. Epe op orde 1.144 6.956 -5.812 1.116 7.078 -5.963 1.235 6.898 -5.663
7. Duurzaamheid 7.260 7.446 -186 7.505 7.593 -89 7.203 7.764 -561
8. Toezicht en handhaving 107 1.239 -1.132 107 1.223 -1.116 89 1.523 -1.434
9. Bedrijvigheid 8 790 -782 8 824 -817 38 828 -790
10. Weer aan het werk 6.830 15.378 -8.548 6.830 15.272 -8.442 9.990 17.791 -7.801
11. Bestuur en organisatie 385 3.036 -2.651 385 3.008 -2.622 340 3.374 -3.034
Saldo v.d. programma’s 20.347 69.955 -49.607 20.549 70.305 -49.757 23.353 71.145 -47.792
Algemene dekkingsmiddelen:
- Lokale heffingen 8.594 457 8.137 8.601 505 8.097 8.226 505 7.721
- Algemene uitkering 48.875 124 48.751 49.008 121 48.886 51.170 - 51.170
- Dividend 172 6 166 172 6 166 82 5 77
- Financieringsfunctie 1.624 -121 1.745 1.624 -121 1.745 1.585 153 1.432
- Overige - 125 -125 - 125 -125 5 -71 76
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen 59.265 591 58.674 59.405 635 58.770 61.067 592 60.476
Overhead - 9.790 -9.790 - 9.018 -9.018 - 9.284 -9.284
Heffing Vennootschapsbel. - - - - - - - - -
Onvoorziene uitgaven - 89 -89 - 80 -80 - - -
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten 79.612 80.425 -813 79.954 80.038 -84 84.421 81.021 3.400
Mutaties in reserves
1. Opgroeien in Epe 89 529 -440 89 529 -440 58 2.518 -2.460
2. Actief in Epe 3 5 -1 3 5 -1 186 6 180
3. Zorg en opvang 376 59 317 376 59 317 376 1.983 -1.607
4. Leefbaar en veilig - - - - - - - - -
5. Ruimte en wonen 1.302 525 776 1.483 525 957 2.338 551 1.787
6. Epe op orde 1.045 341 704 1.067 341 726 1.382 401 980
7. Duurzaamheid 319 13 306 319 13 306 44 9 35
8. Toezicht en handhaving - - - - - - - - -
9. Bedrijvigheid - - - - - - - - -
10. Weer aan het werk 1.274 67 1.207 1.274 67 1.207 1.274 1.176 98
11. Bestuur en organisatie 6.063 6.122 -60 10.187 11.412 -1.225 9.432 11.268 -1.836
Algemene dekkingsmidd. 445 2.643 -2.197 445 2.643 -2.197 425 330 96
Overhead 851 635 216 1.390 956 434 841 1.026 -184
Totaal mutaties in reserves 11.767 10.938 829 16.633 16.549 84 16.356 19.268 -2.911
Gerealiseerd resultaat 91.378 91.363 15 96.587 96.587 - 100.777 100.289 488

Toelichting op de baten en lasten

Begrotingsrechtmatigheid

Terug naar navigatie - Begrotingsrechtmatigheid

Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. Uitgangspunt is dat begrotingsoverschrijdingen onrechtmatig zijn. Er zijn echter situaties waarbij overschrijdingen binnen het door de raad uitgezette beleid vallen en binnen het doel blijven waarvoor het budget beschikbaar is gesteld. Hierbij kan gedacht worden aan overschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct daaraan gerelateerde opbrengsten (bijvoorbeeld via subsidies en kostendekkende omzet) en overschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen. In deze gevallen hebben de overschrijdingen geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid. Zie hiervoor de Kadernota Rechtmatigheid 2018 van de Commissie BBV.

 

In onderstaand overzicht zijn de programma's opgenomen waarbij sprake is van een overschrijding van de lasten, met daarbij een verklaring in hoeverre de afwijking past binnen het door de raad geformuleerde beleid. Voor een nadere uitwerking van de verschillen wordt verwezen naar de financiële analyse van de programma’s. De raad autoriseert deze kostenoverschrijdingen met het vaststellen van de jaarrekening.

Programma Begrotingsafwijking lasten Verklaring voor verschil Conclusie
Begroot Werkelijk Verschil
2. Actief in Epe 4.208 4.545 -337 De hogere lasten zijn in hoofdzaak veroorzaakt door hogere uitgaven voor subsidies aan accommodaties, gedeeltelijk als gevolg van de coronacrisis. Deze worden gedekt door onttrekkingen aan reserves of door de compensatie-uitkeringen van het rijk en de provincie in het kader van de coronacrisis. Extra uitgaven passen binnen het beleid of worden gecompenseerd door daaraan gerelateerde inkomsten; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
7. Duurzaamheid 7.593 7.764 -171 De hogere lasten zijn in hoofdzaak veroorzaakt doordat een deel van de kosten voor de uitvoering van het nieuwe grondstoffenplan al in 2020 zijn gemaakt. Dit is gerapporteerd in de voortgangsrapportage 2020. Daarnaast zijn in de eerste fase van het project Centrumplan Vaassen extra kosten gemaakt voor een bodemsanering, uitgevoerd tijdens de werkzaamheden aan het riool. Deze kosten waren voorzien en worden ten laste van de voorziening voor riolering gebracht. De extra uitgaven passen binnen het beleid en worden (wat betreft bodemsanering) gedekt uit de beschikbare voorziening; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
8. Toezicht en handhaving 1.223 1.523 -300 De hogere lasten zijn veroorzaakt door hogere uitgaven voor inhuur voor toezicht en handhaving. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het rijk en de provincie ontvangen compensatie-uitkeringen in het kader van de coronacrisis. Daarnaast is er een hogere toerekening van interne loonkosten aan dit programma, die wordt gecompenseerd door voordelen op andere programma’s. Een totaalanalyse van de loonkosten is opgenomen in bijlage 1. Extra uitgaven passen binnen het beleid of worden gecompenseerd door daaraan gerelateerde inkomsten; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
9. Bedrijvigheid 824 828 -4 De hogere lasten zijn veroorzaakt door een hogere toerekening van interne loonkosten aan dit programma, die wordt gecompenseerd door voordelen op andere programma’s. Een totaalanalyse van de loonkosten is opgenomen in bijlage 1. Extra uitgaven passen binnen het beleid; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
10. Weer aan het werk 15.272 17.791 -2.519 De hogere lasten zijn veroorzaakt door de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De regeling is in de loop van 2020 in werking getreden in het kader van de coronacrisis met als doel om de nadelige effecten van de maatregelen voor zelfstandigen op te vangen. Gemeenten voeren deze regeling uit en hebben hiervoor een specifieke uitkering van het rijk ontvangen, waardoor de uitgaven op basis van nacalculatie volledig worden vergoed. Extra uitgaven worden gecompenseerd door daaraan gerelateerde inkomsten; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
11. Bestuur en organisatie 3.008 3.374 -366 De hogere lasten worden veroorzaakt doordat een extra toevoeging nodig is aan de voorziening voor pensioenen van politieke ambtsdragers, die het gevolg is van een lagere voorgeschreven rekenrente voor de berekening van de noodzakelijke hoogte van de voorziening. Ook heeft in 2020 een afrekening over een aantal jaren plaats gevonden in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor de bouwgrondexploitatie. Deze lasten worden gedekt uit de reserve bouwgrondexploitatie. En ook is op dit programma de stelpost opgenomen voor de verlaging van de rentelasten van 3% naar 2,4%, waarvan de realisatie verantwoord is op het programma algemene dekkingsmiddelen; in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen, waarvan deze stelpost een onderdeel is. Extra uitgaven zijn veroorzaakt door wettelijke verplichtingen of ze passen binnen het bestaande (financiële) beleid; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
Overhead 9.703 9.768 -65 De hogere lasten zijn voornamelijk veroorzaakt door hogere juridische advieskosten en een hogere toerekening van interne loonkosten aan dit programma. Daar staat een lagere doorberekening van kapitaallasten tegenover. Een totaalanalyse van de loonkosten en de kapitaallasten is opgenomen in bijlage 1 en 2. Extra uitgaven passen binnen het beleid; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
Resultaat bestemming 16.549 19.268 -2.719 De hogere ‘lasten’ zijn veroorzaakt doordat het saldo van de toevoegingen aan reserves resulteert in meer toevoegingen aan reserves dan begroot. De grootste afwijkingen betreffen de toevoegingen van het (voordelig) resultaat op het sociaal domein, de uitvoering van de BUIG, participatie, bouwgrondexploitatie (resultaten complexen) en organisatieontwikkeling (personele budgetten). Een uitgebreide toelichting/specificatie is opgenomen in de analyse van de resultaatbestemming. Betreft uitvoering van bestaand beleid en werkwijze; in lijn met begroting dan wel besluitvorming van de raad; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.
Investeringen Hogere uitgaven dan begroot Op twee in 2020 afgesloten investeringskredieten is een overschrijding (groter dan € 25.000) op de uitgaven ontstaan. Een toelichting hierop is opgenomen in bijlage 2 van deze jaarstukken. Past binnen het beleid; geen effect op het oordeel over de rechtmatigheid.

Financiële analyses per programma

1 | Opgroeien in Epe

Terug naar navigatie - wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 13.921 13.964 11.678 2.286
Baten 620 570 454 -116
Saldo -13.301 -13.394 -11.224 2.170
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· De begroting van de zorg in natura (ZIN) en de landelijke/ bovenregionale ingekochte zorg is gerelateerd aan de werkelijke uitgaven in 2018. De bestedingen zijn gebaseerd op de gedeclareerde zorg en een inschatting op basis van productieverantwoordingen van zorgaanbieders van de door hen in 2020 geleverde zorg. Dit leidt tot een voordeel op de zorg in natura (€ 1.442.000). Doordat eind 2019 een aantal Landelijke zorg trajecten gestart zijn welke in 2020 doorlopen, ontstaat op deze zorg een nadeel in 2020 (€ 136.000). In totaal resulteert dit in een voordeel. 1.306
· In 2020 is er meer gebruik gemaakt van jeugdbescherming trajecten dan in het basisjaar 2018. Deze toename komt voornamelijk vanuit andere 'goedkopere' zorgproducten binnen de jeugdbescherming wat zorgt voor een stijging van € 60.000. 60
· De kosten in het kader van de persoonsgebonden budgetten (PGB's) zijn gebaseerd op de uitgaven via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit levert een voordeel op. Definitieve afrekening op basis van de werkelijke uitgaven van de SVB vindt naar verwachting begin 2021 plaats. 28
Alle hierboven genoemde onderdelen worden verrekend met de reserve risico sociaal domein en hebben geen invloed op het resultaat.Voor het totaalbeeld van de gedecentraliseerde taken Wmo en jeugdzorg wordt verwezen naar de paragraaf sociaal domein.
Overige voor- en nadelen:
· De invoering van de uitbreiding van Vve uren van 10 naar 16 uur is uitgesteld van 1 januari 2020 naar 1 augustus 2020 (€ 130.000). Daarnaast is door de coronacrisis geen geld uitgegeven voor taalondersteuning in voor- en vroegschool en ouderbetrokkenheid (€ 30.000). 156
· In 2020 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de wijze van beheer bij een Integraal Kind Centrum. Deze kosten worden gedekt uit de reserve onderwijshuisvesting. -26
· Vanaf 1 september 2019 is het binnen het routegebonden vervoer (jeugdwet-, dagbesteding- en leerlingenvervoer) mogelijk om de werkelijke kosten op reizigersniveau per gemeente te berekenen. Voor onze begroting 2020 gold echter nog een andere vereveningssystematiek. De nieuwe vastgestelde vereveningssystematiek leidt tot een jaarlijks structureel voordeel van ruim twee ton. Daarnaast is er een incidentele onderschrijding omdat er minder leerlingenvervoer is geweest als gevolg van de schoolsluiting in de eerste helft van 2020. Vervoerders zijn hier conform de landelijke richtlijnen voor gecompenseerd. 249
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 512
Baten:
· De baten in 2020 voor het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn hoger dan begroot. Niet bestede baten worden gestort in de VOB OAB en kunnen gedurende de OAB periode (2019-2022) worden besteed. -126

2 | Actief in Epe

Terug naar navigatie - wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 4.462 4.208 4.545 -337
Baten 506 541 662 121
Saldo -3.956 -3.667 -3.883 -216
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Het college heeft in 2019 besloten om bij te dragen aan de investering voor de renovaties van kunstgrasvelden om zo de accommodatie toekomstbestendig te maken. Deze kosten zijn gemaakt in 2020 en worden gedekt uit de reserve renovatie kunst- en natuurgrasvelden -63
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft op dit programma uitgaven voor aanvullende subsidies. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het rijk ontvangen compensatie-uitkering (verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -235
· In 2020 is een subsidie verstrekt ten behoeve van het samenwerkingsplan Zichtstede. Dit wordt grotendeels gedekt vanuit de reserve Accomodaties II. -145
Baten:
· In 2020 is een subsidie lager vastgesteld dan beschikt. Hiervoor is een terugbetaling opgenomen, waardoor de baten in 2020 hoger zijn. 116

3 | Zorg en Opvang

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 10.707 10.806 10.771 35
Baten 267 267 950 683
Saldo -10.440 -10.539 -9.821 718
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· De Wmo dagbesteding is getransformeerd naar een voorliggende voorziening, de Buurtpunten. Hierdoor worden er minder maatwerkvoorzieningen verstrekt. 410
· In de begroting 2020 is rekening gehouden met een procentuele bijdrage (€ 200.000) aan centrumgemeente Apeldoorn voor de uitvoering van Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (Oggz). Na het opstellen van de begroting is gekozen om deze taak zelf in te kopen. Vanwege o.a. ziekte onder personeel en corona (dit maakte het moeilijk om contact met inwoners te leggen) zijn er minder uren vanuit de Oggz ingezet in 2020 dan verwacht. 150
· Voor het opstellen van de begroting 2020 is bij individuele begeleiding de werkelijke uitgaven uit 2018 als basis genomen. De afgelopen jaren is een grotere stijging van het aantal cliënten zichtbaar dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. -525
· In 2020 is er ten opzichte van de begroting minder uitgegeven aan pgb’s voor begeleiding Wmo. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) factureert maandelijks een bedrag aan de gemeente voor de verwachte uitgaven. De uitgaven van budgethouders lagen in 2020 lager dan in de begroting is opgenomen. Een oorzaak hiervoor is waarschijnlijk dat vanwege de coronacrisis minder begeleiding is geleverd er in 2020. 105
· In 2020 is minder dagbestedingsvervoer geweest als gevolg van de coronacrisis en de hiermee samenhangende maatregelen. Dit leidt dit tot minder uitgaven omdat er geen taxikosten betaald hoeven te worden. Vervoerders zijn hiervoor gecompenseerd conform de landelijke richtlijnen. 41
· Vanwege de coronacrisis is er minder gebruik gemaakt van kortdurend verblijf. Daarnaast is de pilot Logeerzorg in maart afgerond. In de pilotperiode zijn mantelzorgers extra gestimuleerd om gebruik te maken van deze voorziening. 26
Alle hierboven genoemde onderdelen worden verrekend met de reserve risico sociaal domein en hebben geen invloed op het resultaat. Voor het totaalbeeld van de gedecentraliseerde taken Wmo en jeugdzorg wordt verwezen naar de paragraaf sociaal domein.
Overige voor- en nadelen:
· In 2019 zijn de werkelijke uitgaven voor de levering van scootmobielen behoorlijk toegenomen. Deze stijging heeft zich in 2020 gestabiliseerd. De stijgende vraag naar scootmobielen (€ 25.000) en daarmee ook het onderhoudkosten (€ 189.000) is te relateren aan de demografische ontwikkeling en de aanzuigende vraag naar Wmo hulpmiddelen in verband met de invoering van het abonnementstarief. -214
· In 2020 is minder vraagafhankelijk vervoer geweest als gevolg van de coronacrisis en de hiermee samenhangende maatregelen. Dit leidt tot minder uitgaven omdat er geen taxikosten betaald hoeven te worden. Vervoerders zijn hiervoor gecompenseerd conform de landelijke richtlijnen. 286
· In 2020 hebben we te maken gehad met 3 woningaanpassingen die meer dan € 25.000 hebben gekost. Dit zorgt ervoor dat we in 2020 een grote overschrijding hebben op het budget voor de woningaanpassingen. Daarnaast merken we dat mensen langer thuis blijven wonen en daardoor ook eerder een beroep doen op de Wmo voor bijvoorbeeld een traplift of hulpmiddelen. Met de invoering van het abonnementstarief is het financieel ook aantrekkelijker geworden om een maatwerkvoorziening aan te vragen via de Wmo. -284
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. 76
Baten:
· Gemeente Apeldoorn voert als centrumgemeente het beleid Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen uit. Hiervoor krijgen zij geld vanuit het Rijk. In 2018 zijn er minder uitgaven voor Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen. Met de betreffende gemeente is afgesproken dat de overgebleven middelen herverdeeld worden. Het te ontvangen deel van Epe wordt gestort in de reserve risico sociaal domein 512
· In de septembercirculaire zijn extra structurele middelen opgenomen in de Decentralisatie Uitkering Vrouwen Opvang (DUVO). Gemeente Apeldoorn heeft deze middelen als centrumgemeente ontvangen. Binnen de aanpak huiselijk geweld waren er geen mogelijkheden om deze extra middelen in 2020 nog in te zetten. Alle regiogemeenten dragen uit eigen middelen bij aan de begroting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland en kampen met tekorten op de budgetten sociaal domein. Daarom is besloten het overschot over te hevelen naar de regiogemeenten. Het budget kan worden ingezet voor onder andere het uitvoeren van lokale acties uit de uitvoeringsagenda. Het te ontvangen deel van Epe wordt gestort in de reserve risico sociaal domein 91
· Bij het opstellen van de begroting 2020 is er van uitgegaan dat de eigen bijdragen voor vervoer door de GR Basismobiliteit (PlusOV) verrekend zouden worden met de vervoerslasten. Omdat de eigen bijdragen echter als opbrengsten moeten worden gepresenteerd, ontstaat een voordeel in de baten. 37

4 | Leefbaar en Veilig

Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Als gevolg van de coronasituatie zijn de uitgaven bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) in 2020 aanzienlijk achtergebleven bij de begrote uitgaven. Onder meer oefeningen zijn niet doorgegaan en de crisisbestrijding leidde tot 'verdringing' van het reguliere werk. Daarnaast is de uitvoering van de Toekomstvisie nog niet op het beoogde niveau. Het financiële voordeel heeft er toe geleid dat de bijdrage van Epe aan de VNOG lager is. Een bedrag van € 169.000 wordt daardoor terug ontvangen. 169
· Diverse oorzaken hebben geleid tot een overschrijding op het onderhoud van de brandweerkazernes, uitgevoerd door de veiligheidsregio (VNOG). Het betreft onder andere onverwachte kosten van het herstel van de vloer van de kazerne in Oene, verplichte NEN-keuringen bij de kazernes, die eens in de 4-5 jaar moeten plaats vinden voor de elektrische installatie en kosten in verband met het noodzakelijk overzetten van het inbraakalarm van ISDN naar een internetprotocol. Daarnaast waren er meer dan gemiddeld controles nodig en waren er storingen die moesten worden opgelost. -30
· Hier staat tegenover dat de stelpost voor aanpassingen in de huisvesting van de brandweer niet behoefde te worden ingezet. 20
· Enkele structurele budgetten en een stelpost voor bevorderen leefbaarheid / gebiedsgericht werken zijn in 2020 niet ingezet voor dit doel door een tijdelijk lagere bezetting op dit beleidsveld. 66
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving zijn toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is hierdoor op dit programma een nadeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. -7
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 15

5 | Ruimte en Wonen

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 3.730 4.050 3.954 96
Baten 3.217 3.217 2.393 -824
Saldo -513 -833 -1.561 -728
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 101
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. 13
· Gelet op de ontwikkelingen in een juridische (schadestaat) procedure moet rekening worden gehouden met een schadebedrag en bijkomende kosten. Dit bedrag is in een voorziening opgenomen. Dekking vindt plaats uit de reserve bouwgrondexploitatie. -457
· Er is relatief weinig advies gevraagd aan SAOZ naar aanleiding van planschadeverzoeken. Daarnaast speelde in 2020 de coronacrisis. Er zijn weinig nieuwe initiatieven geweest, waar advies voor nodig was of dat er situaties zich voordeden waar specifiek advies voor nodig was. De grote lopende ontwikkelingen zijn vooral door externe partijen geïnitieerd, wat inhoudt dat de kosten ook daar lagen. 65
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft op dit uitgaven voor inhuur. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het rijk ontvangen compensatie-uitkering verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -171
· Er zijn minder welstandsadviezen nodig geweest doordat er minder grote bouwprojecten waren, maar meer kleine (ver)bouwprojecten. 29
· Voor lagere lasten bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Dit wordt verrekend met de reserve bouwgrondexploitatie waardoor dit geen effect heeft op het saldo van de jaarrekening. 453
Baten:
· Er zijn meer vergunningaanvragen voor kleinere (ver)bouwprojecten ontvangen. Hierdoor vielen de bouwkosten per aanvraag lager uit en daaraan gerelateerd de leges opbrengsten. Oorzaak van meer kleinere (ver)bouwprojecten komt vermoedelijk door de coronapandemie en thuiswerken, waardoor mensen behoefte hadden aan kleine aanpassingen aan woning of bijgebouw. Een aantal grotere bouwprojecten dat was begroot, is door de coronacrisis niet aangevraagd. Vooral het participeren met de omgeving van de bouwlocatie is door corona een grote vertragende factor gebleken; naar schatting zo’n 1 tot 1,5 jaar. Verwachting is dat voor deze grotere bouwprojecten in 2021 alsnog vergunningen worden aangevraagd. Tegenover de lagere opbrengst staat een lagere storting in de reserve bouwleges, zodat dit geen effect heeft op het saldo van de jaarrekening. -234
· Voor de lagere baten bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. De winsten zijn conform het beleid toegevoegd aan de reserve bouwgrondexploitatie en hebben daardoor geen effect op het saldo van de jaarrekening. -512
· Er zijn minder servicelasten gemaakt en daarom ook minder lasten doorberekend aan Tribuut. Dit leidt tot lagere inkomsten. Een deel van de opbrengst is geboekt op programma 13. Daar ontstaat een voordeel van € 12.000. Per salo is het nadeel € 29.000. -41
· Er was rekening gehouden met hogere huurinkomsten in verband met de verbouwing van Tribuut. Met Tribuut is na het opstellen van de begroting overeengekomen dat deze verhoging in gaat per 2021. -20

6 | Epe op orde

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 6.956 7.078 6.898 180
Baten 1.144 1.116 1.235 119
Saldo -5.812 -5.962 -5.663 299
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· De winterseizoenen in het begin en einde van 2020 zijn zachter geweest dan een gemiddeld winterseizoen. Hierdoor is minder inzet nodig geweest voor gladheidsbestrijding en is er minder zout gebruikt. 34
· In de eerste fase van het project Centrumplan Vaassen is een bodemsanering uitgevoerd. De kosten daarvan zijn gedekt uit de reserve structuurvisie en hebben daarmee geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -130
· In de eerste voortgangsrapportage van 2019 is al gemeld dat in het project Apeldoornseweg Vaassen onverwacht een bodemsanering noodzakelijk was. -64
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft uitgaven voor het aanbrengen van markeringen en belijningen in de centra. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het Rijk ontvangen compensatie-uitkering (verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -58
· Als gevolg van werkzaamheden van nutsbedrijven in de openbare ruimte zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan wegverhardingen. Deze kosten worden via een degeneratievergoeding verhaald op de nutsbedrijven en hebben daarom geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -22
· Omdat er in 2020 meer begrafenissen plaatsvonden dan het gemiddelde waarop de begroting was gebaseerd heeft er geen onttrekking plaatsgevonden aan de voorziening begraven maar heeft er een toevoeging aan die voorziening plaatsgevonden. -65
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. 44
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 478
Baten:
· Als nutsbedrijven werkzaamheden uitvoeren die van invloed zijn op wegverhardingen dan ontvangt de gemeente daarvoor een vergoeding van hen. Vanwege het onzekere karakter worden deze vergoedingen niet als inkomsten in de begroting opgenomen. In 2020 zijn wel vergoedingen van nutsbedrijven ontvangen. Deze vergoeding wordt verrekend met de reserve herstel schade nutsbedrijven waardoor dit geen invloed heeft op het saldo van de jaarrekening. 84
· In 2020 hebben er meer begrafenissen plaatsgevonden dan het gemiddelde waarop de begroting gebaseerd is. Hierdoor zijn er meer inkomsten uit begraafrechten en afkoop van onderhoud binnengekomen en heeft de geraamde onttrekking uit de voorziening begraven niet plaatsgevonden. Door de verrekening met de voorziening heeft dit voordeel geen effect op het saldo van de jaarrekening. 46

7 | Duurzaamheid

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 7.446 7.593 7.764 -171
Baten 7.260 7.505 7.203 -302
Saldo -186 -88 -561 -473
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft uitgaven voor het inzamelen van grondstoffen. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het Rijk ontvangen compensatie-uitkering (verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -20
· In de eerste fase van het project Centrumplan Vaassen is een bodemsanering uitgevoerd tijdens de werkzaamheden aan het riool. De kosten daarvan waren voorzien en worden ten laste van de voorziening voor riolering gebracht. Daarmee heeft dit geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -101
· In het gemeentelijk rioleringsplan was opgenomen dat in 2020 er een nieuw Gemeentelijk Waterplan opgesteld zal worden. In 2020 is aan dat plan gewerkt. De kosten daarvan worden ten laste van de voorziening voor riolering gebracht en hebben daarmee geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -28
· Axent voert voor de gemeente jaarlijks reiniging van riolering (35 km) en inspecties van riolering (15 km) uit. Omdat in het voorgaand jaar het aantal kilometers niet gehaald is, heeft er in 2020 een inhaalslag plaatsgevonden. Daarnaast bleek er uit de inspecties van 2020 dat er meer wortelgroei in het riool aanwezig was dan verwacht. Dit is voor de garantie van een goede doorstroming direct verwijderd. Daarnaast is het energieverbruik van de rioolgemalen hoger. Deze kosten worden gedekt vanuit de voorziening voor riolering en hebben daarmee geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -92
· Bij de begroting wordt uitgegaan van een standaard aantal huisaansluitingen op het riool bij het bepalen van de hoogte van het budget. In 2020 zijn er minder aansluitingen gerealiseerd hetgeen leidt tot een voordeel dat verrekend wordt met de voorziening riolering. Daarmee heeft het geen invloed op het saldo van de jaarrekening. 34
· Voor de uitvoering van de taken op het gebied van het energiebeleid is in 2020 onvoorzien meer subsidie ontvangen van Rijk en provincie voor het faciliteren van bedrijven en inwoners in de energie- en warmtetransitie. Dit heeft geleid tot een lagere aanspraak van de beschikbare gemeentelijke middelen. De voorziene taken zijn uitgevoerd en een deel van de gemaakte kosten zijn verantwoord op programma 5. 58
· De OVIJ voert verplicht voor de gemeente werkzaamheden uit in het kader van asbest. De kosten daarvan zijn pas met ingang 2021 in de gemeentelijke begroting opgenomen. Dit betekent dat de kosten die gemaakt zijn in 2020 leiden tot een nadeel van € 50k. Verder is in 2020 een onvoorzien onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de transitie voor bodemregelgeving. -66
· In de begroting 2020 was rekening gehouden dat de lasten voor de riolering hoger zouden zijn dan de baten wat tot gevolg zou hebben dat er een onttrekking aan de voorziening riolering zou moeten plaatsvinden. Dat zou leiden tot een opbrengst in de begroting. Echter in 2020 zijn de kosten voor riolering in totaliteit lager uitgekomen waardoor er een storting in de voorziening heeft plaatsgevonden. Dit leidt tot een nadeel op dit programma. -116
· In de voortgangsrapportage 2020 is al melding gemaakt dat een deel van de kosten voor de uitvoering van het nieuwe grondstoffenplan die voor de komende jaren waren geraamd toch in het jaar 2020 vallen. -170
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 280
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. 33
Baten:
· De inzamelvergoeding over 2020 is in werkelijkheid lager dan in de begroting aangenomen. Met name de opbrengsten van PMD per ton zijn lager dan begroot. Tegelijkertijd is er wel meer PMD ingezameld wat dit tekort voor een deel compenseert. -118
· In de begroting 2020 was rekening gehouden dat de lasten voor de riolering hoger zouden zijn dan de baten wat tot gevolg zou hebben dat er een onttrekking aan de voorziening riolering zou moeten plaatsvinden. Dat zou leiden tot een opbrengst in de begroting. Echter in 2020 zijn de kosten voor riolering in totaliteit lager uitgekomen waardoor deze onttrekking aan de voorziening riolering niet heeft plaatsgevonden wat leidt tot een nadeel op dit programma. -216

8 | Toezicht en Handhaving

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 1.239 1.223 1.523 -300
Baten 107 107 89 -18
Saldo -1.132 -1.116 -1.434 -318
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft op dit programma uitgaven voor de inhuur voor toezicht en handhaving. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het rijk ontvangen compensatie-uitkering verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -152
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving zijn toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is op dit programma een nadeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. -146
Baten:
· In 2020 zijn minder dwangsommen geïnd. Daardoor zijn lagere baten gerealiseerd dan begroot -35

9 | Bedrijvigheid

Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Er zijn niet begrote uitgaven gedaan voor het project energieneutrale bedrijventerreinen. Deze zijn gedekt met een ontvangen subsidie. 24
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een nadeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. -34
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 17
Baten:
· Er is een (niet begrote) subsidie ontvangen voor het project energieneutrale bedrijventerreinen. Hier staan lasten tegenover. 30

10 | Weer aan het werk

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 15.378 15.272 17.791 -2.519
Baten 6.830 6.830 9.990 3.160
Saldo -8.548 -8.442 -7.801 641
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· In maart 2020 is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in werking getreden. De regeling heeft tot doel om zelfstandigen tijdelijk in hun levensonderhoud te voorzien en een lening te kunnen verstrekken voor bedrijfskapitaal om hiermee hun bedrijf tijdens de coronacrisis in stand te kunnen houden. Gemeenten voeren deze regeling uit en hebben hiervoor een specifieke uitkering van het Rijk ontvangen. De door de gemeenten gemaakte kosten worden voor elke gemeente individueel op basis van nacalculatie volledig vergoed (zie ook baten). De uitvoering van de Tozo vindt plaats door het GROS (Gemeentelijk Regionaal Ondernemers Steunpunt en is een samenwerkingsverband van de gemeenten Apeldoorn en Deventer). De uitvoeringskosten worden ook uit deze kostenplaats bekostigd. Dit maakt onderdeel uit van het contract met Apeldoorn voor werk en inkomen. -2.767
· In de prestatieafspraken met Lucrato is opgenomen dat het deel binnen het Participatiebudget dat bedoeld is voor Wsw-oud volledig overgaat van de gemeenten Epe, Apeldoorn en Heerde naar Lucrato. De raming was gebaseerd op de meicirculaire 2019. Het Wsw-budget is in de meicirculaire 2020 naar boven bijgesteld waardoor het verschil is ontstaan. Deze bijstelling heeft geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -280
· In de begroting 2020 was rekening gehouden met een extra bijdrage aan Lucrato van € 272.000. Deze raming was gebaseerd op het in de begroting van Lucrato opgenomen verlies. Het uiteindelijke verlies valt lager uit wat zorgt voor een lagere bijdrage (€ 45.000). Het voordeel wordt gestort in de reserve BUIG. 227
· Door de extra inzet op dienstverlening om mensen met een uitkering naar werk te begeleiden, zoals een extra consulent en de inzet van de WerkClub statushouders, is ook in de coronacrisis het aantal mensen met een uitkering lager dan verwacht. Door deze daling zijn de kosten van de uitkeringen verlaagd en ontstaat er een voordeel op de lasten. Door de landelijke toename van de uitkeringsgerechtigden is de rijksbijdrage BUIG naar boven bijgesteld (zie baten). Per saldo ontstaat een voordeel. Het resultaat wordt verrekend met de reserve BUIG en heeft geen invloed op het saldo van de jaarrekening. 96
· Conform de uitgangspunten vastgesteld in de kadernota Participatiewet is vanaf 2015 het reïntegratiedeel van het participatiebudget met name ingezet voor de kansrijke klanten via zoveel mogelijk groepsgerichte aanpak. Er is in 2020 minder uitgegeven dan begroot. Het financiële voordeel wordt gestort in de reserve participatie. 180
· Binnen de contractafspraken met de gemeente Apeldoorn voor de uitvoering van de Particiapatiewet wordt een ander indexpercentage (2,7%) gehanteerd dan het indexpercentage (1,5%) waar in de begroting vanuit is gegaan. Hierdoor is er sprake van een nadeel ten opzichte van de begroting. -68
· Tot 2020 had gemeente Epe een collectieve zorgverzekering voor minima in het beleid opgenomen. Deze regeling kon geen doorgang vinden omdat er voor 2020 geen zorgverzekering gevonden kon worden die een dergelijke verzekering kon aanbieden. Als alternatief is een compensatie voor de betaalde eigen bijdrage voor minima opgezet. In de begroting is nog rekening gehouden met de kosten van de collectieve zorgverzekering. De kosten voor de compensatie eigen bijdrage vallen lager uit dan de begroting van de oude regeling. Daarnaast is er minder beroep gedaan op de nieuwe regeling dan gedacht. Het resultaat wordt verrekend met de reserve minima. 179
· Door de coronacrisis zijn op dit programma uitgaven verantwoord die niet waren begroot. Het betreft op dit programma uitgaven voor de inhuur om de hogere aanvraag schuldhulpverlening op te vangen. Deze extra uitgaven worden gedekt door de van het rijk ontvangen compensatie-uitkering verantwoord op programma algemene dekkingsmiddelen). In de paragraaf corona is een analyse en toelichting opgenomen op het geheel van de uitgaven en inkomsten in 2020 als gevolg van de coronacrisis. -34
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is er een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. -14
Baten:
· In maart 2020 is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in werking getreden. Tegenover deze inkomsten staan verstrekkingen (zie lasten). De kosten en baten zijn in evenwicht en hebben geen invloed op het resultaat. 2.767
· Ondanks de coronacrisis zijn er meer terugvorderingen ontvangen dan begroot in 2020. Dit heeft geresulteerd in een voordeel welke verrekend worden met de reserve BUIG. 102
· Door de landelijke toename van de uitkeringsgerechtigden is de rijksbijdrage BUIG naar boven bijgesteld. Dit geeft een voordeel van € 320.000. In 2020 heeft een terugbetaling plaatsgevonden van € 43.000 van een in 2016 en 2017 ontvangen voorschot. Per saldo ontstaat een voordeel. Het resultaat wordt verrekend met de reserve BUIG en heeft geen invloed op het saldo van de jaarrekening. 277

11 | Bestuur en organisatie

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 3.036 3.008 3.374 -366
Baten 385 385 340 -45
Saldo -2.651 -2.623 -3.034 -411
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Als gevolg van een verlaging van de voorgeschreven rekenrente voor de berekening van de noodzakelijke hoogte van de voorziening voor pensioenen van politieke ambtsdragers, is in 2020 opnieuw een aanvullende toevoeging aan de voorziening noodzakelijk. -117
· Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor de gemeente van kracht geworden. Lang was onduidelijk wat het effect voor Epe zou zijn. Inmiddels is er meer duidelijkheid en zijn over de periode van 2016-2020 diverse (voorlopige) aanslagen en verrekeningen ontvangen. Deze hebben voor 97% betrekking op de bouwgrondexploitatie. Daarnaast zijn kosten voor advisering door een deskundige gemaakt (€ 20.000). Per saldo komt een bedrag van € 93.000 ten laste van 2020. Deze lasten worden grotendeels gedekt uit de reservering die hiervoor is opgenomen in de reserve bouwgrondexploitatie. Hierdoor is er vrijwel geen invloed op het saldo van de jaarrekening. Bij de nieuwe begroting zal worden afgewogen of hiervoor een structurele raming moet worden opgenomen in de begroting. -93
· In de begroting is een stelpost opgenomen in verband met beperking van de toerekening van apparaatskosten aan de grondexploitatie en investeringswerken van per saldo € 18.000; realisatie van deze post vindt plaats doordat in 2020 minder uren zijn toegerekend aan grondbedrijf en investeringen. De extra realisatie in 2020 bedraagt € 166.000 (nadelig, meer toegerekend aan reguliere exploitatie). Daarnaast is in de begroting een stelpost opgenomen voor beleidsintensiveringen ter grootte van € 17.000, voor het ondersteunen van onder meer een goede uitvoering van het collegeprogramma en het kunnen inspelen op maatschappelijke opgaven (o.a. duurzaamheid en gezondheid). In 2020 is deze stelpost door de coronasituatie nog niet ingezet. 35
· De uitgaven voor herstel van schades die niet onder de verzekeringsdekking vallen of onverzekerbaar zijn - waarvoor op dit programma een stelpost is opgenomen - zijn elders verantwoord. Met name op programma 1, onderwijsgebouwen. Per saldo is een voordeel ontstaan van circa € 21.000. 28
· Nadeel kapitaallasten: betreft de stelpost voor de verlaging van de rentelasten van 3% naar 2,4%; in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen, waarvan deze stelpost een onderdeel is. -242
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving zijn toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is op dit programma een voordeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. 74
Baten:
· Als gevolg van de corona-situatie hebben er minder BRP verstrekkingen plaatsgevonden. -33

Algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 591 635 592 43
Baten 59.265 59.405 61.067 1.662
Saldo 58.674 58.770 60.475 1.705
Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Het resultaat op de rentelasten bestaat uit lagere externe rentelasten en lagere interne rentelasten. Door een lagere doorberekening van de rente aan de programma's ontstaat een voordeel op de programma's, maar een nadeel op dit programma. Per saldo is sprake van een positief renteresultaat. De interne rentelasten worden als bespaarde rente toegevoegd aan het totaal van de reserves en voorzieningen; in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten (rente en afschrijving) opgenomen. -275
· Er is - vooruitlopend op de herijking van de algemene uitkering - een stelpost geraamd ter hoogte van de ruimte binnen het budget van het sociaal domein. Deze stelpost wordt gezien de uitstel van de herijking niet ingezet als dekking voor de verlaging van de algemene uitkering maar gestort in de reserve sociaal domein en heeft daardoor geen invloed op het saldo van de jaarrekening. 121
· In de begroting is een stelpost voor onvoorziene uitgaven opgenomen ter grootte van € 89.000. Deze is tot een bedrag van € 80.000 niet ingezet, waardoor een voordeel is ontstaan. 80
· De begrote toevoeging aan de voorziening voor het risico van oninbare vorderingen hoefde in 2020 niet plaats te vinden. Een deel van de voorziening kan vrijvallen. Dit komt doordat het aantal dwangsommen dat in 2020 is opgelegd, lager is dan in de afgelopen jaren en doordat de processen rondom handhaving en invordering dwangsommen zijn verbeterd. Daarnaast zijn voordelen ontstaan bij de afwikkeling/ontvangst van enkele dwangsommen en er zijn enkele dwangsommen ingetrokken, waarvan een deel als dubieus was aangemerkt. Per saldo leidt dit er toe het saldo dubieuze debiteuren is verminderd. 196
Baten:
· Het drinkwaterbedrijf Vitens keert geen dividend uit vanwege de noodzaak van grote investeringen in de komende jaren. -90
· De raming van de algemene uitkering in de begroting 2020 is gebaseerd op de meicirculaire 2019. De septembercirculaire 2019 tot en met de decembercirculaire leveren een voordeel op. Het voordeel betreft in hoofdlijnen: - coranacompensatie 1.324.000 - sociaal domein 194.000 - begeleiding statushouders 123.000 - accres/hoeveelheidsverschillen 427.000 Het netto effect op de jaarrekening bedraagt € 427.000 (aanpassing loon en prijscompensatie) 2.068
· De provincie heeft een subsidie beschikbaar gesteld voor coronagerelateerde kosten. Die kosten zijn in de programma's verantwoord. 94
· Een autonoom hogere waarde van de objecten die onder de forensenbelasting vallen, leidt tot een hogere opbrengst (€ 32.000). Verder zijn er aanslagen opgelegd over eerdere jaren die vanwege een hogere waarde ruim € 20.000 hoger uitvallen dan verwacht. 53
· Door maatregelen in verband met corona is het aantal verwachte toeristische overnachtingen lager dan geraamd. Dit leidt tot een lagere opbrengst toeristenbelasting. Hiervoor heeft de gemeente compensatie ontvangen van het Rijk. -102
· Het aantal meters kabels en leidingen in gemeentegrond is vorig jaar opnieuw bepaald. Dit aantal valt lager uit dan in voorgaande jaren en leidt tot een lagere opbrengst precariobelasting. Het lagere aantal meters komt doordat er beter inzicht is gekomen in de percelen grond waarover de belasting geheven kan worden. Bij het opstellen van deze begroting was hiermee nog geen rekening gehouden. Omdat de opbrengst op begrotingsbasis in een reserve is gestort, heeft dit geen invloed op het saldo van de jaarrekening. -263
· Voor terrassen is het tarief naar € 0 verlaagd en het aantal ingenomen standplaatsen op de weekmarkten was lager vanwege de coronamaatregelen. -30
· De bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen valt per saldo lager uit dan waarmee op dit programma in de begroting rekening was gehouden. Er zijn twee oorzaken. In de begroting was op dit programma nog uitgegaan van een rentepercentage van 3%; in de jaarrekening is gerekend met 2,4% (bespaarde) rente. Hierdoor ontstaat een nadeel. Aan de andere kant is het totaal aan eigen financieringsmiddelen hoger dan waarmee in de begroting rekening werd gehouden; daardoor ontstaat een voordeel. De bespaarde rente wordt toegevoegd aan de reserves, waardoor dit voordeel geen invloed heeft op het saldo van de jaarrekening. -46

Overhead

Terug naar navigatie - analyse
Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten: .
· Het budget voor juridische advisering is overschreden als gevolg van een voorschot dat moest worden betaald voor het (door de rechtbank) inhuren van een deskundige in een schadestaatprocedure. -165
· Vertraging van een aantal ict-projecten heeft een voordeel tot gevolg. Het voordeel wordt verrekend met de reserve ict, waardoor dit geen invloed heeft op het saldo van de jaarrekening. 110
· Tijdens het masterplan vindt gelijktijdig groot onderhoud plaats. Het onderhoud was geraamd in 2020 maar wordt deels doorgeschoven naar 2021. Hierdoor is de werkelijke ontrekking aan de voorzienging groot onderhoud gemeentehuis in 2020 lager dan begroot. Deze lagere ontrekking aan de voorziening heeft geen effect op het saldo van de jaarrekening. -292
· Voordeel kapitaallasten: in bijlage 2 is een totaalanalyse van de kapitaallasten opgenomen. 847
· De directe personele kosten van de afdelingen Ruimte en Samenleving zijn toegerekend aan de programma’s. Ten opzichte van de begroting is op het programma Overhead een nadeel ontstaan. Het grootste onderdeel hiervan zijn de salariskosten. Een totaalanalyse van de salariskosten is opgenomen in bijlage 1. -761

Verplichte indicatoren

Terug naar navigatie - Verplichte indicatoren
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2018 2019 2020 2021
Overheadkosten Begroot 11,6% 12,5% 12,2% 10,7%
De overheadkosten zoals begroot op taakveld 0.4 gedeeld door het totaal saldo van lasten (exclusief toevoegingen aan reserve).
Overheadkosten Werkelijk 11,7% 12,3% 11,5%
De overheadkosten zoals verantwoord op taakveld 0.4 gedeeld door het totaal saldo van lasten (exclusief toevoegingen aan reserve).

Resultaatbestemming

Terug naar navigatie - Wat heeft dat gekost
Bedragen x € 1.000
Begroting 2020 Begroting 2020 na wijziging Werkelijk 2020 Verschil 2020
Lasten 10.938 16.549 19.268 -2.719
Baten 11.767 16.633 16.356 -277
Saldo 829 84 -2.912 -2.996
Terug naar navigatie - analyse

Onder de 'mutaties in de reserves' wordt weergegeven welke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zijn gedaan in de jaarrekening. Het betreffen toevoegingen en onttrekkingen die zijn opgenomen in de begroting of uitvoering zijn van bestaand beleid. In onderstaande analyse worden de grotere afwijkingen (> € 50.000) tussen de begrote en werkelijke toevoegingen en onttrekkingen vermeld. Met het vaststellen van de jaarstukken gaat de gemeenteraad akkoord met de afwijkingen in de toevoegingen en onttrekkingen.

 

Toelichting op mutaties in lasten en baten
+ is een voordeel - is een nadeel bedragen in € 1.000
Lasten (toevoegingen aan reserves): .
· Omdat in de exploitatie 2020 de uitgaven met betrekking tot ICT lager waren dan geraamd (onder andere door vertraging van projecten), is het voordeel dat hierdoor ontstaat toegevoegd aan de reserve ICT-investeringen, om zodoende toekomstige investeringen en uitgaven op dit gebied te kunnen bekostigen (- € 111.000). Door de vertraging in de uitvoering van het Masterplan gemeentehuis is de geplande toevoeging aan de reserve ICT nog niet gedaan (+ € 321.000). 210
· In de begroting 2020 is er rekening mee gehouden dat de opbrengst precariobelasting kabels en leidingen 2020 voor een belangrijk deel niet met zekerheid als gerealiseerd kan worden beschouwd. Daarom is een toevoeging aan de reserve precariobelasting begroot. Inmiddels is duidelijk dat de heffing over 2020 definitief is gerealiseerd (er is geen bezwaar ingediend); daarom vindt geen toevoeging aan de reserve precariobelasting plaats. Omdat bij de begrotingsbehandeling 2021 (nov. 2020) is besloten dat de opbrengst precariobelasing zal worden ingezet voor huisvesting onderwijs, is de opbrengst 2020 toegevoegd aan de reserve huisvesting onderwijsvoorzieningen. Omdat de opbrengst lager is dan begroot (zie hiervoor de toelichting onder de baten in het programma algemene dekkingsmiddelen) ontstaat binnen de resultaatbestemming een voordeel, per saldo is er geen invloed op het resultaat van de jaarrekening. 263
· Aan de reserve risico's sociaal domein is het (per saldo) voordelige resultaat op het sociaal domein toegevoegd. Dit resultaat is onder andere ontstaan door een voordeel op de inkoop van jeugdzorg (zorg in natura). Daarnaast is een positief resultaat ontstaan op de kosten van dagbesteding (transformatie naar een voorliggende voorziening) en is een voordelig resultaat ontstaan door de herverdeling van de rijksmiddelen die Apeldoorn ontving voor de uitvoering van maatschappelijke opvang/beschermd wonen. Een nadeel ontstond bij de uitgaven voor individuele begeleiding. Zie voor een nadere toelichting hierop met name de analyses in programma 1 en 3. -1.890
· De lasten van de regeling waarbij in 2020 een compensatie gegeven is voor de eigen bijdrage voor de zorgverzekering van minima, zijn lager uitgevallen dan de begroting die nog gebaseerd was op de oude regeling. Daarnaast is er minder dan verwacht een beroep gedaan op de nieuwe regeling. Het voordeel is toegevoegd aan de reserve minimabeleid (zie programma 10). -163
· Conform de uitgangspunten vastgesteld in de kadernota Participatiewet is vanaf 2015 het reintegratiedeel van het participatiebudget met name ingezet voor de kansrijke klanten via zoveel mogelijk groepsgerichte aanpak. In 2020 waren de uitgaven lager dan begroot. Het voordeel is toegevoegd aan de reserve participatie (zie programma 10). -225
· Door diverse oorzaken is een voordeel ontstaan op de uitvoering van de BUIG (uitkeringen inkomensvoorzieningen). Het aantal mensen met een uitkering is lager dan verwacht, de uitkering van het rijk is hoger dan begroot en (de bijdrage in) het exploitatietekort van Lucrato is lager dan begroot. Het voordelige resultaat dat per saldo is ontstaan is toegevoegd aan de reserve BUIG, waardoor er geen effect is op het resultaat van de jaarrekening (zie programma 10). -713
· Omdat de opbrengst van de bouwleges in 2020 lager is dan de begroting, is ook de toevoeging aan de reserve egalisatie opbrengst bouwleges lager. De lagere opbrengst is veroorzaakt door lagere bouwkosten en door een lager aantal grote bouwprojecten dan verwacht (zie programma 5). 192
· Op een aantal plannen van de bouwgrondexploitatie konden winsten worden verantwoord; deze zijn conform het beleid toegevoegd aan de reserve bouwgrondexploitatie, waardoor dit geen invloed heeft op het saldo van de jaarrekening. Winsten worden niet op voorhand in de begroting geraamd, maar er is al wel rekening mee gehouden bij de bepaling van de noodzakelijke hoogte van de reserve bij de begroting 2021 (zie programma 5). -232
· Binnen de budgetten voor personeelskosten zijn incidentele bedragen/budgetten gereserveerd, die niet zijn uitgegeven in 2020. Deze budgetten worden overgeheveld naar 2021 door deze toe te voegen aan de reserve organisatieontwikkeling/ langdurig zieken. -251
· In 2020 kon een opbrengst worden verantwoord van € 84.000 doordat afrekeningen zijn opgesteld in het kader van werkzaamheden die door nutsbedrijven worden uitgevoerd bij wegverhardingen. Hiervoor ontvangt de gemeente een vergoeding. Deze (niet geraamde) opbrengst is toegevoegd aan de reserve 'herstel schade nutsbedrijven' (zie programma 6). -84
· Door het later dan gepland starten van projecten en door langere en cyclische doorlooptijden, worden (in de begroting) eenmalig beschikbare middelen later dan begroot toegevoegd aan de reserve kapitaallasten. In 2020 speelde dit met name bij de renovatie van het gemeentehuis (masterplan). 138
· De toevoeging aan de reserve 'bespaarde rente' is hoger dan geraamd, omdat deze gebaseerd is op de beginstand van de reserves en voorzieningen. De beginstand van de reserves en voorzieningen was hoger dan waarvan bij het opstellen van de begroting was uitgegaan, waardoor ook de toevoeging hoger is. Tegelijk is hier het effect zichtbaar van de renteverlaging van 3 naar 2,4% (zie de stelpost hiervoor op programma 11). Dit heeft een verlagend effect op de toevoeging. Het 'renteresultaat' is toegelicht in de analyse van de kapitaallasten (bijlage 2). 75
Baten (onttrekkingen aan reserves):
· Door een rechterlijk vonnis in een juridische (schadestaat) procedure moet gemeente Epe een schadebedrag en bijkomende kosten betalen. Hiervoor is een financiële voorziening gevormd, welke gedekt wordt uit de reserve bouwgrondexploitatie. Daarnaast wordt de te betalen (voorlopige aanslag) vennootschapsbelasting over een reeks van jaren (bouwgrondexploitatie) gedekt uit deze reserve (zie programma 11). 591
· Ter dekking van de subsidie die is verstrekt voor het samenwerkingsplan regio/CVO (Zichtstede) is een onttrekking gedaan aan de middelen die hiervoor destijds waren opgenomen in de reserve accommodaties II (zie programma 2). 107
· Bij de afronding van het Programma landschap 2014-2017 in 2020 is een laatste onttrekking gedaan aan de reserve landschapsversterking. Omdat het doel waarvoor de reserve was ingesteld is vervallen, vallen de nog resterende middelen van ruim € 40.000 vrij ten gunste van het jaarrekening saldo. 59
· Omdat in 2020 minder is uitgegeven voor het onderhoud van de wegen dan begroot, is de verrekening met de reserve onderhoud wegen eveneens lager dan begroot. -167
· Omdat de vervanging van de openbare verlichting cyclisch plaats vindt, fluctueren de jaarlijkse lasten hiervan. Doordat de uitgaven in 2020 hoger waren dan het gemiddelde, is ook de dekking uit de reserve hoger. 370
· Het saldo van de voor- en nadelen op het gebied van afvalinzameling en -verwerking wordt verrekend met de reserve afval. Bij de begroting 2020 was uitgegaan van een onttrekking aan de reserve. Echter doordat het saldo in de reserve bij de jaarrekening 2019 volledig is ingezet kan de voor 2020 geplande onttrekking niet worden gedaan. -274
· In 2019 is besloten om bij te dragen aan de investering voor de renovaties van kunstgrasvelden om zo de accommodaties toekomstbestendig te maken. Voor één van de accommodaties zijn de uitgaven gedaan in 2020. De uitgaven worden gedekt uit de reserve renovatie kunst- en natuurgrasvelden. 62
· Omdat de uitgaven en investeringen die uit de reserve ICT worden gedekt, lager waren dan geraamd (met name door het nog niet afronden van projecten zoals de ict-visie, het masterplan gemeentehuis en het nieuwe financiele systeem), is ook de dekking (onttrekking) uit de reserve ICT-investeringen lager. -680
· Door het later dan gepland uitvoeren van de renovatie van het gemeentehuis (masterplan), zullen de geplande onttrekkingen aan de reserve toekomstbestendige organisatie/huisvesting en de reserve eenmalige dekkingsmiddelen later plaats vinden. -390
· Voor diverse investeringen uit het investeringsplan worden de kapitaallasten gedekt door een onttrekking aan de reserve kapitaallasten. Door het nog niet realiseren of afronden van (een deel van) deze investeringen, zijn nog geen kapitaallasten geboekt en daarom vindt ook nog geen dekking uit de reserve plaats. De kapiaallasten worden conform het financieel beleid voor het eerst geboekt in het jaar na afronding van de investering. Zie ook de analyse van de kapitaallasten (bijlage 2). -332
· Diverse uitgaven op het gebied van personeel en organisatie, waarvoor middelen zijn gereserveerd in de reserve organisatieontwikkeling / langdurige ziekte, worden gedekt door een onttrekking aan deze reserve. Doordat sommige geplande uitgaven zijn uitgesteld of een langere looptijd hebben, is een lager bedrag onttrokken dan begroot. 103

Overzicht van algemene dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Verplichte indicatoren
Verplichte indicatoren vanuit de regelgeving bij dit programma.
Indicator 2017 2018 2019 2020
Woonlasten éénpersoonshuishouden 587 544 602 605
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten.
Woonlasten meerpersoonshuishouden 662 620 679 689
Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten.
WOZ-waarde woningen 262 275 287 312
De gemiddelde WOZ waarde van woningen in 1.000 euro.
Terug naar navigatie - Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Specificatie algemene dekkingsmiddelen
In de onderstaande tabel treft u het overzicht aan van de algemene dekkingsmiddelen. Deze inkomsten kenmerken zich door hun vrije bestedingsdoel. Voor de analyse van de belangrijkste verschillen wordt verwezen naar de financiële analyse algemene dekkingsmiddelen.
 
Begroot 2020 Begroot 2020  na wijziging Realisatie 2020
- Onroerend zaakbelasting 5.824 5.824 5.806
- Hondenbelasting 77 77 73
- Precariobelasting 2.347 2.347 2.054
- Forensenbelasting 313 313 366
- Toeristenbelasting 730 730 628
- Opbrengst belastingen algemeen -697 -689 -701
- Kosten -457 -505 -505
Subtotaal lokale heffingen 8.137 8.097 7.721
- Algemene uitkering 48.751 48.886 51.170
- Dividend uitkering 166 166 77
- Saldo financieringsfunctie 1.745 1.745 1.432
- Overige algemene dekkingsmiddelen -125 -125 76
Totale algemene dekkingsmiddelen 58.674 58.770 60.476
Verschillen in optelling ontstaan door afronding.

Toelichting:

Lokale heffingen:
Betreft de heffingen waarvan de bestedingen niet wettelijk gebonden zijn. Voor meer informatie over de bruto-opbrengsten uit lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. De opbrengst algemeen omvat de teruggevorderde invorderingskosten, alsmede de uitgekeerde woonlastenverlichting. De kosten betreft de aan Tribuut betaalde bijdrage in verband met deze heffingen.

Algemene uitkering:
Het gepresenteerde bedrag voor de algemene uitkering is inclusief het budget Wmo en verrekeningen die betrekking hebben op voorgaande jaren.

Dividend:
Dividend wordt ontvangen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en van waterbedrijf Vitens.

Saldo financieringsfunctie:
Onder het saldo van de financieringsfunctie wordt verstaan het saldo van (a) de betaalde rente over de aangegane leningen en over de aangetrokken middelen in rekening courant en (b) de ontvangen rente over de uitzettingen.

Overige algemene dekkingsmiddelen:
Dit is de toegerekende rente over de eigen financieringsmiddelen en overige niet aan de andere categorieën toe te rekenen algemene dekkingsmiddelen.

Overzicht aanwending post Onvoorzien

Terug naar navigatie - Aanwending onvoorzien

In de onderstaande tabel wordt de (eventuele) aanwending van het in de begroting opgenomen bedrag voor onvoorziene uitgaven verantwoord.

(bedragen in euro) Bedrag
Begroting 2020 89.000
Begroting 2020 na wijziging 80.000
Besteding 2020 -
Saldo onvoorzien per einde boekjaar 80.000

Overzicht incidentele lasten en baten

Terug naar navigatie - Overzicht incidentele lasten en baten
bedragen in € 1.000 Incidentele lasten Incidentele baten
Begroting Begroting na wijziging Realisatie Begroting Begroting na wijziging Realisatie
1. Opgroeien in Epe 163 163 158 - - -
2. Actief in Epe 801 161 161 - - -
3. Zorg en Opvang 547 288 360 - - 109
4. Leefbaar en veilig 419 - - - - -
5. Ruimte en wonen 921 430 437 - - -
6. Epe op orde 161 40 44 - - -
7. Duurzaamheid 629 238 181 - - -
8. Toezicht en handhaving 175 165 114 - - -
9. Bedrijvigheid 421 304 24 - - 30
10. Weer aan het werk 593 213 2.980 - - 2.767
11. Bestuur en Organisatie 102 42 11 - - -
Overhead 816 265 140 - - -
Algemene dekkingsmiddelen - - - - - -
Mutaties in reserves 7.965 14.519 17.441 6.784 13.164 14.378
Totaal 13.715 16.827 22.051 6.784 13.164 17.284
Uit het overzicht blijkt dat de in deze jaarrekening verantwoorde incidentele lasten hoger zijn dan de incidentele baten. Hieruit wordt geconcludeerd dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten en een deel van de incidentele lasten gedekt wordt uit structurele baten. Uitgaven en inkomsten die voortkomen uit Corona zijn bestempeld als structureel met uitzondering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).
Toelichting incidentele bedragen in de realisatie > € 50.000:
Programma 1:
· Projectleiding toekomstbestendige huisvesting € 63.500
· Onderwijs aan nieuwkomerskinderen NT2 klas € 50.000
Programma 2:
· Stimuleringsregeling jeugd € 121.000
Programma 3:
· Projecten transformatie sociaal domein € 172.000
· Maatschappelijke begeleiding statushouders € 131.000
· Extra Rijksmiddelen statushouders € 109.000
Programma 5:
· Invoering van de Omgevingswet € 375.000.
Programma 7:
· Energietransitie € 123.000
Programma 8:
· Vitale Vakantieparken € 114.000
Programma 10:
· Pilots en projecten uitkeringsbestand € 213.000
· Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) € 2.767.000
Overhead:
· Raadsinformatiesysteem € 26.000
· Sterk Werk € 60.000
Mutaties in reserves (groter dan € 500.000):
· Toevoeging aan de Reserve risico sociaal domein € 1.890.000
· Toevoeging aan de Reserve BUIG € 695.000
· Onttrekking aan de Reserve ICT € 678.000

Overzicht van structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - Overzicht van structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Dit overzicht ondersteunt bij de bepaling en de beoordeling van het structurele evenwicht voor 2020.

 

Structurele toevoeging Structurele onttrekking
Bedragen in € 1.000 Begroting Begroting na wijziging Realisatie Begroting Begroting na wijziging Realisatie
Eenmalige dekkingsmiddelen - - - 500 500 500
ICT investeringen 437 437 437 647 647 279
Vervanging openbare verlichting 270 270 270 399 399 399
Overdracht fietspaden RGV - - - 45 45 45
Vervanging bruggen 70 70 70 - - -
Verkoop aandelen Vitens - - - 155 155 155
Aflossing achtergestelde lening Vitens 204 204 204 61 61 48
Verkoop aandelen VNB 29 29 29 118 118 118
Aflossing achtergestelde lening Nuon 45 45 45 57 57 45
Egalisatie winstuitkering Nuon 14 14 14 54 54 54
Meubilair gymlokalen 22 22 22 20 20 18
Huisvesting onderwijsvoorzieningen 500 500 500 25 25 25
Participatie - - - 26 26 26
Starterslening 59 59 49 11 11 8
Egalisatie opbrengst bouwleges 372 372 179 631 631 -
Dekking kapitaallasten - - - 654 654 258
Onderhoud abri's 8 8 8 - - -
Totaal 2.030 2.030 1.827 3.403 3.403 1.978

Bezoldiging topfunctionarissen

Terug naar navigatie - Publicatie bezoldiging topfunctionarissen

De Wet Normering Topinkomens (WNT) stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector.
De toegekende bezoldigingen liggen onder de bezoldigingsnorm.

Gegevens 2020 C. Kats D. Kattenberg V.J.S.M. Smit
Functiegegevens: Gemeentesecretaris Griffier Griffier
Aanvang en einde dienstverband 1-1 t/m 31-12 1-1 t/m 31-12 -
Omvang dienstverband (in fte) 1 0,89 -
Dienstbetrekking ja ja -
Bezoldiging 2020:
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 108.243 74.861 -
Beloningen betaalbaar op termijn 19.601 13.440 -
Subtotaal 127.844 88.301 -
Individueel toepasselijk WNT-maximum 201.000 178.667 -
Onverschuldigd betaald bedrag n.v.t. n.v.t. -
Totale bezoldiging 2020: 127.844 88.301 -
Motivering indien overschrijding n.v.t. n.v.t. -
Toelichting vordering onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t. -
Gegevens 2019
Aanvang en einde dienstverband in 2019 1/1 - 31/12 1-6 t/m 31-12 1-1 t/m 10-7
Omvang dienstverband 2019 (in fte) 1 0,89 1
Dienstbetrekking ja ja ja
Bezoldiging 2019:
Beloning 103.674 41.715 38.842
Beloningen betaalbaar op termijn 18.034 7.336 6.963
Subtotaal 121.708 49.051 45.805
Toepasselijk WNT-maximum 194.000 101.104 101.104
Onverschuldigd betaald bedrag n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Totale bezoldiging 2019: 121.708 49.051 45.805

Gerealiseerde baten en lasten per taakveld

Terug naar navigatie - Overzicht 2019
Programma / taakvelden Baten Lasten Saldo
Programma 1: Opgroeien in Epe 453.996 11.678.052 -11.224.056
4.1 Openbaar basisonderwijs 10.752 182.055 -171.303
4.2 Onderwijshuisvesting 4.170 1.351.332 -1.347.162
4.3 Onderwijsbeleid en leerling zaken 420.457 1.668.054 -1.247.597
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie - 88.921 -88.921
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 18.617 721.515 -702.899
6.2 Wijkteams - 656.145 -656.145
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- - 5.613.940 -5.613.940
6.82 Geëscaleerde zorg 18- - 539.284 -539.284
7.1 Volksgezondheid - 856.807 -856.807
Programma 2: Actief in Epe 661.828 4.545.238 -3.883.410
5.1 Sportbeleid en activering 46.715 402.174 -355.458
5.2 Sportaccommodaties 311.458 1.697.765 -1.386.307
5.3 Cultuur: presentatie, productie, participatie - 550.534 -550.534
5.4 Musea - 44.209 -44.209
5.6 Media 81.316 620.347 -539.031
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 222.339 1.230.210 -1.007.871
Programma 3: Zorg en opvang 950.113 10.771.074 -9.820.961
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 600 992.196 -991.596
6.2 Wijkteams 19.210 665.637 -646.428
6.3 Inkomensregelingen 27.632 335.150 -307.518
6.4 Begeleide participatie - 781.853 -781.853
6.5 Arbeidsparticipatie - -5.300 5.300
6.6 Maatwerkvoorziening (WMO) 2.668 1.717.447 -1.714.779
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 296.125 5.659.167 -5.363.042
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 603.879 348.849 255.030
7.1 Volksgezondheid - 276.076 -276.076
Programma 4: Leefbaar en veilig - 2.018.579 -2.018.579
1.1 Crisisbeheersing en brandweer - 1.905.164 -1.905.164
1.2 Openbare orde en veiligheid - 97.371 -97.371
7.1 Volksgezondheid - 7.620 -7.620
8.3 Wonen en bouwen - 8.424 -8.424
Programma 5: Ruimte en wonen 2.392.796 3.954.356 -1.561.560
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 510.893 649.485 -138.592
5.4 Musea 76.692 208.586 -131.893
5.5 Cultureel erfgoed - 37.705 -37.705
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 58.951 92.653 -33.702
8.1 Ruimtelijke ordening 89.678 1.491.905 -1.402.227
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijven terreinen) 699.644 710.378 -10.734
8.3 Wonen en bouwen 956.937 763.644 193.292
Programma 6: Epe op orde 1.235.597 6.898.329 -5.662.732
2.1 Verkeer en vervoer 122.538 4.101.585 -3.979.047
2.2 Parkeren 444 22.016 -21.572
2.5 Openbaar vervoer - 668 -668
5.5 Cultureel erfgoed 21.535 77.645 -56.110
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 227.551 1.798.358 -1.570.807
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 863.529 898.057 -34.528
Programma 7: Duurzaamheid 7.202.941 7.763.992 -561.051
0.64 Belastingen overig 6.866 4.914 1.952
7.2 Riolering 2.772.531 2.568.381 204.151
7.3 Afval 4.161.937 3.805.029 356.908
7.4 Milieubeheer 261.607 1.385.669 -1.124.062
Programma 8: Toezicht en handhaving 89.057 1.523.317 -1.434.260
1.2 Openbare orde en veiligheid 66.357 728.097 -661.739
8.1 Ruimtelijke ordening - 114.056 -114.056
8.3 Wonen en bouwen 22.700 681.165 -658.465
Programma 9: Bedrijvigheid 37.556 828.042 -790.486
2.1 Verkeer en vervoer - 51.954 -51.954
3.1 Economische ontwikkeling 30.000 135.748 -105.748
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen - 124.732 -124.732
3.4 Economische promotie 5.828 291.971 -286.143
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 1.728 223.637 -221.909
Programma 10: Weer aan het werk 9.989.741 17.790.631 -7.800.890
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 2.870.631 164.484 2.706.147
6.3 Inkomensregelingen 7.119.111 11.688.660 -4.569.549
6.4 Begeleide participatie - 4.685.154 -4.685.154
6.5 Arbeidsparticipatie - 612.346 -612.346
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ - 639.987 -639.987
Programma 11: Bestuur en organisatie 340.172 3.373.707 -3.033.536
0.1 Bestuur - 2.034.485 -2.034.485
0.2 Burgerzaken 340.172 1.082.352 -742.180
0.8 Overige baten en lasten - 163.787 -163.787
0.9 Vennootschapsbelasting - 93.084 -93.084
Overzicht algemene dekkingsmiddelen 61.067.424 591.836 60.475.588
0.5 Treasury 1.666.572 157.694 1.508.878
0.61 OZB woningen 4.276.234 346.067 3.930.167
0.62 OZB niet-woningen 1.530.067 80.510 1.449.557
0.64 Belastingen overig 1.426.855 25.637 1.401.218
0.7 Algemene en overige uitkeringen 51.169.565 - 51.169.565
0.8 Overige baten en lasten 4.873 -70.885 75.758
3.4 Economische promotie 993.258 52.813 940.445
Overhead 483.819 9.768.185 -9.284.365
0.4 Overhead 483.819 9.768.185 -9.284.365
Resultaatbestemming 16.356.034 19.267.543 -2.911.509
0.10 Mutaties reserves 16.356.034 19.267.543 -2.911.509
Gerealiseerd resultaat 101.261.074 100.772.881 488.193

Balans per 31 december 2020

Terug naar navigatie - Balans
(bedragen x € 1.000,-)
ACTIVA 31-12-2020 31-12-2019 PASSIVA 31-12-2020 31-12-2019
Vaste activa Vaste passiva
Immateriële vaste activa 151 166 Eigen vermogen 60.775 57.376
- Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en saldo agio/disagio - - - Algemene reserve 3.880 4.446
- Kosten van onderzoek en ontwikkeling - - - Bestemmingsreserves
- Bijdragen aan activa in eigendom van derden 151 166 · Voor egalisatie van tarieven 250 247
· Overige bestemmingsreserves 56.158 52.316
Materiële vaste activa 59.679 55.638 · Gerealiseerd resultaat 488 367
- Investeringen met een economisch nut
- gronden uitgegeven in erfpacht - - Voorzieningen 9.261 8.387
- overige investeringen met een economisch nut 31.563 30.685 - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 5.106 4.516
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding 19.758 18.634 - Onderhoudsegalisatievoorzieningen 2.183 2.111
van de kosten een heffing kan worden geheven. - Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting 1.972 1.759
- Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut 8.358 6.319
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer - -
Financiële vaste activa 5.322 4.953 - Obligatieleningen - -
- Kapitaalverstrekkingen aan: - Onderhandse leningen van:
- deelnemingen - - · binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - -
- gemeenschappelijke regelingen - - · binnenlandse banken en overige financiële instellingen - -
- overige verbonden partijen - - · binnenlandse bedrijven - -
- Leningen aan: · overige binnenlandse sectoren - -
- woningbouwcorporaties - - · buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - -
- deelnemingen - - - Door derden belegde gelden - -
- overige verbonden partijen - -  - Verplichtingen uit hoofde van financial-lease overeenkomsten - -
- Overige langlopende leningen u/g 5.128 4.759
- Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 194 194
- Bijdragen aan activa in eigendom van derden - -
Totaal vaste activa 65.152 60.758 Totaal vaste passiva 70.036 65.763
Vlottende activa Vlottende passiva
Voorraden 564- 393- Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar 4.849 5.899
- Grond- en hulpstoffen - Kasgeldleningen - -
- Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie door gemeente 564- 393- - Banksaldi - -
- Gereed product en handelsgoederen - - - Overige schulden 4.849 5.624
- Vooruitbetalingen - Uitzetttingen in's Rijks schatkist - 275
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 4.059 2.594
- Vorderingen op openbare lichamen 234 122 Overlopende passiva 5.422 2.098
- Verstrekte kasgeldleningen - - - Nog te betalen bedragen 1.198 1.706
- Uitzetttingen in's Rijks schatkist 596 - - Vooruit ontvangen bedragen (overheidslichamen) 4.203 373
- Rekening-courantverhoudingen met niet financiële instellingen - - - Vooruit ontvangen bedragen (overig) 21 20
- Overige vorderingen 3.230 2.473
- Overige uitzettingen - -
Liquide middelen 79 2
- Kassaldi 1 1
- Banksaldi 78 1
Overlopende activa 11.580 10.799
Totaal vlottende activa 15.155 13.002 Totaal vlottende passiva 10.271 7.997
Totaal generaal 80.307 73.760 Totaal generaal 80.307 73.760
Borg en garantstellingen 111.927 107.522

Toelichting op de balans

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividend van deelnemingen wordt als bate genomen in het jaar volgend op het jaar waarop het dividend betrekking heeft.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat het niet is toegestaan om voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume op te nemen, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. In de verslagperiode is hiervan geen sprake geweest.

In de jaarrekening zijn onder overlopende passiva opgenomen de van overheidslichamen ontvangen maar nog niet bestede voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

Grondslagen voor de balans

Terug naar navigatie - Grondslagen voor de balans

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijging- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven.

De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.

Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven over de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Materiële vaste activa met economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden.
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.

Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het netto investeringsbedrag afgeschreven.

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde.

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

Op investeringen die zijn gerealiseerd tot en met 2016 is in sommige gevallen eenmalig extra afgeschreven zonder economische noodzaak (ter vermindering van toekomstige lasten) of zijn reserves op de investeringen afgeboekt (investeringen met een maatschappelijk nut). Vanaf 2017 worden (door gewijzigde regelgeving) investeringen in alle gevallen geactiveerd en afgeschreven.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen vloeien voort uit de Nota activerings- en afschrijvingsbeleid en bedragen in jaren:

Activa soort Termijn
Gronden en terreinen n.v.t.
Woonruimten 40
Bedrijfsgebouwen 15 - 40
Grond, weg en waterbouwkundige werken 5 - 40
Vervoermiddelen 6 - 15
Machines, apparaten en installaties 5 - 15
Overige materiële vaste activa waaronder inventarissen 5 - 10
Automatisering hardware/software 4 - 10

 

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut.
Infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken, worden geactiveerd en afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven volgens bovenstaande afschrijvingstermijnen). Voor zover specifieke dekking van de investeringsuitgaven aanwezig is binnen reserves of eenmalige middelen, worden deze eenmalige middelen toegevoegd aan de reserve dekking kapitaallasten bij het beschikbaar stellen van het investeringskrediet. Vervolgens worden de kapitaallasten van de investering jaarlijks gedekt door een onttrekking aan deze reserve.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en verstrekte leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde.

Participaties in het aandelenkapitaal van N.V.’s en B.V.’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen structureel daalt tot onder de verkrijgingsprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Tot nu toe is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.

Vlottende activa
Voorraden
De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) en een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.

Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt dynamisch bepaald op basis van de geschatte kansen op inning van de vordering.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies of het risico.

De voorziening voor pensioenverplichtingen politieke ambtsdragers is tegen de contante waarde van de (al opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.

De voorzieningen voor groot onderhoud zijn gebaseerd op een meerjarenplanning voor de gemeentelijke panden. Hierbij is rekening gehouden met de kwaliteitseisen en het beleid zoals dat is geformuleerd in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en garantstellingen
De gewaarborgde geldleningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met de aflossingen.

Toelichting op de balans 2020

Vaste activa

Terug naar navigatie - Vaste activa
Vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Materiële vaste activa Boekwaarde 31-12-2020 Boekwaarde 31-12-2019
In erfpacht uitgegeven gronden - -
Overige investeringen met een economisch nut 31.563 30.685
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 19.758 18.634
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut 8.358 6.319
Totaal 59.679 55.638
De boekwaarde van de erfpachtgronden is in het boekjaar niet gemuteerd.
De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Categorie vast actief 31-12-2020 31-12-2019
Gronden en terreinen (210 en 214) 3.983 3.993
Woonruimten (220) 0 0
Bedrijfsgebouwen (230 en 234) 23.405 22.333
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken (240) 2.819 2.944
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (240) 19.758 18.634
Vervoermiddelen (250) 8 10
Machines, apparaten en installaties (260) 1.324 1.373
Overige materiële vaste activa (270+274 ) 25 31
Totaal 51.321 49.319
Terug naar navigatie - Vaste activa verloop
Het navolgende overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer:
Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen Desinvestering Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2020
Gronden en terreinen (210 en 214) 3.993 23 30 3 - 3.983
Woonruimten (220) - - - - - - -
Gebouwen (230 en 234) 22.333 2.402 - 1.330 - - 23.405
Grond-, weg-, water- bouwkundige werken (240) 2.944 32 - 156 - - 2.819
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (240) 18.634 1.822 - 680 18 - 19.758
Vervoermiddelen (250) 10 - - 2 - 8
Machines, apparaten en installaties (260) 1.373 191 - 241 - - 1.324
Overige materiële vaste activa (270 en 274) 31 - - 7 - - 25
Totaal 49.319 4.470 30 2.419 18 - 51.321
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering.
Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen met economisch nut staan in onderstaand overzicht (> € 500.000):
Beschikbaar gesteld bedrag Werkelijk besteed in 2020 Cummulatief besteed (netto)
Masterplan bouwkosten gemeentehuis 4.400 1.981 1.981
Vervangen en relinen riolering 2020 993 771 771
Vervangen en relinen riolering 2019 689 501 689
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Boekwaarde 31-12-2019 Investeringen Desinvestering Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2020
Gronden en terreinen - - - - - - -
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 6.318 2.203 - 138 26 8.358
Overige materiële vaste activa 1 - - 1 - - 1
Totaal 6.319 2.203 - 138 26 - 8.358
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief.
Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen met maatschappelijk nut staan in onderstaand overzicht (> € 500.000):
Beschikbaar gesteld bedrag Werkelijk besteed in 2020 Cummulatief besteed (netto)
Vervanging openbare verlichting 871 770 770
Reconstructie Apeldoornseweg Noord VSSN 1.005 707 1.139

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2020 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Boekwaarde 31-12-2019 Mutaties 2020 Investering Extra afschrijving Aflossing/ afschrijving Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2020
Leningen aan:
· woningbouwcorporaties - - - - - - -
· deelnemingen - - - - - - -
· overige verbonden partijen - - - - - - -
Overige langlopende leningen 4.759 - 541 - 172 - 5.128
Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar 194 - - - - - 194
Totaal 4.953 - 541 - 172 - 5.322

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Vlottende activa
Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
31-12-2020 31-12-2019
Grond- en hulpstoffen - -
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie door gemeente -564 -393
Gereed product en handelsgoederen - -
Vooruitbetalingen - -
Totaal -564 -393
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2020 het volgende overzicht worden weergegeven:
Boekwaarde 31-12-2019 Herrubricering Investeringen Opbrengsten Winstuitname reserve Afwaarderingen Balanswaarde 31-12-2020
Onderhanden werk (part) -139 - 25 - 51 -266 -330
Bouwgrond in exploitatie gemeente -254 - 107 -247 182 -22 -234
Onderhanden werk (Grond ov.) - - - - - - -
Totaal -393 - 132 -247 233 -288 -564
In het onderstaande overzicht is een uitsplitsing per complex van het verloop over 2020 opgenomen:
Complex Boekwaarde 31-12-2019 Herrubricering Investeringen Opbrengsten Winstuitname reserve Afwaarderingen Balanswaarde 31-12-2020
· Warande -108 - 9 - 41 - -58
· De Pirk Noord -14 - 14 - - -265 -265
· Klaarbeek -18 - 2 - 10 -1 -7
Onderhanden werk (part) -139 - 25 - 51 -266 -330
· Oene-West -25 - 3 - 44 -22 -
· Kweekweg VI -229 - 104 -247 138 - -234
Bouwgrond in exploitatie gemeente -254 - 107 -247 182 -22 -234
· Onderhanden werk (Grond ov.) - - - - - - -
Totaal -393 - 132 -247 233 -288 -564
Parameters grondexploitatiebegrotingen
Bij de actualisatie van de grondexploitatiebegrotingen zijn de volgende parameters gehanteerd
(tussen haakjes zijn de wijzigingen ten opzichte van de begrotingen per 30 juni 2020 aangegeven):
kostenstijging 2,5% per jaar (was 3% per jaar)
opbrengststijging woningen 1% per jaar (was 2% per jaar)
opbrengststijging bedrijfsterrein 1% per jaar (was 0% stijging per jaar)
rekenrente 0,34% per jaar (was 0,22% per jaar)
Verwacht exploitatieresultaat
Boekwaarde bouwgronden in exploitatie per 31-12-2020 -234.000
Nog te maken kosten bouwgronden in exploitatie door gemeente 178.000
Nog te verwachten opbrengsten -56.000
verwacht exploitatieresultaat (- is voordelig) -112.000
Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid en Programma 5 Ruimte en Wonen.

Uitzettingen korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen korter dan één jaar
Uitzettingen korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Saldo 31-12-2020 Voorziening oninbaarheid Gecorrigeerd saldo 31-12-2020 Gecorrigeerd saldo 31-12-2019
Vorderingen openbare lichamen 200 - 234 122
Verstrekte kasgeldleningen - - - -
Uitzettingen in's Rijks schatkist 596 - 596 -
Vorderingen BUIG 1.393 -987 406 235
Overige vorderingen 3.025 -201 2.824 2.238
Totaal 5.214 -1.188 4.059 2.594

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren
bedragen x € 1000
Verslagjaar 2020
(1) Drempelbedrag 685
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 258 228 219 159
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 427 458 466 527
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 91.378
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 91.378
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat -
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van € 250.000 Drempelbedrag 685
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 23.463 20.729 20.194 14.610
(5b) Dagen in het kwartaal 91 91 92 92
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 258 228 219 159

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
31-12-2020 31-12-2019
Vooruitbetaalde bedragen 531 1.089
BCF 5.437 4.388
Voorschotbedragen overheidslichamen -
Nog te ontvangen bedragen (overig) 5.613 5.322
Totaal 11.580 10.799

Eigen Vermogen

Terug naar navigatie - Eigen Vermogen
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:
31-12-2020 31-12-2019
Algemene reserve 3.880 4.446
Bestemmingsreserves 56.407 52.563
Nog te bestemmen resultaat 488 367
Totaal 60.775 57.376
Het verloop in 2020 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:
Saldo 31-12-2019 Toevoeging Onttrekking Saldo 31-12-2020
Algemene reserve 4.446 814 -1.380 3.880
Bestemmingsreserves 52.563 18.820 -14.976 56.407
Resultaat 367 488 -367 488
Totaal 57.376 20.123 -16.723 60.775
Onder “resultaat” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het huidige en voorgaande boekjaar. De hoogte van de reserves is gebaseerd op de actuele situatie en reële verplichtingen.
Toelichting op de aard en doelstelling van de bestemmingsreserves
De aard en doelstelling en het verloop over het boekjaar van de afzonderlijke (bestemmings)reserves is opgenomen in het overzicht ‘verloop reserves en voorzieningen’.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen in 2020 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo 31-12-2019 Toevoeging Vrijval Aanwending Saldo 31-12-2020
Verplichtingen / verliezen / risico’s 4.516 719 8 121 5.106
Onderhoudsvoorzieningen 2.111 360 - 288 2.183
Derden beklemde middelen 1.759 213 - - 1.972
Totaal 8.387 1.292 8 409 9.261
In de kolom vrijval zijn de bedragen opgenomen die ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.
Toelichting op de aard en doelstelling van de voorzieningen:
De aard en doelstelling en het verloop over het boekjaar van de afzonderlijke voorzieningen is opgenomen in het overzicht ‘verloop reserves en voorzieningen’.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar
De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:
31-12-2020 31-12-2019
Obligatieleningen - -
Onderhandse leningen:
· binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - -
· binnenlandse banken en overige financiële instellingen - -
· binnenlandse bedrijven - -
· overige binnenlandse sectoren - -
· buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren - -
Totaal onderhandse leningen - -
Door derden belegde gelden - -
Waarborgsommen - -
Totaal - -
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden:
Saldo 31-12-2019 Vermeerderingen Aflossingen Saldo 31-12-2020
Obligatieleningen - - - -
Onderhandse leningen - - - -
Door derden belegde gelden - - - -
Waarborgsommen - - - -
Totaal - - - -

Vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar
Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:
31-12-2020 31-12-2019
Schulden < 1 jaar 4.849 5.899
Overlopende passiva 5.422 2.098
Totaal 10.270 7.997
De in de balans opgenomen kortlopende schulden worden als volgt gespecificeerd:
31-12-2020 31-12-2019
Kasgeldleningen - -
Banksaldi - -
Overige schulden 4.849 5.624
Uitzettingen in's Rijks schatkist - 275
Totaal 4.849 5.899

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva
De specificatie van de overlopende passiva is als volgt:
31-12-2020 31-12-2019
Nog te betalen bedragen 1.198 1.706
Vooruit ontvangen bedragen overheidslichamen 4.053 373
Vooruit ontvangen bedragen overig 21 20
Totaal 5.272 2.098
Toelichting op de vooruit ontvangen bedragen van overheidslichamen:
Saldo 31-12-2019 toevoeging vrijval saldo 31-12-2020
VOB Europese overheidslichamen: - - - -
VOB het Rijk:
· 176351 OAB 225 174 31 368
· 176392 Rotonde Quickbornlaan - 147 - 147
· 176393 Drempels Officiersweg - 6 - 6
· 176396 Gemeenteljike hulp gedupeerden Toeslagen - 8 - 8
· 176403 Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers - 3.398 - 3.398
VOB overige Nederlandse overheidslichamen:
· 176376 Afval 38 - 1 38
· 176379 Programma Landschap 2014-2017 Epe 26 - 26 -
· 176390 Recreatieve Fietsverbinding Vemderweg 53 - 9 44
· 176391 Energiescans Kweekweg 30 - 30 -
· 176394 Haltehavens Tongerenseweg - 44 - 44
Totaal 373 3.778 97 4.053

Borg en garantstellingen

Terug naar navigatie - Borg en garantstellingen
Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen wordt als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd:
Aard (bedragen x € 1.000) Oorspronkelijk bedrag Percentage borgstelling Restant begin jaar Restant eind jaar
Volksgezondheid p.m. 2,5% 168 -
Volkshuisvesting A 100% 4.654 100,0% 12 9
Volkshuisvesting B 50% 259.493 50,0% 107.342 111.918
Totalen 264.147 107.522 111.927
In 2020 zijn geen bedragen betaald wegens de verleende borg- en garantstellingen.

Niet uit de balans blijkende (langlopende) verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende (langlopende) verplichtingen

In de balans zijn alle bezittingen en schulden toegelicht. Er zijn ook verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen. In onderstaand overzicht zijn deze verplichtingen opgenomen. In onderstaand overzicht zijn de contracten/verbonden partijen opgenomen met een jaarbedrag boven de Europese aanbestedingsnorm met een resterende looptijd van meer dan 2 jaar.

 

(bedragen x € 1.000)

Partij Jaarbedrag Eerste mogelijkheid einde contract
Axent Groen B.V. 3.809 2024
Circulus-Berkel B.V. 3.379 2022
Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 1.932 doorlopend
Omgevingsdienst Veluwe IJssel 798 doorlopend
GGD Noord en Oost Gelderland 541 doorlopend

 

Overzicht verloop reserves en voorzieningen 2020

Terug naar navigatie - Overzicht verloop reserves en voorzieningen 2019
Soort en naam reserve / voorziening Saldo 1-1-2020 Toevoeging Onttrekking Saldo 31-12-2020
Algemene reserve
90000 Algemene reserve 4.445.749 814.354 1.380.000 3.880.103
90001 Saldo baten en lasten 367.160 - 367.160 -
Totaal Algemene reserve 4.812.909 814.354 1.747.160 3.880.103
Bestemmingsreserves
90002 Bespaarde rente 387.404 508.724 606.000 290.128
90003 Eenmalige dekkingsmiddelen 7.469.153 3.928.037 3.333.204 8.063.987
90007 ICT investeringen 4.113.403 670.822 362.232 4.421.993
90022 Mediation bezwaarschriften 10.920 164 11.084
90060 Groot onderhoud gem. gebouwen 483.998 7.260 83.000 408.258
90065 Toekomstbest. Organisatie en huisvesting 228.116 3.422 27.500 204.038
90085 Duurzaamheid 74.763 1.121 41.000 34.885
92005 Onderhoud wegen 1.524.659 22.870 36.086 1.511.443
92009 Vervanging openbare verlichting 921.382 284.191 769.767 435.806
92015 Duurzaam Veilig 10.867 163 5.777 5.253
92019 Toeristische Fietspaden 31.398 471 31.869 -
92028 Onderhoud Abri's - 8.200 2.983 5.217
92030 Wegverbredingen 27.227 408 27.635 -
92035 Overdracht fietspaden RGV 500.725 7.511 45.173 463.063
92045 Vervanging bruggen 374.877 75.837 383.342 67.372
93003 Egalisatie winstuitkering Nuon 581.890 13.965 54.000 541.855
93004 Verkoop 14 aandelen VNB (6%) 488.656 29.319 118.000 399.975
93006 Afl. achtergestelde lening Nuon 1.888.724 45.329 45.329 1.888.724
93007 Verkoop aand. tbv lening Vitens 310.320 155.160 155.160
93008 Afl. achtergestelde lening Vitens 2.017.080 203.570 48.410 2.172.240
94017 Meubilair gymlokalen 28.434 21.794 17.736 32.492
94023 Huisvesting onderwijsvoorzieningen 420.000 2.495.839 40.335 2.875.504
94030 Asbestsanering scholen 43.222 648 - 43.870
95003 Restauratie/onderh. monumenten 55.094 826 30.010 25.910
95007 Ondh./verv. besch. laanbomen 9.673 145 9.818
95010 Kunst openbare ruimte 38.304 575 8.448 30.431
95018 Renovatie kunst- en natuurgrasvelden 230.092 3.451 62.700 170.843
95028 Uitvoering groenstructuurplan 23.418 350 1.699 22.070
95030 Landschapsversterking 61.375 921 62.296 -
95035 Accommodaties 2 109.650 1.645 111.294 -
95040 Bijdrage investeringen sportvoorz. 3.397 51 3.448 -
95050 Bosbedrijf 24.518 368 14.885 10.001
96013 Groot onderhoud pand Apeldoornseweg 85 20.557 308 - 20.865
96028 Risico's sociaal domein 6.162.264 1.982.716 376.000 7.768.979
96032 Minimabeleid 375.598 170.682 201.000 345.280
96050 Participatie 1.746.124 251.274 366.000 1.631.398
96109 BUIG-middelen 1.763.247 754.102 707.000 1.810.350
97015 Riolering 140.635 8.210 3.375 145.470
97020 Afval - - - -
98032 Structuurvisies dorpscentra 181.905 2.729 181.005 3.629
98035 Starterslening 344.399 49.097 8.266 385.230
98043 Egalisatie opbrengst bouwleges 964.159 193.831 631.000 526.990
98051 LOG Beemte-Vaassen 139.280 2.089 141.369 -
99000 Bouwgrondexploitatie 4.609.314 301.645 1.346.043 3.564.916
99005 Organisatieontwikkeling/langdurige ziekte 775.964 352.639 434.800 693.803
99007 Herstel schade nutsbedrijven 41.322 84.813 22.050 104.085
99010 Egalisatie hondenbelasting 106.136 2.547 4.584 104.099
99011 Precariobelasting 2.331.598 34.974 - 2.366.572
99015 Behoedzaamheidsreserve Algemene Uitkering - - - -
99016 Herstel- en stimuleringsagenda - - - -
99018 Generatiepact 167.198 2.508 44.460 125.246
99020 Dekking Kapitaallasten 6.622.806 2.159.718 390.908 8.391.616
99919 Restantbudgetten 2019 3.577.771 - 3.577.771 -
99920 Restantbudgetten 2020 - 4.128.467 - 4.128.467
Totaal Bestemmingsreserves 52.563.016 18.820.346 14.976.033 56.407.331
Voorzieningen
Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 2.018.723 342.282 281.755 2.079.250
90008 Pensioenen pol. ambtsdragers 4.334.207 250.697 71.962 4.512.943
92011 Groot onderhoud bruggen 32.815 16.835 1.182 48.468
92109 Groot onderhoud openbare verlichting 59.915 899 5.224 55.589
97004 Begraven 468.387 64.963 - 533.351
97012 Riolering 1.290.697 147.725 - 1.438.422
98125 Bouwgr.expl. fac. n.t.m. kst. afgesl.proj. 181.943 11.351 57.222 136.072
98130 Risico's bouwgrondexploitatie - 456.946 - 456.946
Totaal Voorzieningen 8.386.687 1.291.698 417.345 9.261.041

Aard en doelstelling Reserves

Terug naar navigatie - Aard en doelstelling Reserves
Bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven
97015 Riolering
Het egaliseren van voor- en nadelen die (op basis van nacalculatie) ontstaan door efficiency- of aanbestedingsverschillen op de kosten van uitvoering van de brede rioleringstaak (beheer, onderhoud, investeringen) en door over- of onderdekking in de opbrengst rioolheffing (100% kostendekking op begrotingsbasis). De reserve wordt op begrotingsbasis ingezet voor tariefegalisatie.
97020 Afval
Het egaliseren van voor- en nadelen die (op basis van nacalculatie) ontstaan door efficiency-verschillen op de beheer- en uitvoeringskosten van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en door over- of onderdekking in de opbrengst afvalstoffenheffing (100% kostendekking op begrotingsbasis). De reserve wordt op begrotingsbasis ingezet voor tariefegalisatie.
99010 Egalisatie hondenbelasting
Het egaliseren van voor- en nadelen die (op basis van nacalculatie) ontstaan in de kosten van de voorzieningen voor hondenbezitters of in de opbrengst hondenbelasting (100% kostendekking op begrotingsbasis). De reserve wordt op begrotingsbasis ingezet voor tariefegalisatie.
Overige bestemmingsreserves
90002 Bespaarde rente
Het reserveren van middelen die ontstaan door het toerekenen van bespaarde rente (door de inzet van eigen financieringsmiddelen) aan de exploitatie. De middelen kunnen worden ingezet (via de integrale afweging bij de begroting) voor de dekking van investeringen of andere eenmalige uitgaven.
90003 Eenmalige dekkingsmiddelen
Het reserveren van eenmalig beschikbare middelen ter dekking van eenmalige uitgaven die zijn opgenomen in de (meerjaren)begroting.
90007 ICT investeringen
Het reserveren van middelen ter dekking van uitgaven en investeringen uit het ICT bestedingsplan.
90022 Mediation bezwaarschriften
Het reserveren van middelen ter dekking van uitgaven voor de pilot mediation.
90060 Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Het reserveren van voordelen die ontstaan bij de verkoop van gemeentelijke panden, om hiermee noodzakelijke aanvullingen van onderhoudsvoorzieningen van panden (als gevolg van actualisatie van het onderhoudsplan) op te kunnen vangen.
90065 Toekomstbestendige organisatie incl. huisvesting
Het reserveren van een startkapitaal om te kunnen onderzoeken welke aanvullende maatregelen nodig zijn om de aanbouw van het gemeentehuis af te stoten en het oorspronkelijke gemeentehuis duurzaam geschikt te maken voor de huisvesting van de compactere ambtelijke organisatie.
90085 Duurzaamheid
Het reserveren van middelen voor de dekking van beleidsinitiatieven op het gebied van duurzaamheid. Deze reserve is ook een startkapitaal voor het in het collegeprogramma 2014-2018 opgenomen ‘revolving fund’.
92005 Onderhoud wegen
Het egaliseren van de onregelmatig gespreide uitgaven voor het onderhoud van de wegen in de gemeente.
92009 Vervanging openbare verlichting
Het egaliseren van de onregelmatig gespreide uitgaven voor de vervanging van de openbare verlichting.
92015 Duurzaam Veilig
Het reserveren van middelen om de uitgaven te dekken van in het meerjareninvesteringsplan opgenomen uitgaven ten behoeve van projecten "Duurzaam Veilig".
92019 Toeristische fietspaden
Het reserveren van middelen om de uitgaven te dekken van projecten voor verbetering van toeristische fietspaden.
92028 Onderhoud Abri's
De reserve is ingesteld om de van derden ontvangen gelden voor de exploitatie van de reclamevlakken in abri's en plattegrondkasten in de gemeente in te kunnen zetten voor het beheer en de vervanging van abri's en plattegrondkasten.
92030 Wegverbredingen
Het reserveren van middelen om de uitgaven te dekken van het verbreden van de Smallertsweg.
92035 Onderhoud fietspaden RGV
Het reserveren van middelen om de uitgaven te dekken van het onderhoud en (bijdragen aan) investeringen in / reconstructie van recreatieve fietspaden. Hiervoor zijn destijds van de RGV en de provincie middelen ontvangen in verband met de overdracht van het beheer van de recreatieve fietspaden van de RGV aan de gemeente.
92045 Vervanging bruggen
Het egaliseren van de onregelmatig gespreide uitgaven voor de vervanging van de bruggen in de gemeente.
93003 Egalisatie winstuitkering Nuon
Het reserveren van ontvangen afkoopbedragen van Nuon/VNB. De rente over de reserve en het saldo van de reserve worden ingezet als algemeen (structureel) dekkingsmiddel in de begroting.
93004 Verkoop 14 aandelen VNB
Het reserveren van de afkoopsom (winstuitkering) door verkoop van aandelen VNB (1993). De rente over de reserve (6%) en het saldo van de reserve worden ingezet als algemeen (structureel) dekkingsmiddel.
93006 Aflossing achtergestelde lening Nuon
Het reserveren van de jaarlijkse aflossing van de achtergestelde lening aan Nuon. De rente over de reserve is een algemeen dekkingsmiddel en komt ten gunste van de exploitatie ter compensatie van de weggevallen dividenduitkering.
93007 Verkoop aandelen t.b.v. lening Vitens
Het reserveren van de boekwinst op de achtergestelde lening die aan Vitens is verstrekt na conversie van de gewone aandelen in Vitens. In 15 jaar - tot en met 2021 - wordt de lening afgelost in gelijke termijnen. De aflossingen worden jaarlijks toegevoegd aan reserve 93008. Aan de reserve wordt geen rente toegevoegd.
93008 Aflossing achtergestelde lening Vitens
Het reserveren van de jaarlijkse aflossing van de achtergestelde lening aan Vitens. De rente over de reserve is een algemeen dekkingsmiddel en komt ten gunste van de exploitatie ter gedeeltelijke compensatie van het wegvallen van de dividenduitkering.
94017 Meubilair gymlokalen
Het reserveren van middelen om de uitgaven voor onderhoud en vervanging van toestellen in de gymlokalen gelijkmatig te verdelen over de jaren.
94023 Huisvesting onderwijvoorzieningen
Het reserveren van middelen voor de toekomstige onderwijsvoorzieningen in de gemeente Epe.
94030 Asbestsanering scholen
Het reserveren van middelen om de uitgaven te dekken van asbestsanering van schoolgebouwen.
95003 Restauratie en onderhoud monumenten
Het reserveren van middelen voor de dekking van het verstrekken van subsidies in restauratiekosten en kosten van onderhoud van monumenten. Het betreft gemeentelijke bijdragen in situaties die niet langer uitgesteld kunnen worden en waarbij men afhankelijk is van gemeentelijke subsidie.
95007 Onderhoud/vervanging beschadigde laanbomen
Het beschikbaar houden van door de verzekering uitgekeerde schadevergoedingen voor beschadigde bomen. De verzekeringsuitkeringen worden ingezet voor onderhoud en eventuele vervanging van beschadigde bomen. De reserve is gemaximeerd op € 12.000.
95010 Kunst openbare ruimte
Het reserveren van middelen voor de aankoop van kunstuitingen bij gemeentelijke bouwprojecten of projecten waar de gemeente nauw bij is betrokken. Op basis van een percentageregeling wordt (m.i.v. 2011) bij de betreffende bouwprojecten de bouwsom vermeerderd met 1%, welk bedrag gereserveerd wordt voor kunstaankopen.
95018 Renovatie kunst- en natuurgrasvelden
Het reserveren van middelen voor renovaties aan kunst- en natuurgrasvelden bij diverse verenigingen.
95028 Uitvoering Groenstructuurplan
Het reserveren van de in 2013 beschikbaar gestelde middelen voor de uitvoering van het groen-structuurplan. Het doel is om in het kader van wijk- en buurtgericht werken in te kunnen spelen op kleinschalige verzoeken van burgers rond groenbeplanting bij civiele- en verkeersprojecten.
95030 Landschapsversterking
Het reserveren van middelen voor de uitvoering (cofinanciering) van het Landschapsontwikkelingsplan (uitvoeringsprogramma).
95035 Accommodaties 2
Het reserveren van middelen voor het toekomstbestendig maken van (dorps)accommodaties, die een belangrijke bijdrage leveren aan wijk- en buurtgericht werken. Betreft de tweede tranche van het project Accommodaties.
95040 Bijdragen investeringen sportvoorzieningen
Het reserveren van middelen voor het verstrekken van bijdragen in investeringen in sportvoorzieningen aan verenigingen.
95050 Bosbedrijf
Het reserveren van middelen voor de dekking van de uitgaven voor de actualisatie van het bosbeheerplan.
96013 Groot onderhoud pand Apeldoornseweg 85
Het reserveren van middelen voor het groot onderhoud van het pand Apeldoornseweg 85.
96028 Risico's Sociaal Domein
Het reserveren van middelen voor het afdekken van de risico’s bij de door het rijk (in 2007 en 2015) gedecentraliseerde taken in het sociaal domein (jeugdzorg en Wmo).
96032 Minimabeleid
Het reserveren van middelen voor het opvangen van fluctuaties in de uitvoering en bij incidentele projecten in het kader van het minimabeleid.
96050 Participatie
Het reserveren van middelen voor het afdekken van de risico’s en het uitvoeren van projecten in het kader van participatie naar werk.
96109 BUIG-middelen
Het beschikbaar houden van middelen voor de uitvoering van de Wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten (BUIG). Hieronder vallen de inkomensvoorzieningen WWB, IOAZ, IOAW en Bbz startende ondernemers.
98032 Structuurvisies Dorpscentra
Het reserveren van middelen voor de realisatie van de structuurvisies dorpscentra Epe en Vaassen.
98035 Starterslening
Het reserveren van middelen in verband met de risico’s bij het verstrekken van starterleningen, gedekt uit de middelen Stimuleringsregeling Goedkope Woningbouw.
98043 Egalisatie opbrengst bouwleges
Het afdekken van de financiële effecten van de fluctuerende opbrengst bouwleges. Hierdoor kunnen de lagere inkomsten op de langere termijn worden gecompenseerd. In de reserve worden gestort de inkomsten uit bouwleges boven € 651.000.
98051 LOG Beemte Vaassen
Het beschikbaar houden van middelen die ontvangen zijn in het kader van het project Landbouw Ontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen in verband met de eventuele terugbetalingsverplichting en voor uitgaven die nog gedaan moeten worden (uitvoering met gemeente Apeldoorn).
99000 Bouwgrondexploitatie
Het afdekken van financiële risico's die zich voordoen bij de exploitatie van bouwgrond. Verliezen op complexen worden uit de reserve gedekt. Gerealiseerde winsten worden aan de reserve toegevoegd.
99005 Organisatieontwikkeling / langdurig zieken
Het reserveren van middelen voor dekking van de kosten die samenhangen met organisatieveranderingen en om effecten hiervan (ww-verplichtingen, outplacement, bovenformatief) op te vangen. Ook uitgaven die samenhangen met langdurige ziekte worden uit de reserve gedekt.
99007 Herstel schade nutsbedrijven
Het beschikbaar houden van de middelen, ontvangen van nutsbedrijven, ten behoeve van het herstel van sleuven en lasgaten in element- en asfaltverhardingen.
99011 Precariobelasting
Het reserveren van ontvangen precariobelasting op kabels en leidingen, totdat definitief vast staat dat de opbrengst in stand blijft en is ontvangen. Keuzes over de besteding worden gemaakt in het kader van de jaarlijkse integrale afweging bij de begroting.
99015 Behoedzaamheidsreserve Algemene Uitkering
Het afdekken van het risico dat kan ontstaan als bij het rijk sprake is van onderuitputting bij de najaarsnota. Als deze niet wordt door vertaald in de decembercirculaire van de algemene uitkering, wordt een storting in deze reserve gedaan ter hoogte van de te verwachten onderuitputting, zodat in het daarop volgende jaar het bedrag van de definitieve onderuitputting kan worden gedekt uit de reserve.
99016 Herstel- en stimuleringsagenda
Het reserveren van de middelen (eigen gemeentelijke middelen en middelen uit de compensatieregelingen van rijk en provincie) om deze beschikbaar te houden en in te zetten voor de uitvoering van de herstel- en stimuleringsagenda. Hiervoor heeft de raad het beleidskader vastgesteld (februari 2021) met als doel investeren om de ongewenste maatschappelijke effecten van de coronacrisis op lokale activiteiten te beperken danwel tegen te gaan. Door maatregelen in te zetten gericht op de fase van overbruggen van de periode met coronabeperkingen en de eerste stappen in de fase van herstel en stimuleren.
99018 Generatiepact
Het reserveren van middelen om de komende jaren de uitgaven van het generatiepact te kunnen spreiden/bekostigen
99020 Dekking kapitaallasten
Het reserveren van middelen voor de dekking van de kapitaallasten van investeringen die worden gedekt uit eenmalige middelen. Vanaf 2017 mogen investeringen niet meer in een keer worden afgeschreven (BBV) maar wordt het investeringsbedrag toegevoegd aan deze reserve, zodat de kapitaallasten over de afschrijvingsduur uit de reserve kunnen worden gedekt. Hierdoor drukken de kapitaallasten niet op de reguliere exploitatie.
99919 Restantbudgetten 2019
Het reserveren van (incidentele) restant budgetten uit het jaar 2019, zodat realisatie in 2020 kan plaats vinden.
99920 Restantbudgetten 2020
Het reserveren van (incidentele) restant budgetten uit het jaar 2020, zodat realisatie in 2021 kan plaats vinden.

Aard en doelstelling Voorzieningen

Terug naar navigatie - Aard en doelstelling Voorzieningen
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
90008 Pensioenverplichting politieke ambtsdragers
Ingesteld voor de (toekomstige) verplichting tot uitbetaling van pensioenen aan wethouders en gewezen wethouders en de eventuele overdracht van pensioenen.
98125 Bouwgrondexploitatie facilitair n.t.m. kosten afgesloten proj.
Ingesteld in verband met nog te maken kosten voor facilitaire plannen in de bouwgrondexploitatie, die zijn afgesloten, maar waarvoor nog een bedrag als verplichting moet worden gereserveerd.
98130 Risico's bouwgrondexploitatie
Ingesteld voor per balansdatum te verwachten concrete verplichtingen c.q. risico’s in het kader van de bouwgrondexploitatie.
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Ingesteld voor de egalisatie van de onregelmatig gespreide uitgaven van het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. Het betreffen de gebouwen die duurzaam bijdragen aan de uitvoering van een gemeentelijke taak.
92011 Groot onderhoud bruggen
Ingesteld voor de egalisatie van de onregelmatig gespreide uitgaven van het groot onderhoud van de bruggen.
92109 Groot onderhoud openbare verlichting
Ingesteld voor de egalisatie van de onregelmatig gespreide uitgaven van het groot onderhoud van de openbare verlichting.
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting
97004 Begraven
Ingesteld voor het opvangen van fluctuaties in het onderhoud van eigen graven en het reserveren van de ontvangen afkoopsommen voor toekomstig onderhoud.
97012 Riolering
Het egaliseren van tijdelijke voor- of nadelen die (op basis van nacalculatie) ontstaan als gevolg van overschotten (c.q. tekorten) op de lasten van de inzameling van afvalwater (via de riolering). Uitgangspunt (begrotingsbasis) is dat de lasten voor 100% gedekt worden door de rioolheffingen. Op begrotingsbasis wordt deze voorziening ingezet om de tariefstijgingen conform GRP te realiseren. Verschillen in de heffing (tariefdeel) verlopen via de reserve riolering (97015).

Verantwoordingsinformatie specifieke uitkering (SiSa)